donderdag, november 30, 2006

It diske De kraam

Vandaag stond Doarmer zoals gebruikelijk op donderdag achter zijn viskraam op de markt , toen er vrouw op hem af kwam, die zo mooi was, dat Doarmer even dacht, dat hier om een vroege kerstengel ging. Hij kon nog net de woorden “Kan ik u misschien helpen?” over zijn lippen krijgen, zo gefascineerd was hij door de haast bovenaardse schoonheid van de vrouw. Zij schudde zachtjes met haar hoofd en haar haren hadden de kleur van de novemberzon. “ Ze moet een hele dure kapper hebben”, dacht Doarmer, “ hoe kan ze zo mooi zijn?” “ Ik heb iets voor je”, zei ze haast fluisterend met een stem, die hem diep zijn ziel trof en ze duwde hem een boekje in handen. Verbaasd keek Doarmer naar het hemelsblauwe boekje en toen hij weer naar de vrouw keek, was ze verdwenen. Zou het dan toch een engel geweest zijn? Even meende Doarmer, dat hij iets in de lucht zag vliegen, maar waarschijnlijk was het een vogel . Nog helemaal onder de indruk bladerde hij door het boekje, het bleek vol met citaten te staan en één daarvan was:

“ Wie bang is voor de wolf, moet wegblijven uit het bos”

Dostojevski : De speler.

De speler, dacht Doarmer, spelen boartsje? Het boartersplak? Wat kon dit allemaal betekenen?

Manifestaasje

Groep kaderleden op weg naar H.

Dit weekend was er een grote manifestatie van de Partij van de Dieren in H. Duizenden leden verzamelden zich bij het stadion en gingen daarna in optocht naar het centrum om daar naar een toespraak van de huisvrouw , de plaatselijke voorzitster van de partij, te luisteren.Ze wilden zo op passende wijze uiting geven aan hun blijdschap over de verkiezingsuitslag. In haar toespraak riep de huisvrouw op tot solidariteit met dieren, die het bijzonder moeilijk hebben zoals de werkezel, de onderw.ondersteunende aap en de ongelikte beer.
Enthousiaste toeschouwers, die de optocht zagen, begonnen spontaan met stukjes brood te gooien. Kortom het was een groot feest daar in H.

woensdag, november 29, 2006

Eangje Angstig zijn

De angst komt voort uit het besef vrij te zijn, van steeds weer te moeten beslissen over de eigen existentie…… Vooreerst is het in de wereld zo geregeld door talloze voorschriften, gewoonten,overtuigingen en waarderingen, dat er meestal van werkelijke keuze geen sprake is.Maar dat neemt niet weg, dat ik toch nog dikwijls voor een keuze gesteld kan worden, die mijn hele zijn in het geding brengt. Doch ook dan kan ik de angst ontwijken in een vluchthouding. Het is zelfs uitermate moeilijk, de angst niet te ontlopen. Het lijkt wel of ons meest geëigend gedrag tegenover de angst juist de vlucht is. Wij vluchten voor de angst in de verstrooiing. ….In de kwade trouw trachten wij onszelf een onaangename waarheid te verbergen of een aangename waarheid wijs te maken. Het merkwaardige van de kwade trouw is echter…. dat ik mijn blik afwend van de angst , omdat ik weet waarvan ik mijn blik af moet wenden.

Delfgaauw over Sartre

De mens is veroordeeld tot vrijheid. Net als Nietzsche vindt ook Sartre vrijheid niet eenvoudig en de kudde wil eigenlijk ook geen vrijheid.

Dûnsje ûnder it swurd Dansen onder het zwaard

Hoe zal men vrij kunnen leven en toch zonder wet?.....Nietzsche antwoordt, en zijn antwoord aanvaardt de risico’s : Damocles heeft nog nooit zo goed gedanst, als toen het zwaard boven zijn hoofd zweefde. Het onaanvaardbare aanvaarden, zich houden aan het onhoudbare. Vanaf het ogenblik waarop men erkent dat de wereld zonder doel is, vanaf dat ogenblik stelt Nietzsche voor in de onschuld van de wereld te geloven, te erkennen dat ze zich aan ieder oordeel onttrekt, omdat dit oordeel op geen enkel bedoeling kan berusten en bijgevolg alle waardeoordelen te vervangen door een enkel, de wereld in volheid beamend en bejubelend ja. Zo zal aan de volkomen wanhoop de oneindige vreugde ontspringen, aan de blinde slavernij de meedogenloze vrijheid.. Vrij zijn is juist, op niets gericht te zijn, de vrije geest bemint wat noodzakelijk is; de diepe gedachte van Nietzsche is juist dat de noodzakelijkheid aller verschijnselen, indien deze volkomen en ongebroken is, geen enkele dwang met zich mee brengt. De totale aanvaarding van een totale noodzaak, ziedaar de paradoxale definitie van de vrijheid. De vraag “vrij van wat?”is dan vervangen door de vraag “vrij voor wat?’. Vrijheid en heldenmoed vallen samen; de vrijheid is de ascese van de grote man, “de sterkst gespannen boog”.

