maandag, augustus 30, 2010

It fersin De vergissing

Heidegger verwerpt niet simpelweg de opvattingen van zijn tegenstanders. Hij wil laten zien dat vergissingen van filosofen voortkomen uit een wezenlijk kenmerk van het Dasein zelf: de gevallenheid. Om dat te doen, betoogt hij dat ieder Dasein, met als voorbeeld de handwerksman die geheel en al opgaat in zijn werk, de neiging heeft tot dezelfde tekortkomingen als de filosoof, en dat de vergissingen die door een filosoof worden gemaakt, alleen maar verfijnde, conceptuele versies zijn van alledaagse misverstanden.

M.Inwood

zondag, augustus 29, 2010

Oan 'e ein Uitgeput

Voor Doarmer breekt de tijd van de “grote rituelen” weer aan, deze rituelen hebben betrekking op handelingen, maar vooral toch op woordgebruik. De rituele handelingen kan men onderverdelen in waarnemen, opslaan en doorgeven, het rituele woordgebruik is flexibeler, van tijd tot tijd duiken er nieuwe kreten op en dat kan ook, want de bedoeling is, dat er in wezen niets verandert en bij handelingen bestaat het gevaar, dat iemand “anpackt”en dan krijg je problemen. Eigenlijk breekt de tijd nog niet helemaal aan, want eerst zijn er altijd een paar “koortsige” weken( zie de Zauberberg van Thomas Mann), waarin een ieder hectisch met de handelingen en woorden in de weer is zonder het rituele karakter ervan te beseffen . Daarna is men dankzij uitputting klaar om met de rituelen te beginnen.

donderdag, augustus 26, 2010

In lyts amerij Een klein ogenblik

Man muss illusionslos sein und doch leidenschaftlich ins Leben verliebt bleiben, auch wenn man dessen große Vergeblichkeit entdeckt hat. Nietzsche verlangt viel von einem, der für die Tragödie reif geworden ist. Er muss sich zuerst dem Entsetzen und dem Grauen geöffnet haben und dann diese schreckliche Beängstigung wieder verlernen können in der Erfahrung, dass schon im kleinsten Augenblick, im kürzesten Atom seines Lebenslaufes ihm etwas Heiliges begegnen kann. Der ästhetische Augenblick ist ein solches Glücksatom, das allen Kampf und alle Not aufwiegt.

Safranski

maandag, augustus 23, 2010

Wier Waar

Voordat er enig erzijn was en nadat er helemaal geen erzijn meer zal zijn, was er geen waarheid en zal er geen zijn, omdat waarheid als ontslotenheid, ontdekking en ontdektheid dan niet kan zijn. Voordat de wetten van Newton werden ontdekt, waren ze niet ‘waar’ ; daaruit volgt niet dat ze onwaar waren, of onwaar worden als er ontisch geen ontdektheid meer mogelijk is, net zomin als die ‘beperking’ een vermindering van het waar-zijn van de ‘waarheden’ betekent…….. Dat er ‘eeuwige waarheden’ zijn zal pas afdoende zijn bewezen als het gelukt is aan te tonen dat er in alle eeuwigheid erzijn was en zal zijn. Zolang dat bewijs ontbreekt, blijft die stelling pure fantasie, die niet legitiemer wordt omdat de meeste filosofen erin ‘geloven’.

Heidegger

zondag, augustus 22, 2010

Lôgje Vlammen

Doarmer heeft er wel eens moeite mee de vertaling van bepaalde liederen te laten zien. Het geeft bij buitenstaanders alleen maar aanleiding tot misverstanden en angsten. Hij wil toch een uitzondering maken voor deze vertaling van het Friese volkslied (gevonden op het internet). Als u denkt dat het een beetje “te” is, deze vier coupletten zijn een slechts een onderdeel. In de andere coupletten, die eigenlijk nooit gezongen worden staan uitdrukkingen als “met weer en wind, met nood en dood te strijden,met vlammend zwaard in d'ijzeren hand” en “zij kropen nooit, maar 't zwaard vloog uit de schede,werd aangerand hun erf en recht”. De resterende vier vallen dus wel mee en tonen dat het volk toch enigszins tot rust is gekomen.

