zondag, september 30, 2007

Net te sêdzjen

“Onze harten zijn onverzadigbaar. Onze geest weet niet wat rust is. Het leven is mooi in dezelfde mate als het wreed is, net zoals onze prooien.” Ze zweeg, speelde met de veters, streelde zijn buik zonder hem aan te kijken. Plotseling hief ze het hoofd op, keerde haar gezicht, dat vuurrood was geworden, naar hem toe en zei zacht: “Hou op met praten en verdwijn!”
Pascal Quignard

zaterdag, september 29, 2007

Om'e nocht Tevergeefs

Niemand is verantwoordelijkheid voor het blote feit dat hij bestaat, dat hij die en die eigenschappen heeft, dat hij onder deze bepaalde omstandigheden, in deze bepaalde omgeving leeft. De fataliteit van zijn eigen wezen kan niet los worden gezien van de fataliteit van al datgene wat geweest is en nog te gebeuren staat. Hij is niet het gevolg van een eigen bedoeling, van een wil, een plan; hij is niet de inzet van het streven “de ideale mens” of “het ideale geluk” of “ de ideale moraliteit “te verwezenlijken, het is absurd zijn wezen op een of ander doel af te wentelen. Wij hebben het begrip “doel” uitgevonden: in de realiteit zal men tevergeefs zoeken naar een doel.

Friedrich Nietzsche: Götzen-Dämmerung

Volgens Nietzsche heeft het leven geen vast doel en dit geeft ons vrijheid, want zou er een doel zijn, dan zouden er ook “ bindende” regels en "zonde" zijn, dan zouden wij ook kunnen zeggen wat “goed” is, namelijk datgene waardoor wij dat doel bereiken, of “kwaad”, namelijk datgene waardoor wij dat doel niet bereiken. Nu zijn dat slechts relatieve begrippen, die in feite bepaald worden door degenen, die de macht hebben en dat kan in principe iedereen zijn. De eis, die Nietzsche aan een filosoof stelt is dan ook, “ zich aan gene zijde van goed en kwaad op te stellen”. Het vrijheidsbegrip van Sartre lijkt hierop, ook volgens deze filosoof is de mens vrij, of hij dit wil of niet.

Tebektinke Terugdenken

Vandaag is het 662 jaar geleden, maar we zullen hen nooit vergeten, de krijgers die vochten voor de vrijheid en zegevierden over het rijk van het kwaad .

vrijdag, september 28, 2007

Oer emoasjes en passy Over emoties en passie

De manie van de moralisten eist niet de controle over de passies maar de uitroeiing ervan. Zij komen steeds tot dezelfde conclusie: enkel de ontkrachte mens is de goede mens.

Nietzsche

De zin van het leven is niet voorbehouden aan hen die louter “goed” zijn. De opvatting, dat een leven dat schitterend opbrandt beter is dan één dat onverbiddelijk roest, kan niet zomaar worden afgewezen.

R.Solomon

Wat blijft er over van een mensenleven, behalve te hebben liefgehad?

Victor Hugo

donderdag, september 27, 2007

De trije talen De drie talen

Oh ja, die leraar was zijn tijd ver vooruit, want hij was eigenlijk al met pensioen, maar omdat er een tekort aan classici was, kwam hij gewoon terug. Hij woonde vlak bij de school en stapte elke ochtend met kwieke tred over het plein de school binnen. Hij was heel streng, maar, kwestie van leeftijd, op een dag was hij vergeten zijn gebit in te doen. Nou Doarmer vergeet die dag nooit weer. Een vreselijk strenge man, maar elke keer als hij iets zei of als de klas maar naar hem keek, dan lag iedereen dubbel. Het merkwaardige was, dat hoewel hij vlak bij de school woonde, hij niet even naar huis ging om zijn gebit op te halen, waarschijnlijk Friese koppigheid. Doarmer heeft wel veel van hem geleerd, hij moest ook, want de man was streng. Bij één van de drie klassieke talen, was hij iets milder, want daar lag zijn hart. Hij heeft ervoor gezorgd, dat Doarmer als jongetje van de taalgrens zijn woorden heeft geleerd. Het eerste woord, dat hij op bord schreef was “selskip” (1)en hij vroeg wat dat betekende. Doarmer, nooit te beroerd om aan een lesproces bij te dragen, zei “ oh dat is zeilschip”. De man heeft Doarmer wel een kwartier lang op harde manier duidelijk gemaakt, dat dat geen manier is om Fries te spreken en het heeft geholpen.

