dinsdag, juli 31, 2007

Beheinde nuverens Beperkte absurditeit

Het absurde verschaft mij op dit punt duidelijkheid: er is geen morgen. Voortaan is dit de reden waarom ik werkelijk vrij ben…….Het enige wat mij interesseert is of de mens kan leven zonder dat hij zich ergens op beroept. Alleen dat wil ik onderzoeken. Nu ik weet wat het leven in werkelijkheid inhoudt, kan ik het dan ook verdragen? ……. Als ik mijzelf ervan weet te overtuigen dat het leven volkomen absurd is, als ik voel dat het in evenwicht wordt gehouden door de voortdurende tegenstellingen tussen mijn bewuste revolte en de duisternis waarin die zich afspeelt, als ik inzie dat mijn vrijheid alleen zin heeft in het licht van mijn beperkte toekomst, dan moet ik stellen dat het er niet om gaat zo goed mogelijk te leven, maar zoveel mogelijk.

Albert Camus

Oer de kwealine Over de zijlijn




Morgen is der dagen dagst, de moeder van alle sportevenementen, it bjusterbaarlik barren, de PC in Frjentsjer op het Sjûkelân. Doarmer zal echter zelfs niet in de buurt zijn, want hij vertrekt morgen naar het verre land B. om daar enige dagen in de stad A. door te brengen.

maandag, juli 30, 2007

Tiid meitsje Tijd maken

Je moet niet de filosofie beoefenen, wanneer je tijd hebt, maar je moet tijd maken om de filosofie te beoefenen……De filosofie uitstellen is bijna hetzelfde als haar afstellen. Want zij blijft niet staan op het niveau waar zij afgebroken werd, maar zoals veren die gespannen zijn terugspringen in hun oorspronkelijke stand wanneer zij losgelaten worden, valt ook de filosofie terug wanneer zij niet voortdurend beoefend wordt. Wij moeten ons verzetten tegen drukke bezigheden en ze niet cultiveren, maar bestrijden.

Seneca

zondag, juli 29, 2007

Earne yn S. Ergens in S.


Fergrieme Verspillen

Ga zo door, mijn beste Lucilius; maak aanspraak op je eigen leven. De tijd die je tot nu toe ontstolen werd, ontfutseld of die zo maar verstreek, moet je verzamelen en tot je eigendom maken. Wees ervan overtuigd dat het is zoals ik hier neerschrijf: een deel van de tijd wordt ons afgenomen, een deel wordt ontvreemd en een deel stroomt weg. Maar het meest gênant is de verspilling die haar oorzaak vindt in slordigheid. Als je er eens op gaat letten, zul je zien dat een groot stuk van het leven ons ontglipt, terwijl wij het verkeerde doen, het grootste terwijl wij niets doen en het hele leven terwijl wij dingen doen die ons vreemd zijn.

Seneca ( 3 v.Chr. – 65 na Chr.)

Twataligens en de tún Tweetaligheid en de tuin

we brachten het niet naar buiten
daar moest je op je woorden letten
daar moest je je passen tellen
onze tuin was groot genoeg

een keer klapte ik , buiten het hek,
uit de school, ze vonden dat ik een vreemd
accent had, het was de taal van mijn moeder,
terwijl zij Fries spraken, mijn vaders taal,

waarin ik slechts beleefd kon groeten,
ik ging weer rollebollen in de tuin
die groot genoeg was en buiten
het hek waren ze gek gewoon.