Fries bloed kom in beweging
Bruis, kook, en bons door onze aderen!
Kom op! Wij bezingen het beste land van de aarde,
Het Friese land vol eer en roem

Refrein:
Klink dan en daver ver in het rond
Jouw oude eer, o Friese grond!
Klink dan en daver ver in het rond
Jouw oude eer, o Friese grond!

Hoe ook door overmacht, nood en zee bedreigd,
Oeroude lieve Friese grond,
Nooit werd die vaste, taaie band verbroken,
Die Friezen aan hun land verbond.

Refrein

Buigen was hen vreemd, zo hield het oude volk in ere
Zijn naam en taal, zijn vrijheidszin;
Zijn woord was wet, rechtdoorzee en trouw zijn leer,
En dwang, van wie dan ook, stond het tegen.

Refrein

Doorluchtig volk van deze oude naam,
Wees altijd trots op die ouderdom!
Blijf eeuwig van die grijze, hoge stam,
Een groene, een krachtige bloeiende loot!

Sljochtens Alledaagsheid

Door dit met-elkaar-zijn versmelt het eigen erzijn volledig met de zijnsaard van ‘de anderen’ , en wel zodanig dat die anderen in hun onderscheidenheid en particulariteit nog meer verdwijnen. Op die manier, onopvallend en onzichtbaar, ontplooit het men zijn eigenlijke dictatuur. Wij genieten en amuseren ons zoals men geniet; we lezen, zien en oordelen over literatuur en kunst zoals men ziet en oordeelt; maar we trekken ons ook terug uit de ‘grote massa’ zoals men zich terugtrekt; we vinden ‘aanstootgevend’ wat men aanstootgevend vindt. Het men, dat onbepaald is en waar wij allen toe behoren, zij het niet als optelsom, dicteert de zijnswijze van de alledaagsheid.

Heidegger

woensdag, augustus 18, 2010

Bliuwe Blijven

Klik hier

In skjin laai Een schone lei


Doarmer is weer terug van zijn bezinningsweek in de Friese plaats S. Zoals gebruikelijk heeft hij zijn zonden overdacht, berouw getoond, boete gedaan en kan hij het komend jaar weer met frisse moed en schone lei beginnen. Tijdens dit verblijf realiseerde hij zich ook, dat hij niet meer gewend is “tussen” familieleden te wonen, hij kwam ze voortdurend tegen, het worden er steeds meer en dat geeft wel een wat “onrustig” gevoel. Zijn zoons, die even op bezoek waren, zeiden, na een bezoek aan de dorpskroegen, ‘welke (achter)neven hebben we allemaal ontmoet?’ Ja, een leven wat op afstand van de cultuur is helemaal zo gek nog niet.

donderdag, augustus 12, 2010

Witte Weten

Ik belijd U, Heer, dat ik nog steeds niet weet, wat de “tijd”is, en anderzijds belijd ik U, Heer, dat ik weet, dat ik deze dingen in de tijd zeg en dat ik reeds lang aan het spreken ben over de tijd en dat ook dit “lang”alleen lang is in tijdsduur. Hoe weet ik dit dan, wanneer ik niet weet wat de tijd is? Of weet ik misschien niet, hoe ik moet zeggen wat ik weet? Ik, ongelukkige, die niet eens weet wat ik niet weet!

Augustinus

woensdag, augustus 11, 2010

Gjin juster gjin moarn Geen gisteren geen morgen

Toen eindelijk de volheid van de tijd was gekomen, is ook Hij gekomen die ons zou bevrijden van de tijd. Want eenmaal bevrijd van de tijd, zijn wij bestemd om te geraken tot de eeuwigheid, waar geen sprake is van tijd. Daar wordt ook niet gezegd: “Als het uur zal komen”, want het is er een eeuwige dag, die niet voorafgegaan wordt door een gisteren en niet wordt verdrongen door een morgen. In deze wereld echter wentelen de dagen, de ene gaan, de andere komen; geen enkele blijft, zelfs de ogenblikken dat wij spreken verdringen elkaar: de eerste lettergreep maakt plaats opdat de volgende kan klinken.….. zozeer is niets bestendig, niets duurzaam in de tijd. Daarom moeten wij Degene door wie de tijden zijn gemaakt, liefhebben, opdat wij bevrijd worden van de tijd en bestendigd worden in eeuwigheid.