(1) gezelschap

woensdag, september 26, 2007

De earen kleauwe De oren kloven

Iets uit de geschiedenis van een volk, dat wel bestaat. Het onderstaande komt uit de Lex Frisionum (Wet der Friezen), waarvan de bronnen dateren uit de 7de eeuw. Uit het eerste citaat blijkt, dat ze bepaald niet kleinzielig waren, maar er zijn nu eenmaal grenzen, anders krijg je een gekkenboel.

Qui fanum effregerit, et ibi aliquid de sacris tulerit, ducitur ad mare, et in sabulo, quod accessus maris operire solte, finduntur aures eius, et castratur, et immolatur Diis quorum templa violavit. (= Wie in een heiligdom inbreekt en daar een van de heilige voorwerpen wegneemt, wordt naar de zee gevoerd, en op het zand, dat door de vloed bedekt wordt, worden zijn oren gekloofd, en wordt hij gecastreerd en ten offer gebracht aan de god, wiens tempel hij onteerde.)

Aan de andere kant hielden ze ook van kunst en beschermden ze deze:

Qui harpatorem, qui cum circulo harpare potest, in manum percusserit, componat illud quarta parte maiore compositione, quam alteri eiusdem conditionis homini (= Wie een harpspeler, die een kring van mensen harpspelen kan, op de hand slaat, boet met een vierde grotere boete, als bij een andere man van dezelfde stand.)

Yn 'e tiis reitsje In de war raken

Er is vandaag weer van alles gebeurd. B. had het haar los en de heer uit het verre F. werd aangevallen door een jonge heethoofd, die bezwaar maakte toen de heer uit het verre F. volkomen terecht aan Hem vroeg om tot een verdoemenis te besluiten en er kwamen ook nog oranje stoeltjes en Doarmer raakte toen helemaal in paniek, want nu weet hij helemaal niet meer wat hij moet aantrekken, hoewel zwart eigenlijk bij alles wel kleurt. Ja, er zijn van die dagen, dat niets je bespaard blijft.

dinsdag, september 25, 2007

maandag, september 24, 2007

Oertsjûge Overtuigd

Sommige waarheden zijn zo voor de hand liggend en vanzelfsprekend voor de geest, dat men alleen zijn ogen hoeft te openen om ze te zien. De volgende belangrijke waarheid beschouw ik als zo één: dat het hele hemelse koor en al wat op aarde is, kortom alle lichamen die het machtige geraamte van de wereld vormen, geen enkel bestaan hebben buiten de geest; dat hun zijn hetzelfde is als waargenomen of gekend worden; dat zij dientengevolge, zolang zij niet werkelijk door mij worden waargenomen, of niet in mijn geest bestaan of in die van enig ander geschapen geestelijk wezen, of helemaal niet bestaan of anders in de geest van een of ander eeuwig geestelijk wezen, daar het volkomen onbegrijpelijk is en alle onzinnigheid van de abstractie in zich heeft, wanneer we aan een enkel deel ervan een bestaan onafhankelijk van een geestelijk wezen toekennen. Om hiervan overtuigd te raken, hoeft de lezer alleen maar na te denken en te proberen in zijn eigen gedachten het zijn van een waarneembaar ding te scheiden van het waargenomen worden ervan.

Berkeley (1685- 1753) over “ zijn is waargenomen worden”, eigenlijk een prachtige vorm van idealistische filosofie. Interessant is ook de zin “ of helemaal niet bestaan of anders in de geest van een of ander eeuwig geestelijk wezen”. De anglicaanse bisschop Berkeley bedoelt hiermee natuurlijk Hem, en aangezien Hij eeuwig is en eeuwig en overal waarneemt komt het toch nog goed en bestaat alles. Stel, dat Hij niet zou bestaan, dan hebben we een probleem.