Ilse Starkenburg

zaterdag, juli 28, 2007

Faaks en ûnferfeard Misschien en onversaagd

Het heeft, zoals we hebben gezien, slechts weinig regeringen moeite gekost hun staatsburgers zover te krijgen, dat zij wilden wat de regering wilde. De triomf van het despotisme is dat het de slaven tot de bekentenis heeft gedwongen dat zij vrij zouden zijn. Misschien is er helemaal geen harde hand voor nodig; misschien zijn de slaven wel heel oprecht als ze verklaren vrij te zijn: maar toch blijven zij slaven….. De mate van vrijheid van een mens of een volk om zo te leven als zij willen, moet worden afgewogen tegen de aanspraken van veel andere waarden, waarvan gelijkheid, rechtvaardigheid, geluk, veiligheid of openbare orde wellicht de meest voor de hand liggende voorbeelden zijn….. de veronderstelling dat alle waarden met behulp van één maatstaf kunnen worden gemeten, zodat het slechts een kwestie van zorgvuldig onderzoek is om de hoogste te bepalen, doet in mijn ogen geen recht aan onze kennis dat mensen vrij handelende personen zijn, en stelt het nemen van morele beslissingen voor als iets, wat in beginsel met een rekenliniaal kan worden gedaan….. Misschien is het ideaal van de vrijheid om doeleinden te kunnen kiezen zonder er aanspraak op te maken dat ze eeuwige geldigheid bezitten…. “ De relatieve geldigheid van de eigen overtuigingen beseffen”, zei een bewonderenswaardig hedendaags auteur, “ en ze toch onversaagd verdedigen, dat onderscheidt een beschaafd mens van een barbaar”.
I.Berlin (1909 - 1997)

maandag, juli 23, 2007

In njie opjefte Een nieuwe taak




Morgenochtend vertrekt Doarmer naar het verre M-V. Hij heeft gehoord dat daar nogal wat buitengebied is, dus daar valt wel het nodige te regelen. Ja, het werk stopt nooit en de plicht roept altijd. Ook heeft Doarmer plannen om daar de meren te bevaren en Schlösser te bezoeken o.a. in de stad S. Maar het werk komt op de eerste plaats.

zaterdag, juli 21, 2007

vrijdag, juli 20, 2007

Djoer betelle Duur betaald

Ik wilde hier nog aan toevoegen dat ik weinig opheb met de rede, die spelbreker; en zelfs als er in de fantastische theorieën waarmee wij het leven naar onze hand proberen te zetten en in onze zo scherpzinnige meningen al iets waars zit, dan blijf ik die waarheid toch te duur betaald en onaangenaam vinden. Daarentegen ruim ik graag plaats in voor ijdele genoegens en dwaasheid, als ik daar plezier aan beleef; en ik sta mijzelf toe mijn natuurlijke neigingen te volgen, zonder daar al te benauwd in te zijn.

Michel de Montaigne

donderdag, juli 19, 2007

Simmersinne yn G. Zomerzon in G.

Vandaag was het prachtig weer in de stad G. De zon scheen, de terrassen zaten vol met vakantievierende mensen, maar Doarmer heeft er weinig van gemerkt, want hij moest "anpacken", een aantal kamers moest "veranderd" worden. Als verkeersregelaar is hij wel wat gewend en dat was maar goed ook. Aan het eind van de dag zag de woonruimte er totaal anders uit, overal vrolijke kleuren en toen hij dat zag, kreeg Doarmer toch een beetje een vakantiegevoel , vooral omdat hij daarna ook nog zeer smakelijk gegeten heeft. Morgenavond is hij weer in W.

woensdag, juli 18, 2007

Tsjilleas Wielloos

Doarmer is in het verre R. Hij heeft net gegeten (vis!) en drinkt nu een kopje koffie. Het weer is prachtig, maar onderweg naar R. was dat wel anders, Doarmer werd bijna van de weg gespoeld, zo regende het. Morgen begint het zwoegen, zodat Doarmer moet zorgen, dat hij goed in conditie is. Gelukkig is er bij zijn slaapgelegenheid ook een fitnessruimte en daar stond een soort fiets zonder wielen, vastgeschroefd op de vloer en daar heeft Doarmer een tijd op gefietst en tegelijkertijd kon hij op een tv-scherm naar de Tour de France kijken. Ja, wij leven in decadente tijden, hoewel het Doarmer ook wel wat deed denken aan een hamster in zijn rad. Dit moet voldoende zijn om er morgen tegenaan te kunnen gaan.