Kerkvader Augustinus (354-430)

dinsdag, augustus 10, 2010

Sykje en freegje Zoeken en vragen

Als zoeken heeft het vragen een voorafgaande leidraad vanuit het gezochte nodig. De zin van zijn moet voor ons dus al op enigerlei wijze beschikbaar zijn. Aangestipt werd dat we ons altijd al in een zijnsverstaan bewegen. Daaraan ontspruit de nadrukkelijke vraag naar de zin van zijn en de tendens om tot een begrip daarvan te komen. We weten niet wat ‘zijn’ wil zeggen. Maar zelfs als we vragen: ‘wat is “zijn” ?’, houden we ons al op in het verstaan van het ‘is’ , zonder dat we in begrippen zouden kunnen uitleggen wat het ‘is’ betekent. We kennen niet eens de horizon van waaruit we de zin zouden moeten begrijpen en vastleggen. Dit vage doorsnee-zijnsverstaan is een factum.

Heidegger

zondag, augustus 08, 2010

Triuwe Duwen

Wij zijn als boomstammen in de sneeuw. Schijnbaar staan ze er maar bovenop en met een licht duwtje moest je ze eigenlijk kunnen wegschuiven. Nee, dat kan je niet, want ze zijn vast met de aarde verbonden. Maar kijk, zelfs dat is slechts schijnbaar.

Franz Kafka

zaterdag, augustus 07, 2010

In kar meitsje Een keuze maken

Van deze volstrekte nabijheid van onderzoeker en onderzocht object gaat ook een andere fenomenoloog uit: Heidegger. Er is iets waarin het onderzoek naar de mens altijd verschilt van andere soorten principiële kwesties, en wel de uitzonderlijke omstandigheid dat wij zelf de menselijke werkelijkheid zijn: ’Het existerende dat wij moeten analyseren’, schrijft Heidegger,’zijn wij zelf. Het wezen van dit existerende is mijn.’ Welnu, het doet er wel degelijk toe dat de menselijke werkelijkheid mij is, want voor de menselijke werkelijkheid betekent bestaan nu juist altijd zijn wezen aanvaarden, dat wil zeggen: er verantwoordelijk voor zijn in plaats van het van buitenaf toegekend te krijgen, zoals een steen dat krijgt. ’En aangezien de “menselijke werkelijkheid” in wezen zijn eigen mogelijkheid is, kan dit existerende zichzelf in zijn wezen ‘kiezen’, zich winnen, het kan zich verliezen.’

Sartre

dinsdag, augustus 03, 2010

Woansdei Woensdag

1. Jan Brandt Wiersma, Hillebrand Visser, Jouke Bosje – 2. Rutmer van der Meer, Renze Pieter Hiemstra, Folkert van der Wei;

3. Martijn Olijnsma, Hylke Bruinsma, Alle Jan Anema – 4. Marten van der Leest, Pieter Jan Plat, Peter de Boer;

5. Jan Dirk de Groot, Karel Nijman, Pier Piersma – 6. Pieter Bakker, Lennart Adema, Tjibbe Hansma;

7. Jelmer Hofstee, Jacob Zaagemans, Michel van der Veen – 8. Gert-Anne van der Bos, Taeke Triemstra, Daniël Iseger;

9. Arnold Zijlstra, René Anema, Thomas van Zuiden – 10. Jelte Pieter Dijkstra, Siebe Greidanus, Feiko Broersma;

11. Hendrik Tolsma, Herman Sprik, Johannes Boersma – 12. Dirk-Yde Sjaarda, Erik Haitsma, Gert-Jan Meekma;

13. Pieter van Althuis, Jacob Klaas Haitsma, Gerrit Flisijn – 14. Pieter Vogels, Pytrik Hiemstra, Jan Sjoerd Tolsma;

15. Site Ferwerda, Gerrit Meijer, Dennis Wijnjeterp -16. Johan van der Meulen, Jacob Wassenaar, Marten Feenstra.

maandag, augustus 02, 2010

Oardel skonk Anderhalf been

Een oude marathonfoto, waarop Doarmer loopt naast iemand met anderhalf been.