Vandaag stond Doarmer zoals gebruikelijk op donderdag achter zijn viskraam op de markt , toen er vrouw op hem af kwam, die zo mooi was, dat Doarmer even dacht, dat hier om een vroege kerstengel ging. Hij kon nog net de woorden “Kan ik u misschien helpen?” over zijn lippen krijgen, zo gefascineerd was hij door de haast bovenaardse schoonheid van de vrouw. Zij schudde zachtjes met haar hoofd en haar haren hadden de kleur van de novemberzon. “ Ze moet een hele dure kapper hebben”, dacht Doarmer, “ hoe kan ze zo mooi zijn?” “ Ik heb iets voor je”, zei ze haast fluisterend met een stem, die hem diep zijn ziel trof en ze duwde hem een boekje in handen. Verbaasd keek Doarmer naar het hemelsblauwe boekje en toen hij weer naar de vrouw keek, was ze verdwenen. Zou het dan toch een engel geweest zijn? Even meende Doarmer, dat hij iets in de lucht zag vliegen, maar waarschijnlijk was het een vogel . Nog helemaal onder de indruk bladerde hij door het boekje, het bleek vol met citaten te staan en één daarvan was:
“ Wie bang is voor de wolf, moet wegblijven uit het bos”
Dostojevski : De speler.
De speler, dacht Doarmer, spelen boartsje? Het boartersplak? Wat kon dit allemaal betekenen?
“ Wie bang is voor de wolf, moet wegblijven uit het bos”
Dostojevski : De speler.
De speler, dacht Doarmer, spelen boartsje? Het boartersplak? Wat kon dit allemaal betekenen?