Sân wiken Zeven weken

Doarmer vertrekt vandaag naar het verre R. om in de nabijgelegen stad G. enige werkzaamheden te verrichten, want vakantie zit er voor een visboer/ verkeersregelaar in buitengebied niet in, dit in tegenstelling tot anderen, die wel zeven weken vakantie hebben, ja webloglezers, u leest het goed, zeven weken! Reve zou dit zondig noemen. Doarmer vindt het niet erg, hij is nu eenmaal een werker. Misschien dat het mogelijk is vanuit het noorden iets op de weblog te zetten. Vrijdagavond is Doarmer in elk geval weer terug.

dinsdag, juli 17, 2007

Sjen Kijken

De mens is mens door zijn bewustzijn. Bewustzijn houdt in dat een zijnde weet heeft van zijn eigen zijn. Men kan slechts weet hebben van iets doordat men er niet mee samenvalt, doordat men er afstand van kan nemen…. De mens is blik. Daarom is hij afstand. Men is niet datgene waarvan men afstand neemt. De mens is afstand ten opzichte van alles, want hij is blik. De mens is dus niet-versmoltenheid. Vandaar dat Sartre de mens “Néant” noemt. Hij is immers blik-op-afstand. Hij is de ziende die met het geziene niet samenvalt. Maar de mens heeft toch weet van zichzelf? Als zelfkennis moet hij toch met zichzelf samenvallen? Anders gezegd, we kunnen toch kijken naar onszelf?..... Ik ben mens doordat ik belichaamd, afstand kan nemen, ook van mezelf. Ik val niet samen met hetgeen ik als lichaam ben. Daarom sta ik vrij ten opzichte van mezelf. Wat massief met zichzelf samenvalt is “Zijn”. De mens is bewustzijn, dus “Néant”, afstand, vrijheid…….Kunnen de verhoudingen tussen mensen dan anders worden beschouwd dan als een voortdurende strijd tussen het zien en het bezien worden? Sartre heeft een merkwaardig voorbeeld gegeven; iemand kijkt door een sleutelgat, is dus ziende, maar wordt ineens gewaar dat hij , als kijkend, wordt bekeken. Als kijkend is hij mens, een subject; als bekeken verstart hij tot lichamelijkheid………. Zijn wij niet voortdurend op onze hoede voor ons gezien-worden, ons besproken-worden, ons-beoordeeld worden? Hoeden wij ons niet voortdurend voor de blikken van anderen?
Prof.Kwant over Sartre

maandag, juli 16, 2007

Rane Smelten

Wanneer wij objecten ontmoeten die liefde en welbehagen opwekken, gedraagt het lichaam zich, voor zover ik heb kunnen waarnemen op de volgende manier. Het hoofd neigt enigszins naar één kant; de oogleden zijn dichter gesloten dan gewoonlijk; de ogen draaien zachtjes in de richting van het object; de mond staat een beetje open, en de ademhaling gaat langzaam, met nu en dan een diepe zucht; het hele lichaam verkeert in een staat van rust, en de handen vallen werkeloos opzij. Dit alles wordt begeleid door een gevoel van innerlijk smelten en kwijnen. Deze verschijnselen staan altijd in natuurlijke verhouding tot de schoonheid van het object en de gevoeligheid van de waarnemer.

Edmund Burke ( 1729 – 1797)

zondag, juli 15, 2007

Swiid Prachtig

O jûne, o leaflike dei!
Wat tins ik dy faak efternei.
En wêrom, sei, fleachsto sa swiid,
do griene, do goudene tiid?
do himelske midsimmerjûn,
wat wiesto sa rêd my ferrûn!
O kaamsto, ei mylde, o kom!
Ei, kom my dochs faker werom,
werom, werom.