zondag, september 23, 2007

Hurdrinne op in snein Hardlopen op een zondag

Vannacht om half twee was Doarmer thuis na een kaartavond in het Friese stadje D. en vanochtend om kwart voor zes ging de wekker al weer en maakte hij zich gereed om te gaan hardlopen. Ja, het leven van een arbeidzame verkeersregelaar kent weinig rustmomenten en toch zou Doarmer wel eens willen, dat hij meer tijd voor bezinning zou hebben of tijd om een boek te lezen, ook al was het maar een boek met grote letters en veel plaatjes. Hij kijkt wat dat betreft wel wat jaloers naar het onderw. volk. Zij mogen dan weinig geld verdienen en door iedereen uitgelachen worden, maar daar staat tegenover dat ze ook alle tijd hebben, neem alleen maar die vakanties. Maar genoeg geklaagd, Doarmer is nu eenmaal een werker en hij zou ook niet anders kunnen. Het weer tijdens het hardlopen vanochtend was prachtig en rennend door de landen, langs kanalen en beken, gadegeslagen door nieuwsgierige pinken (= jonge koeien), had Doarmer het gevoel, dat hij vleugels kreeg, “vleugels van verlangen” zou de dichter Slauerhoff zeggen en toen hij na een uur en veertig minuten terug was, bezweet, maar voldaan, kon hij er weer tegen en realiseerde hij zich, dat het eenzame bestaan van verkeersregelaar en al die dagen van ploeteren een zin hadden en dat hij zijn leven niet had weggegooid. Dankzij de vleugels van verlangen had zijn bestaan een lichtheid gekregen en op een dag zou hij met deze vleugels op een droomwind wegvliegen.

vrijdag, september 21, 2007

Op wjukken fan langstme Op vleugels van verlangen

Nea wer komme wy tegearre:
Wreed twong de wrâld ús nei elts in oare helte.
Wy sjogge soms beide yn ‘e nacht nei de stjerren
Mar de stjer en de tiid binn’ nea deselde.

Dyn lân leit sa fier fan myn lân:
Fan it ljocht oant it allerdjipste tsjuster, sa fier,
Dat ik rêstleas op reis, op wjukken fan langstme
Dy groetsje soe mei twa eagen fan deastriid al skier.

Tink ris dat it wier is dat troch grutte dreamen
Sels it swierste langstme oerbrocht wurde sil,
Droegen wurde sil nei de allerfierste stjer:
Eltse nacht sil ik dan komme, by dy.

Nynke Laverman (vrije vertaling van onderstaand gedicht van Slauerhoff)

Voor de verre prinses

Wij komen nooit meer saam:
De wereld drong zich tussenbeide.
Soms staan wij beiden 's nachts aan 't raam,
Maar andre sterren zien we in andre tijden.

Uw land is zo ver van mijn land verwijderd:
Van licht tot verste duisternis - dat ik
Op vleuglen van verlangen rustloos reizend,
U zou begroeten met mijn stervenssnik.

Maar als het waar is dat door grote dromen
Het zwaarst verlangen over wordt gebracht
Tot op de verste ster: dan zal ik komen,
Dan zal ik komen, iedren nacht.

donderdag, september 20, 2007

woensdag, september 19, 2007

De gearkomste De bijeenkomst

Doarmer tijdens een toespraak op een bijeenkomst van verkeersregelaars in het buitengebied. De titel van de toespraak was: “Verkeersregelen in breder perspectief gebruikmakende van human ressources in een steeds veranderende samenleving.”

In tizeboel Een warboel

Dat betekent dat geen enkel code …. structureel geheim kan zijn. De mogelijkheid van herhaling en dus van identificatie van de markeringen ligt in elke code vervat en maakt deze voor een derde partij en vervolgens voor elke mogelijke gebruiker in het algemeen tot een communiceerbaar, overdraagbaar, ontcijferbaar, iterabel raster.

Wil een geschrift een geschrift zijn, dan moet het blijven “werken” en leesbaar blijven, ook al staat de zogenaamde auteur niet langer garant voor wat hij geschreven heeft, voor wat hij ondertekend lijkt te hebben, bijvoorbeeld omdat hij tijdelijk afwezig is, of dood, of omdat hij nu eenmaal nooit met zijn volstrekt actuele, tegenwoordige intentie of aandacht, met de volheid van zijn zeggingswil, onderschreven heeft wat hij “in zijn naam” geschreven lijkt te hebben. We zouden hier de analyse kunnen herhalen die we zojuist ten aanzien van de geadresseerde hebben geschetst. De situatie van de schrijver en ondertekenaar is ten aanzien van het geschrevene fundamenteel gelijk aan die van de lezer.