Albert Camus over Nietzsche

dinsdag, november 28, 2006

Tarieding Voorbereiding

Voorbereiding is het halve werk. Onderw. persoon controleert revolver, voordat hij les gaat geven.

maandag, november 27, 2006

Diervriendelijk

De Ljouwerter:

BALK - Kinderjuf Inge uit Gaasterland is verrast door de impact van Boer zoekt Vrouw. Met twee andere vrouwen strijdt ze in de KRO-serie om de gunsten van boer Gerrit uit Kollumerland. Ze kan de deur bijna niet uit of ze wordt op haar tv-avonturen aangesproken. ,,Leuk mar ek in bytsje benearjend. It makket kwetsber, dêr moast dy net yn fersinne.''
De opnames vonden deze zomer plaats. Hoewel ze over de uitslag niets mag verklappen, vindt Inge wel dat Gerrit door de makers te veel wordt neergezet als bijdehand en brutaal. Hij kan volgens Inge ook heel serieus zijn en toont zich erg diervriendelijk.

De funksje De functie

Onze tijd komt mij voor gekarakteriseerd te zijn door wat men zou kunnen noemen een woekering van de idee functie….. Het individu neigt ertoe zichzelf te zien en door anderen gezien te worden als alleen maar een bundel functies….. De dood verschijnt tenslotte vanuit dit objectieve en functionele standpunt als buitengebruikstelling, als onbruikbaarwording, als terecht komen bij het afval.
Het is nauwelijks nodig de indruk van verstikkende triestheid te schilderen die uitgaat van een wereld die zo om de functie draait. Dit leven in een wereld van alleen maar functies mondt uit in vertwijfeling, omdat deze wereld in werkelijkheid leeg is, omdat ze hol klinkt….. Er moet zijn – of er zou moeten zijn – Zijn, zal niet alles gereduceerd worden tot een spel van op elkaar volgende en onsamenhangende verschijnselen, of, om met Shakespeare te spreken, tot een verhaal verteld door een idioot. Aan dit Zijn, aan deze werkelijkheid begeer ik vurig op een of andere wijze deel te hebben – en misschien is dit verlangen zelfs reeds in werkelijkheid tot op zekere hoogte een deelhebben, hoe rudimentair ook.

Gabriel Marcel (1889 – 1973)

De lijstekster en haar partij


zondag, november 26, 2006

In oare sûndfloed

Om de mensen te straffen zond Zeus een zondvloed uit over de wereld. Alleen Deukalion (zoon van Prometheus) en Pyrrha bleven in leven. Prometheus had namelijk zijn zoon aangeraden een schip te bouwen. Na de zondvloed kwam het schip terecht op de Parnassus. Omdat ze niet wisten hoe ze de aarde opnieuw moesten bevolken, gingen ze naar het orakel van Themis, dat hun vertelde: "Ga heen, sluier jullie hoofd, maak jullie dichtgeknoopte mantels los en werp de botten van jullie grote moeder in jullie voetspoor."Na een tijdje komen ze erachter dat de aarde de grote moeder is en dat de stenen haar beenderen zijn. Zo smijten ze stenen achter zich en wordt de mens herschapen. De door Deukalion geworpen stenen veranderden in mannen, die door Pyrrha in vrouwen.
Uit wikipedia

De lytse disoarder De kleine wanorde

Daarom heb ik reeds eerder opgemerkt dat volgens mijn beginselen alle individuele gebeurtenissen zonder uitzondering uitvloeisels zijn van een algemeen plan. Men moet zich niet verwonderen dat ik deze dingen probeer te verduidelijken door vergelijkingen, ontleend aan de zuivere wiskunde, waar alles regelmatig toegaat en waar het mogelijk is om moeilijkheden op te klaren door een nauwkeurig onderzoek, dat ons genot schenkt, om zo te zeggen, van het aanschouwen van de ideeën van God. Men kan een opeenvolging of reeks van getallen opstellen, die schijnbaar geheel onregelmatig is, waarin de getallen groter en kleiner worden schijnbaar zonder regel; en toch kan hij die de sleutel van het geheim bezit en de oorsprong en bouw van deze opeenvolging van getallen begrijpt, een regel aangeven die het duidelijk maakt dat de reeks geheel regelmatig is, en zelfs dat zij mooie eigenschappen heeft…. In die zin kan men het schone woord van Bernard van Clairvaux toepassen: Ordinatissimum est minus interdum ordinate fieri aliquid: Het behoort bij de grote orde dat er enige kleine wanorde is.