E.Halbertsma: uit „It marke“

Oerstjelpje Overstelpen

6e verschijning 21 februari 1858
Een honderdtal mensen is deze zondagmorgen naar de grot gegaan en zij zien hoe Bernadette in vervoering raakt. In de middag wordt Bernadette verhoord door de politiecommissaris. Ook al duurt het lang, zij blijft uiterst kalm. Elke poging om haar zichzelf te laten tegenspreken mislukt. De vader van Bernadette belooft dat hij haar niet meer naar de grot zal laten gaan.

14e verschijning 3 maart 1858
In alle vroegte zijn er tussen de 3000 en 4000 mensen…..

15e verschijning 4 maart 1858
Zo’n 20.000 mensen gaan gedurende de dag naar de grot…….

Om te beginnen moesten we goed begrijpen dat de rooms-katholieke kerk een instituut is van achthonderd miljoen mensen, verspreid over de hele wereld, van primitieve tot hoogontwikkelde culturen. Je kan van die kerk niet verwachten dat ze koploopster is. Het is een conservatieve kerk. Dat moet ze zijn, anders zal ze niet zijn. Ze behoudt alles, verzet zich tegen alles. En als het niet anders meer kan, geeft ze toe. Als iemand beweert dat “ie een verschijning heeft gezien”, dan zegt de kerk: “Daar is niks van an.” Maar wordt het overstelpend, overweldigend, dan sanctioneert de kerk het.

Gerard Reve

Dodzje Dommelen


Men hearde gjin flinter noch mich
Sa flodderjen oan’e ich,
Of gûnzeljen oer ‘e poel,
En ek gjin mear bernegejoel.
Mar smûk, mei de kop yn’e plom,
Sa driuwkelen de einkes rûnom
Yn’t lizige blêddige gnod,
Swiet syljende jit yn’e dod
‘e dod, ‘e dod.

E. Halbertsma : uit "It marke"

vrijdag, juli 13, 2007

Sûndich Zondig

Geld lost niets op, behalve dat het je in staat stelt ongestoord te kunnen wonen en werken. Verder heeft het geen betekenis, omdat het de wezenlijke problemen van het leven absoluut niet oplost. Geld als doel zegt me niks. Het is alleen maar een middel. Al zou ik miljonair zijn, ik zou me hetzelfde kleden, nooit oud brood weggooien en nooit in een taxi rijden. Behalve als je je verslapen hebt en je anders de trein niet kan halen. Fatsoenlijke mensen rijden niet zomaar in een taxi. Dat is ontuchtig en zondig.

Gerard Reve

donderdag, juli 12, 2007

De lytse jefte De kleine gave

Genietsje fan de roken fan it lân
en fan de lytse jeften fan it libben
in skouderklop, in tút, in fikse hân,
in bliid petear mei freonen en mei sibben.

Genietsje fan de betsjoenende muzyk
fan beammerûzjen en fan fûgelsjongen,
fan bern dy’t fleurich djoeie op ‘e dyk
en fan de sú’vre sfear yn fersen fongen.

Genietsje fan de lije sinneskyn
en nip mar hoeden fan de swiete wyn,
bespeur it stadich streamen fan dyn bloed
en nim it libben oan. Genietsje hjoed!

Marten Sikkema

Betsjutting Betekenis

Als de betekenis van een woord niet kan worden aangegeven of als de woordopeenvolging niet volgens de regels van de syntaxis is geconstrueerd, dan heb je niet eens een vraag gesteld. Denk eens aan de schijnvragen: “ Is deze tafel moedakkig?”, “is het getal zeven heilig?”, “welke getallen zijn donkerder, de even of de oneven?”. Als er geen vraag is, kan zelfs een alwetend wezen niet antwoorden……… Maar als die hypothetische wezens ons iets vertellen dat we niet kunnen verifiëren, dan kunnen we het ook niet begrijpen; we hebben dan volstrekt niet meer met een mededeling te maken, maar met louter verbale klanken zonder betekenis, zij het mogelijk met associaties van voorstellingen. Onze kennis kan bijgevolg alleen kwantitatief door andere wezens worden vermeerderd, ongeacht of ze nu meer of minder of alles weten; kennis van een principieel andere soort kan echter niet worden toegevoegd. Wat we niet zeker weten kunnen we met hulp van een ander met meer zekerheid weten, maar wat onbegrijpelijk, betekenisloos voor ons is, kan niet door andermans hulp betekenis krijgen, hoe enorm diens kennis ook is. Daarom kan God noch duivel ons een metafysica verschaffen.