Derrida (1930-2004)

Taal, al dan niet geschreven, komt in de vorm van een code tot ons, anders zou het geen taal zijn, maar wij begrijpen deze code tot op zekere hoogte, want betekenissen, zegt Derrida liggen niet vast, wij hebben geen toegang tot de intentie van de spreker, deze zegt bijvoorbeeld “boom”, maar betekent “boom” voor hem wel hetzelfde als voor mij? Ook deze intentie kan veranderen . Iemand die een tekst schrijft, doet daarom in feite afstand van deze tekst. Om nog verder te gaan; zelfs woorden, die herhaald worden zijn nooit helemaal hetzelfde.

dinsdag, september 18, 2007

In rûzige dei Een bewogen dag

Hjoed wie in dei fol alteraasje, it wie krekt as drige d’er eat. Doarmer seach it swurk driuwen en doe’t it barde, wie er folslein net fernuvere. Sa’t it liet seit, in dichter is wif fan hert en dat jildt fansels ek foar in protte oare lju. Hy moast ek wol laitsje, doe’t it wer oars rûn en hy ynienen mei ……. oan’e cappuccino siet.

maandag, september 17, 2007

Ofkrije Afpakken

In 1989 liep Doarmer de marathon van de Duitse stad H. Na afloop dronk hij een kopje koffie bij een zus, deze probeerde meteen de zuurverdiende medaille van Doarmer af te pakken. Dat heb je als je het kleine broertje bent.

zondag, september 16, 2007

De hjerst dêrjinsen De herfst daarginds

It wie in stille snein, hwat tsjuster en hwat wiet;
Fan 't beamte, yn hjerstgiel blêd, foel sêft de rein oer 't paed.
Wer thús by smoute hurd seach 'k út nei grize loft;
It wetter song, en harkjend waerd 'k nei Fryslân laet.

Hoe libbet yn my 't âlde libben fuort. Ik sjoch
De hjerst dêrjinsen: 't fê stiet op 'e stâl en leech
Is 't weake lân. By bûthúsdoar leit heech it gers,
De kouwewazem lûkt troch d' iepen doar omheech.

Obe Postma

Oersetting:
Het was een stille zondag, wat duister en wat nat;
Uit de bomen, in herfstgeel blad, viel zacht de regen over het pad.
Weer thuis bij knusse haard keek ik uit op grijze lucht;
Het water zong, en luisterend werd ik naar Fryslân geleid.

Hoe leeft in mij het oude leven voort. Ik zie
De herfst daarginds; het vee staat op stal en leeg
Is het weke land. Bij de staldeur ligt hoog het gras,
De damp van koeien trekt door de open deur omhoog.

Jou my mar in bierke Geef mij maar een biertje

Uiteindelijk werden de Friezen dan toch bekeerd tot het christendom, maar erg diep zat het allemaal niet en men bleef sceptisch t.o.v. bepaalde dingen. Hieronder een klacht uit de 11de eeuw.

De Friezen, die aan de waterzijde huizen, hadden namelijk de gewoonte dat nauwelijks iemand met Pasen de communie ontving. Omdat de priester in een of ander dorp in genoemd bisdom zijn christenvolk met hemelse spijs wilde sterken, liet hij niet af de gelovigen op het hart te drukken, dat zij moesten komen om het sacrament van het hemelse leven te ontvangen. Toen zij echter, zoals gewoonlijk, weinig aanstalten daartoe maakten, deinsde één, de belangrijkste van allen, er niet voor terug, gedreven door duivelse inblazingen, om het Christus-mysterie te vervloeken met de opmerking dat hij nog liever een beker vol bier had, dan het maal van de hemelse tafel.

zaterdag, september 15, 2007

Utkard Uitverkoren

Een tijd geleden kozen de Friezen hun koning Redbad ( ca. 680 – 719) tot de grootste Fries aller tijden. Deze heidense koning , opvolger van koning Aldgillis, voerde voortdurend oorlogen tegen de Franken en slaagde erin deze o.a. bij Keulen een grote nederlaag toe te brengen. Friezen kunnen zoiets waarderen en daarom is hij ook terecht gekozen. Over deze koning gaat het verhaal, dat hij zich door de Engelse missionaris Wulfram tot het christendom wilde laten bekeren, maar op het laatste moment vlak voor zijn doop terugdeinsde en wel om een voor Friezen zeer plausibele reden.

