De juiste methode van filosoferen zou eigenlijk deze moeten zijn: niets uitspreken dan wat gezegd kan worden, natuurwetenschappelijke stellingen dus, iets dus dat met filosofie niets te maken heeft, en dan steeds, als een ander iets metafysisch wilde zeggen, hem aan te wijzen dat hij bepaalde tekens in zijn zinnen geen betekenis heeft gegeven. Deze methode zou voor de ander onbevredigend zijn, hij zou niet het gevoel hebben dat we hem filosofie onderwezen, maar het zou de enige strikt juiste zijn.
Mijn stellingen zijn verhelderend omdat hij die me begrijpt, ten slotte erkent dat ze onzinnig zijn, als hij door middel van mijn stellingen, er op, boven ze uit geklommen is. Hij moet om zo te zeggen de ladder omvergooien na erop geklommen te zijn. Hij moet deze stellingen overwinnen, dan ziet hij de wereld goed.
Ludwig Wittgenstein: Tractatus logico-philosophicus
Twee stellingen aan het einde van het werk. Hierna volgt nog de beroemde: Wovon man nicht sprechen kann, darüber muß man schweigen.