Rudolf Carnap

woensdag, juli 11, 2007

Tiidbûn Tijdgebonden

Juist, want voor zover het goddelijke en het menselijk heden zich tot vergelijking met elkaar lenen, kan men de zaken als volgt voorstellen. Zoals jullie in dat tijdgebonden heden van jullie bepaalde dingen “ nu “ waarnemen, zo neemt God in zijn eeuwigheid alles waar. Maar dan brengt deze goddelijke voorkennis ook geen enkele verandering te weeg in de wezensaard en de eigenschappen van de dingen: in hun tegenwoordigheid aan Gods eeuwig heden worden ze precies zo waargenomen als ze zich in de tijd zullen voordoen. Hij richt dan ook geen chaos aan onder de kenmerken die het redelijk oordeel aan de dingen toedenkt, maar onderscheidt tussen datgene wat noodzakelijk en dat wat niet noodzakelijk zal plaatsvinden. Het is daarmee niet anders dan wanneer jullie tegelijk een mens op de aarde zien lopen en de zon aan de hemel zien opgaan: ook al nemen jullie die twee gebeurtenissen tegelijkertijd waar, toch maken jullie er onderscheid tussen door het ene als iets gewilds(vrijwilligs) en het andere als iets genoodzaakts (noodzakelijks) op te vatten.

Boethius (480 – 525)

dinsdag, juli 10, 2007

Tateblom Kamperfoelie

Ik had niet vaak meer aan dat huis gedacht,
Noch aan die tuin. Dit alles is verleden.
Eindlijk raakt ieder leed ontgleden
Al is het hart ook bijna omgebracht.
Vanwaar dan dat, terwijl 't ontembaar hart
Al lang naar andre, verdre dingen haakte,
Ik mij weer in 't voormalige wist verward,
Omdat ik aan de geur dacht, zwoel en lauw,
Die van de kamperfoelie zich losmaakte
Bij 't stijgen van de zomeravonddauw.

J.C.Bloem

It rûntsje


zondag, juli 08, 2007

Tsien km op sneon Tien km op zaterdag






Trochbrutsen Doorgebroken

De doorgebrokenen zangeres Samantha, die ondanks haar succes zo gewoon gebleven is


Het was me gisteren het dagje wel. Doarmer rende z’n rondjes door het dorp en toen zag hij ineens tussen de uitzinnige menigte buurman staan “in gezelschap” en ze riepen “ Doarmer doorgaan, je kunt het!” Het was net alsof hij vleugels kreeg en de zwaartekracht in het niets oploste. Meteen na de wedstrijd heeft Doarmer zich gedoucht en daarna is hij naar de verjaardag van L. gegaan, die 50 werd. Ook hier allemaal interessante mensen o.a. dr.Oetker en de pater en de heer uit het verre F. en toneelspeelsters en nog veel meer. En er was ook heerlijke vis en iedereen lachte en danste en was vrolijk en toen ging de deur open en de doorgebroken zangeres A., nu beter bekend onder haar artiestennaam Samantha kwam binnen omringd door een aantal fans, maar ze was heel aardig en nam voor iedereen even tijd en zo en toen Doarmer later naar huis fietste is hij ook niet in de sloot geduwd.