Toen hij onderricht werd om het doopsel te ontvangen, vroeg de vorst Rathbodus aan de vrome bisschop Wulfram..... waar er meer koningen en edelen van het Friese volk zouden zijn, in dat hemelse gebied, dat hem in het vooruitzicht gesteld was als hij zou geloven en gedoopt worden, of in dat gebied dat Wulfram de helse verdoemenis noemde. Toen zei de vrome Wulfram: “ Vergis u niet beroemde vorst, bij God staat het aantal uitverkorenen vast. Want het is zeker dat uw voorgangers, de vorsten van het Friese volk, die zonder het sacrament van het doopsel gestorven zijn, de straf van de verdoemenis ontvangen hebben. Wie echter van nu af gelooft en gedoopt wordt, zal zich met Christus verheugen in de eeuwigheid.” Toen de ongelovige vorst dit hoorde – hij was al naar de doopvont gegaan – trok hij , zoals verteld wordt, zijn voet uit de vont terug, zeggende dat hij het gezelschap van zijn voorgangers, de Friese vorsten, niet kon missen om met een klein aantal armoedige lieden in dat hemelse rijk te verblijven.

Een tijdgenoot

vrijdag, september 14, 2007

Roazemûltsje

Rozenmond ligt languit in haar bad

en wil er niet uit. Zij rekt zich uit
en maakt met haar handen van die
schokkende beweginkjes boven haar hoofd.

De wind is intussen gaan liggen.
Het riet beweegt niet meer en op
de plavuizen vloer is ook
mijn schaduw vervluchtigd.

Rozenmond in haar denken is leeg.
Gedachtenloos strijkt zij de kleine
luchtbelletjes uit haar schaamhaar
van haar dijen. Rozenmond ligt

in bad, wil niet uit bad, komt ook
niet uit bad. Zij draait de mengkranen
open, duwt het hefboompje omhoog
en laat het nog uren en uren
regenen op haar schouders,
op haar zo mooie hoofd.

Hans Faverey

donderdag, september 13, 2007

Yn'e loft In de lucht

Vanavond was Doarmer ergens, omdat hij over iets een verhaal moest houden en er waren wel honderd mensen en in de zaal zaten ook een paar Friezen, die Doarmer wel kende en hij zei: Wat sykje jimme hjir?” en zij zeiden Wy tochten, dat wy hjir jûn besteklik praat hearre soene.Dêr hawwe wy ferlet fan. En Doarmer zei: Dat soe wolris smoarch ôffalle kinne, it is hjir net de winterjûnenocht fan W.Dykstra.” “ Heare minsken” zeiden zij “ Wêr binne wy no bedarre, dochs net yn it ûnderw.?” “ It begruttet my foar jimme”, zei Doarmerit is net oars, it klearebare ûnderw. Ik soe my mar ôfjaan.” En dat deden ze natuurlijk ook en Doarmer was blij dat hij voorkomen had, dat een paar landgenoten een heel droevige avond beleefden. Zelf bleef hem natuurlijk niets bespaard, maar gisteravond zag hij een vrolijke ballon boven zijn huis en dat is ook wat waard.

woensdag, september 12, 2007

De foks en de liuw De vos en de leeuw

Gezien het feit dat een heerser dus per se de kunst moet verstaan om van de natuur van het dier gebruik te maken, moet hij er twee als voorbeeld nemen: de vos en de leeuw. De leeuw kan zich namelijk niet verdedigen tegen valstrikken, en de vos niet tegen wolven…… Maar men moet de kunst verstaan om de natuur van de vos goed te bemantelen en men dient flink te kunnen veinzen en ontveinzen. Want de mensen zijn zo onnozel en ze richten zich zo op hun directe behoeften dat iemand die bedriegt, altijd wel iemand vindt die zich wil laten bedriegen…..Een heerser moet er dus ten zeerste op bedacht zijn dat hij zich nooit iets laat ontvallen dat niet van de vijf bovengenoemde eigenschappen vervuld is. Wanneer men hem ziet en hoort, moet hij een en al barmhartigheid, betrouwbaarheid, oprechtheid en godsdienstigheid schijnen. En niets is meer noodzakelijk dan de schijn te wekken dat men beschikt over laatstgenoemde eigenschap ..……. Want zien kan iedereen, voelen lukt maar weinigen. Iedereen ziet wat je schijnt, weinigen voelen wat je bent. En die weinigen durven zich niet te verzetten tegen de opvatting van de meerderheid.

Machiavelli: De heerser

maandag, september 10, 2007

Wêze Zijn

Ik beweer dat de tafel waarop ik schrijf bestaat, dat wil zeggen dat ik hem zie en voel, en wanneer ik buiten mijn studeerkamer zou zijn, zou ik zeggen, dat hij bestond, daarmee bedoelend dat ik hem zou kunnen waarnemen als ik in mijn studeerkamer was, of dat een ander geestelijk wezen hem feitelijk waarneemt. Er was een geur, dat wil zeggen: deze werd geroken; er was een geluid, dat wil zeggen: het werd gehoord; een kleur of vorm, en die werd waargenomen door het gezichtsvermogen of de tastzin. Dit is alles wat ik kan verstaan onder deze en soortgelijke uitdrukkingen. Want wat er beweerd wordt over het absolute bestaan van niet-denkende dingen zonder enige relatie tot het waargenomen worden ervan, dat lijkt mij volkomen onbegrijpelijk. Hun esse is percipi (1), en het is ook niet mogelijk dat ze zouden bestaan buiten de geesten of denkende dingen die ze waarnemen. De meeste mensen zijn inderdaad vreemd genoeg van mening dat huizen, bergen, rivieren, kortom alle waarneembare voorwerpen van nature of werkelijk bestaan, onafhankelijk van het door het verstand waargenomen worden ervan.

George Berkeley (1685- 1753)

(1) Zijn is waargenomen worden. Als iets niet waargenomen wordt, dan bestaat het niet. Een wezen met zintuigen en een soort verstand dat alles “construeert” (zie Kant) is nodig,om iets tot “bestaan” te brengen. Met dit in gedachten heeft Doarmer nieuwe kleding besteld, twee setjes, één lokaalkleurig , de ander zwart met een bloemetje.

zondag, september 09, 2007

Bernetiid Kindertijd

Uit lang vervlogen tijden
Doarmer op de foto met een onbekende jonge vrouw

It skema yn'e holle Het schema in het hoofd

Dat de rede geen antwoord kan geven op de metafysische vragen, tot die conclusie komt Kant als hij de reikwijdte en de grenzen van onze rationele kennis aan een onderzoek onderwerpt. Hij komt erachter dat we nooit kunnen weten hoe de werkelijkheid “op zich” in elkaar zit, omdat we haar nooit “zuiver”, maar altijd gefilterd door onze kennisvormen opvatten. We conformeren haar aan onszelf. Deze kennisvormen bestaan a priori , ze zijn niet het resultaat van ervaring, maar de voorwaarde voor ervaring. De belangrijkste aprioris die Kant ontdekt zijn de aanschouwingsvormen van ruimte en tijd en de categorie van de causaliteit.
Dat was niet alleen voor Kants tijdgenoten een reusachtige ontdekking. Ruimte en tijd gingen immers door voor het “objectieve” zonder meer, en nu bewees Kant dat ze louter deel uitmaken van onze geestelijke toerusting. Het is alleen onze subjectieve aanschouwingsvorm die de dingen en gebeurtenissen lokaliseert op punten in tijd en ruimte.
Net zo is het volgens Kant met de causaliteit gesteld. Dat is geen schema van de wereld buiten ons, maar een schema in ons hoofd, dat wij aan de buitenwereld opleggen. Het is alleen ons verstand dat de ontvangen zintuiglijke gegevens volgens het causaliteitsbeginsel met elkaar verbindt.

R.Safranski over de filosoof Kant

Het blijft voor Doarmer fascinerend , je hebt een schema in je hoofd en volgens dat schema deel je de wereld in, er is helemaal geen oorzaak en gevolg (causaliteit), maar op een andere manier kunnen wij niet denken.

zaterdag, september 08, 2007

Boartlik Speels

Deze weblog heet it boartersplak (= de speelplaats) en het eerste gedeelte van deze naam is afgeleid van het werkwoord “boartsje” (=spelen). De “oa” wordt uitgesproken als “wa”, dus men zegt “bwatsju”, zo zegt men ook “dwarmur” , schrijf “doarmer”. Het Fries kent naast “boartsje” ook het werkwoord “spylje” en dat betekent ook spelen , maar in de betekenis “ een instrument bespelen”. Dus “de bern boartsje” betekent dat “de kinderen spelen”, “de bern spylje” dat ze een instrument bespelen. De kinderen kunnen bijvoorbeeld ook “volleybal spelen”, dan “dogge de bern in spultsje”. Doarmer vindt het opmerkelijk dat het Fries zoveel woorden voor “ spelen” heeft, zou het dan toch een speels volk zijn?