zaterdag, juli 07, 2007

De mûnts en it neat De monnik en het niets

Straks is het zover. Om 19.00 uur start de 10 km van W. Vier rondjes door het dorp en door een welhaast uitzinnige menigte. Maandenlang heeft Doarmer zich in eenzaamheid hierop voorbereid, levend als een monnik, afziend van alle genoegens des levens. Critici zullen meteen zeggen, wat voor zin heeft dit alles? Waarschijnlijk geen enkele, maar, broeders en zusters, geldt dat niet voor veel dingen die wij doen? Waarom zou iets een bedoeling moeten hebben, weten wij dan zo precies waarom wij hier op aarde zijn? Doarmer kent mensen die de hele dag rondlopen met afvinkformulieren en gemiddelden uitrekenen, heeft dat dan zin? In elk geval niet meer zin dan rondjes hardlopen. Ja, al die opofferingen van Doarmer zijn misschien zinloos, maar hij valt er niemand mee lastig. Een filosoof zei eens, dat de normale houding van de mens de “vluchthouding” is, de mens doet dingen, om maar niet de werkelijkheid onder ogen te moeten zien, wat dat dan ook is. Zou het zo zijn, dat Doarmer misschien hardloopt om “Het Niets” voor te blijven?

Anderje Antwoorden

Wanneer iemand een gedachte in woorden uitdrukt, zijn er in zijn geest altijd veel meer gedachten aanwezig dan uitgedrukt in zijn uitspraak. Sommige van die gedachten hebben een speciale verhouding tot de geformuleerde gedachte: zij vormen niet alleen haar context, zij zijn haar vooronderstellingen.

Elke bewering, die wie dan ook ooit doet, wordt als antwoord op een vraag gedaan.

R.G. Collingwood

vrijdag, juli 06, 2007

Wurklikheid Werkelijkheid

Zijn (Kant’s) redenering ging als volgt. De geest kan de wereld vatten, of tenminste de wereld zoals die aan ons verschijnt, omdat deze wereld niet geheel van onze geest verschilt, omdat zij iets van de geest weg heeft. En dat is zo, omdat in het proces van kennisverwerving, het vatten van de wereld, de geest om zo te zeggen actief al het materiaal verwerkt dat via zintuigen binnenkomt. De geest geeft dit materiaal voortdurend een bepaalde vorm en bewerkt het volgens de hem eigen vormen of wetten, de vormen of wetten van ons denken. Wat wij “natuur” noemen – de wereld waarin we leven, de wereld zoals die aan ons verschijnt – is een wereld die al bewerkt is, een wereld gevormd door onze geest. En die wereld is als onze geest, omdat ze erdoor geassimileerd is….. Ook Hegel hield zich bezig met de kentheoretische vraag: “ Hoe kan onze geest de wereld vatten?” En net als de andere idealisten antwoordde hij: “Omdat de wereld iets van de geest weg heeft.” Maar zijn theorie was radicaler dan die van Kant. Hij zei namelijk niet zoals Kant: “ Omdat de geest de wereld in zich opneemt of vormt.” Hij zei:” Omdat de geest de wereld is”…. Tussen beide opvattingen ligt een brug namelijk Fichtes antwoord: “Omdat de geest de wereld schept”.

Karl Popper over de filosofen Kant, Fichte en Hegel

Het woord idealisten heeft natuurlijk de filosofische betekenis en wordt gebruikt in tegenstelling tot materialisten. Idealisten gaan er in feite vanuit, dat verschijnselen in de materiële wereld afhankelijk van interpretatie zijn, en niet werkelijk, maar een gevolg van onze waarneming. De materialisten accepteren alleen de materie als werkelijk.