Yn it lân fan’e Cherusker


Na donderdagmiddag op het water te hebben doorgebracht, besloot Doarmer het vandaag hogerop te zoeken en hij heeft het stadje T. in het Teutoburgerwald bezocht. Eigenlijk was hij op zoek naar een beker en hij wist dat in dit stadje nogal wat pottenbakkerijen zijn, maar helaas heeft hij niet de juiste kleur gevonden.

vrijdag, september 07, 2007

Stribje nei it Neat Streven naar het Niets

De mens, het dapperste en het meest aan leed gewende dier, wijst het lijden als zodanig niet af; hij wil het, hij zoekt het zelf op, op voorwaarde dat men hem een zin ervan aanwijst, een daarom van het lijden. De zinloosheid van het lijden, niet het lijden zelf, was de vloek die tot dusverre op de mensheid rustte, en het ascetisch ideaal reikte haar een zin aan……..Men kan op geen enkele manier voor zichzelf verbergen wat in feite wordt uitgedrukt door het willen dat door het ascetisch ideaal in een bepaalde richting is gestuurd: die haat tegen het menselijke, meer nog tegen het dierlijke, en nog meer tegen het stoffelijke, die afschuw van de zinnen, die angst voor geluk en schoonheid…… dit alles betekent, dat moeten we durven begrijpen, een wil tot het niets, een afkeer van het leven, een protest tegen de fundamenteelste premissen van het leven, maar intussen is en blijft het een wil! En, om tot slot nog te zeggen wat ik in het begin al zei: de mens wil nog liever het niets willen, dan niet te willen.

Friedrich Nietzsche : De genealogie van de moraal

donderdag, september 06, 2007

In noflike middei Een genoeglijke middag

Vandaag heeft Doarmer in een bootje gezeten. Eerst moest hij samen met heel veel mensen uit het onderw., die heel arm waren maar altijd lachten bij een man komen, die dreigend zei, dat hij wel vier keer getrouwd was geweest en toen waren alle vrouwen meteen bang voor hem.En de huisvrouw was er ook en Bacio. En toen kregen wij allemaal peddels. En bij het bootje varen heeft Doarmer nog een nat voetje gehaald en er waren ook bruggen en stroomversnellingen. En aan het eind zaten er mevrouwen op kleine stoeltjes, ook uit het onderw, die ook heel arm waren en lachten en toen kregen de huisvrouw en Bacio en Doarmer lekkere koeken en drinken en zo. O ja, er was ook een hond, maar die wilde de appel niet ophalen.

woensdag, september 05, 2007

Finzenis fan it tinken Gevangenis van het denken

Een echte realist of tegenstander van het idealisme houdt vol dat er feiten en standen van zaken zijn die volledig onafhankelijk zijn van de geest. De idealist herinnert ons doorlopend aan het werk van de geest bij het selecteren en vormen van onze opvattingen over de wereld. Volgens de idealist creëert de geest de wereld waarin we leven….. Het standpunt van Kant komt hier heel dichtbij, want het hele kader waarbinnen we denken, ons “conceptuele systeem “ van ruimte, tijd, dingen, oorzaken en ikken, komt bij hem voort uit ordenende principes van de geest…… Veel negentiende- en twintigste-eeuwse filosofen hebben Kants aanpak enthousiast overgenomen. Vooral paradigma’s zijn populair: het idee van culturele en historische lenzen waardoor wij de dingen zien als conceptuele paleizen of gevangenissen van eigen fabrikaat.

S. Blackburn


Zelf voelt Doarmer zich het meest aangetrokken tot het idealisme, want het toch leuk dat je in principe je eigen wereld schept. Die vervelende Kant en zijn opvolgers zeggen er wel meteen bij dat die vrijheid beperkt is doordat je als het ware conceptueel gevangen zit. Bij Kant omdat een mens nu eenmaal op een bepaalde manier de wereld indeelt, bij anderen doordat de mens cultureel-historisch geconditioneerd is. Nu vindt Doarmer dat je aan dat laatste wel iets kunt doen en wat dat eerste betreft, Doarmer vindt het niet zo erg, dat hij in ruimte en tijd denkt.

Observearje Observeren

Hij (Van Veen) kon als afgestudeerd bioloog geen werk vinden in zijn vakgebied. Via een eenvoudig baantje, “ik moest de telefoon opnemen bij de afdeling pensioenen”, belandde hij bij een verzekeringsmaatschappij in een management development programma. Daar keek hij zijn ogen uit. Voor zijn gevoel was hij terechtgekomen op een apenrots. Want wat er in deze groep van 21 mensen gebeurde, had weinig met vakinhoudelijke zaken te maken. Maar des te meer met imponeergedrag, coalitievorming en vriendjespolitiek. De gelijkenis met de apenrots was zo frappant, dat Van Veen op het werk hetzelfde ging doen als wat hij tijdens zijn studie had gedaan. Hij observeerde het gedrag van de primaten op de werkvloer en in een speciaal notitieboekje maakte hij er aantekeningen van.

Uit: Manager Literatuur

dinsdag, september 04, 2007

It wijwetter Het wijwater

Út Eden wei rûn in stream, dy’t it hôf wetter joech.....

maandag, september 03, 2007

Blommich




God de Heare lei in hôf oan yn Eden, yn it easten en dêr sette Er de minske del, dy’t Er foarme hie........


zondag, september 02, 2007

Nodzje Knuffelen

Door lof bevestigt men niet alleen indirect zijn positie als chef; men gebruikt het ook actief om het eigen ik op een voetstuk te plaatsen. Peter Sloterdijk(1) laat zijn Van Leyden met elan van zich afbijten: “ Ik vraag mij af wie het zich permitteert te oordelen, terwijl hij alleen maar zou moeten waarnemen. Want oordelen houdt in dat men de pretentie uit superieur te zijn….” Een brief waarin iemand geprezen wordt door de goedgeefse baas, “verheft” vooral de prijzende. Op die manier heeft schijnbaar iedereen er wat aan. En menig chef heeft om die eerder vermoede dan bewust gekende reden continu een knuffel in de aanslag en de complimenten voorgekauwd in de mond. Men weet immers: door de knecht wordt men pas heer. Ook in de lichaamstaal komt deze machtsverhouding tot uitdrukking, bijvoorbeeld in het gebaar van het “op de schouder kloppen”. Dit is meestal “lovend” bedoeld, terwijl het toch duidelijk een soort slaan is, een gebaar van boven naar beneden.

R.Sprenger: De motivatiemythe

(1) Duits filosoof

Wurch Vermoeid

Na ca. 22 km bij het verlaten van het dorp B.

Na ca. 30 km in de stad H.

Na ca. 35 km bij het begin van de stad E.

In de vorige eeuw, om preciezer te zijn in 1993, liep Doarmer de marathon van E. Hij was toen nog een jonge veertiger. Deze marathon heeft zijn leven drastisch beïnvloed, want wat was het geval? In het begin rende Doarmer nog als een krijger en het leek wel of hij over de wegen danste, maar na ca. 30 km in de stad H. sloeg de vermoeidheid toe en kreeg Doarmer het zwaar. En wie stond daar ogenschijnlijk “toevallig” langs de kant? De pastoor te H. en in zijn handen had hij een bekertje wijwater, dat hij onmiddellijk Doarmer aanbood. Deze had dorst en dronk gulzig het bekertje leeg en het was alsof alle vermoeidheid verdween, de stad E. was nog ver, maar Doarmer kon er weer tegen. De pastoor te H., die de werking van het water meteen herkende, stuurde zelfs één van zijn parochianen op de fiets mee met Doarmer en zij had de fietstassen volgepakt met flesjes wijwater. U ziet haar op de onderste foto. Zo heeft Doarmer de eindstreep gehaald en is hij een ander mens geworden. Sinds die tijd probeert hij een godsvruchtig leven te leiden zonder zonden en zo.

zaterdag, september 01, 2007

Kopke en pântsje Kop en schotel

Doarmer is niet iemand, die zich snel aan iets ergert. Hij realiseert zich, dat de wereld niet perfect is en dat we daar dankbaar voor moeten zijn. In de vishandel is pietluttigheid onmogelijk en zelfs als verkeersregelaar komt hij vaak tot de conclusie, dat tegenover het goede niet het slechte, maar het perfecte staat. Er zijn echter dingen, die ook voor Doarmer niet acceptabel zijn. Zo drinkt hij de laatste tijd regelmatig zijn kopje koffie in een haast sprookjesachtige omgeving met prachtige kleuren, hij is daar heel graag, het doet hem denken aan…….. nou ja. Alleen de kleur van het servies, het is als vloeken in de kerk. Vandaar dat Doarmer zijn eigen kopje en schoteltje maar heeft aangeschaft.