donderdag, juli 05, 2007

Tsjerkelân Land van de kerk

Soms kom je voorouders in opmerkelijke archieven tegen. Wat was het geval? In 1580 ,tijdens de tachtigjarige oorlog, ging de provincie Fryslân officieel over van het katholicisme naar het protestantisme. De Heilige Kerk had nogal wat grondbezit en de Staten van Fryslân waren bang dat in deze chaotische tijd dit grondbezit verloren zou gaan als iedereen dat maar in beslag zou nemen. De bedoeling was dat het de protestantse religie zou gaan dienen. Daarom lieten ze overal de kerkelijke bezittingen inventariseren, bijvoorbeeld in het dorp B., waar ook voorouders van Doarmer vandaan komen. Eén daarvan, Sijpcke Rieuwerts, was in die tijd kerkvoogd en kreeg opdracht het kerkelijk bezit in het dorpsgebied vast te stellen. Hij wordt ook nog in het stuk zelf genoemd, omdat zijn land aan het kerkelijk bezit grensde “ daer van Sijpcke Rieuwerts zoon aen beijden sijden naestgelandet is”. Deze inventaris is in het Nederlands geschreven. Na het verlies van de onafhankelijkheid ca. 1500 was het Nederlands binnen korte tijd de ambtelijke taal geworden. De Tsjonger heet dan ook “Cuijnder”.

Inventaris der geestelijcke dorps en patroons landen van Schoterlant, gedaen anno 1580

De pastorije landen ende gueden van Brongergae ende Meijledam bij Eijlle Pijers zoon, kerckvoeghdt, Sijpcke Rieuwerts zoon ende Claes Alberts, kerckvoeghden, angegeven.

In den eersten de pastorije, twaeleff roeden breedt met huijs ende schuuere, streckende van de Heerenfeenen doergaende in den Cuijnder, Gerbe Jacobs ten westen ende Trijn Rieuwerts dochter ten oesten naestgelandet. Met noch drie dachmaeden landes opte Langelijlle ofte Schoeter Uutterdijcken, de pastorije van Kattelijeck ten suijden ende Alijdt Wijllems als bruijckersche ten noorden. Met noch anderhalff dachmadt toe Nijeschoeten ende derdehalff dachmadt in tHofflandt aen doestersijde van tSlijnghwaer. Ende dardehalff dachmadt opte Slechte maeden onder den clockslach van der Idszaert.Noch heeft den pastoer vijff gouden guldens sjaers van hondert gouden guldens, affcoemende van de pastorije vercoeften feenen. Noch heeft den pastoer sjaers uuijt Reijncke schroers huijssteede toe Meijledam twintich stuvers. Item noch drie hoerns guldens uuijt Geerthen Wijbes huijssteede. Item noch sestien stuvers uuijt Jacob Jans zoon (ende) Wlcke Idsses huer huijssteeden.

De patroens landen, renten ende guederen van Brongergae

In den eersten vierdenhalven roede landes, streckende van de Heerenfeenen doergaende in den Cuijnder, daer van Sijpcke Rieuwerts zoon aen beijden sijden naestgelandet is. Met noch den uuijteijnde van soeven roeden gelegen in Marten Jans camp, Rommert Bauckes ten oesten ende Marten selffs ten westen naestgelandet sijnnen, streckende van den dwaerssloot achter Gerrijt Warnerts huijs tot in den Cuijnder toe. Item noch twee roeden bij Brongergaene kerckhoff die sjaers geen rente doen, dan leggen tot proffijt van de gemeente voer een menninge ofte drijffte.

woensdag, juli 04, 2007

De kjeld De kou

Oantrune troch ritige pûsters
saait stjoerleas dreamend
yn tsjusterens de wite tútfûgel
en boppe de nachtwyn besiket er
mankelyk syn helpleas liet ,
sjongend oer in dei,
lang lyn en ferlern,
sjongend oer in beam,
skaadzjend yn it sinneljocht,
in fergetten plak,
sjongend oer skientme,
oer leafdesfjoer,
ferdreaune kjeld,
mar nimmen heart.

dinsdag, juli 03, 2007

Laitsje Lachen

Lutske

De toer fan S. De toren van S.


Neatsizzend Nietszeggend

Onze stelling dat de uitspraken van de metafysica volstrekt betekenisloos zijn en dat ze niets beweren zal zelfs degeen, die intellectueel met onze uitkomsten instemt, een pijnlijk gevoel van bevreemding geven. Want hoe kunnen toch zovelen, waaronder eminente geesten, in alle tijdperken en landen zoveel energie, ja, hartstochtelijke bezieling aan de metafysica hebben opgeofferd, als die uit louter woorden in een nonsensicale volgorde bestaat? En hoe valt te begrijpen, dat metafysische werken tot op de dag van vandaag zo’n grote invloed op lezers en toehoorders hebben uitgeoefend, als ze niet alleen fouten, maar op de keper beschouwd helemaal niets bevatten? Deze twijfel is in zoverre gerechtvaardigd dat de metsfysica inderdaad inhoud heeft; het is alleen geen theoretische inhoud. De (schijn)uitspraken van de metafysica dienen niet voor de beschrijving van de standen van zaken, niet van bestaande ( in dat geval zouden het ware uitspraken zijn), en ook niet van niet-bestaande (in dat geval zouden ze tenminste fout zijn). Ze dienen om iemands gevoelsmatige houding ten opzichte van het leven uit te drukken…….. Op zichzelf is er natuurlijk geen enkel bezwaar tegen uitdrukkingsmiddelen die iemand leuk vindt. Maar bij de metafysica ligt het anders: door de vorm van haar producten wendt ze voor iets te zijn wat ze niet is……. De metafysicus gelooft zich op het terrein te bewegen waar het om waarheid en onwaarheid gaat. In werkelijkheid beweert hij echter niets, maar drukt als een kunstenaar alleen iets uit. Dat de metafysicus zich op die manier voor de mal houdt kan niet worden afgeleid uit het feit dat hij de taal als uitdrukkingsmiddel gebruikt en beweringen als uitdrukkingsvorm kiest, want lyrische dichters doen hetzelfde zonder ten prooi te vallen aan zelfbedrog.Maar de metafysicus ondersteunt zijn uitspraken met argumenten, eist instemming met hun inhoud en polemiseert met metafysici van een andere richting.

Rudolf Carnap

Voor Carnap is de hele metafysica een ontoereikende vervanging van de kunst. Hij noemt metafysici “musici zonder muzikale aanleg”, die zaken door elkaar halen. Zij leveren geen kennis op en schieten als tekort als het gaat om uitdrukking van een levenshouding.

zondag, juli 01, 2007

Eachweid Uitzicht







Vandaag was Doarmer op de boerderij in D. De zon scheen, er stond een stevige wind en er was "eachweid oer it gea", men kon ver over het land zien.

Tsjinstridigens Tegenstrijdigheid

Zonder dat alleronbegrijpelijkste der wonderen zijn we echter voor onszelf onbegrijpelijk. De wortels van ons bestaan liggen verwikkeld in de plooien van de erfzonde, en wel zo dat de mens zonder dat wonder nog moeilijker te vatten is dan de onbegrijpelijkheid van dat wonder.

Blaise Pascal (1623-1662): Pensées (Gedachten).


Wat is dat voor redenering om te zeggen: de mens is onbegrijpelijk zonder dat onbegrijpelijke wonder?.... Wat zou meneer Pascal een man antwoorden die het volgende tegen hem zei:” Ik weet dat de erfzonde onderwerp is van mijn geloof en niet van mijn verstand. Zonder wonder begrijp ik uitstekend wat de mens is. Ik zie dat hij als andere dieren ter wereld komt…. De mens is helemaal niet het raadsel dat uzelf opgeeft om het voor de aardigheid op te lossen. De mens lijkt in de natuur op zijn plaats te zijn…. Hij is als alles wat we zien, een mengsel van goed en kwaad, van plezier en pijn. Hij is voorzien van hartstochten om te handelen, en van verstand om zijn daden te sturen. Als de mens volmaakt was, zou hij God zijn; die zogenaamde tegenstrijdigheden die u tegenspraken noemt, zijn noodzakelijke bestanddelen in de samenstelling van de mens, die is zoals hij moet zijn.”

Commentaar van Voltaire ( 1694 – 1778).