Leibniz (1710)
Doarmer houdt ook van deze “lytse disoarder”, hij moet zich niet indenken, dat alles goed geregeld is, alles onder controle. Zou er dan nog “leven” zijn op aarde? Waarschijnlijk alleen maar een levensloopregeling. Dat volgens Leibniz er toch “een grote orde” is, misschien, zolang Doarmer er maar geen last van heeft, voor hem, als eendagsvlieg, is dat ook niet van belang.

zaterdag, november 25, 2006

Zoekplaatje

Waar staat Xenophanes op deze afbeelding van de filosofenschool? De Griekse filosoof en dichter, die wel de eerste agnost genoemd wordt. Hij leefde van ca. 570 – 475 v.Chr. Van hem is de uitspraak: “De stervelingen menen dat de goden verwekt zijn evenals zij, en kleren, een stem en gestalte hebben als zij. Ja, als de ossen en paarden handen bezaten en kunstwerken konden scheppen, zoals de mensen, zouden de paarden de goden als paarden afbeelden, de ossen daarentegen als ossen…. In werkelijkheid hebben de mensen nooit iets zekers aangaande de goden geweten en zullen dat ook nooit weten.” Veel later in de 19e eeuw zal Feuerbach eigenlijk hetzelfde beweren. Deze filosoof zegt, dat alle eigenschappen, die men aan God toeschrijft, ontstaan uit het zelfinzicht van de mens. In de goddelijke alwetendheid bijvoorbeeld ziet hij slechts de menselijke wens om alles te weten. Het geheim van de theologie is de antropologie. "Dat, wat de mens niet werkelijk is, maar wat hij wil zijn, dat maakt hij tot zijn God, of dat is zijn God". En de mens schiep God. Volgens Feuerbach ligt aan de wortel van elk godsgeloof het egoïsme.

vrijdag, november 24, 2006

Het Doarmer-effect



Het Droste-effect is een visueel effect, waarbij een afbeelding een verkleinde versie van zichzelf bevat. Voor de verkleinde afbeelding geldt weer hetzelfde, enz. Dit proces van zelfverwijzing heet recursie. In theorie kan dit oneindig doorgaan. Het effect is vernoemd naar Droste, een producent van cacao.Op de cacaoblikken was een verpleegster afgebeeld die een plateau vasthad met daarop hetzelfde blik cacao, waarop dan weer hetzelfde stond, enz. In de literatuur is het Droste-effect een effect waarbij men een verhaal in een verhaal in een verhaal... heeft.

(uit Wikipedia)

De baarnende toarst De brandende dorst

Ganymed
Wie im Morgenglanze
Du rings mich anglühst,
Frühling, Geliebter!
Mit tausendfacher Liebeswonne
Sich an mein Herz drängt
Deiner ewigen Wärme
Heilig Gefühl,
Unendliche Schöne!

Daß ich dich fassen möcht
In diesen Arm!

Ach, an deinem Busen
Lieg ich, schmachte,
Und deine Blumen, dein Gras
Drängen sich an mein Herz.
Du kühlst den brennenden
Durst meines Busens,
Lieblicher Morgenwind!
Ruft drein die Nachtigall
Liebend nach mir aus dem Nebeltal.

Ich komm, ich komme!
Wohin? Ach, wohin?

Hinauf! Hinauf strebts!
Es schweben die Wolken
Abwärts, die Wolken
Neigen sich der sehnenden Liebe.
Mir! Mir!
In euerem Schoße
Aufwärts!
Umfangend umfangen!
Aufwärts an deinen Busen,
Alliebender Vater!

Johann Wolfgang Goethe

donderdag, november 23, 2006

Net fergrieme

Wij hebben niet een korte levenstijd, maar wij verspelen er veel van. Het leven is lang genoeg, en het is ons voor het volbrengen van allerbelangrijkste dingen rijkelijk toegemeten, als het maar in zijn geheel goed gebruikt wordt…… tenslotte overvalt het onvermijdelijke einde ons en dan bemerken wij dat voorbij is waarvan wij nooit gemerkt hebben dat het voorbij ging. De zaak ligt zo, wij hebben niet een kort leven gekregen, maar wij maken het kort; wij zijn niet arm , maar verkwistend. Het is ermee als met grote en vorstelijke rijkdommen, die wanneer zij aan een verkeerde eigenaar toevallen in korte tijd verstrooid zijn, terwijl een matig vermogen aan een goede beheerder toevertrouwd, door het goed gebruiken ervan groeit. Zo biedt onze levensduur aan diegene die er goed gebruik van maakt veel ruimte.

Seneca (ca. 50 n.C.)

Doarmer weet het niet zeker, maar hij denkt dat Seneca dit voor bepaalde beroepsgroep heeft geschreven. Eigenlijk gaat het om het oude probleem " Is er wel een leven voor de dood?"

woensdag, november 22, 2006

Ik tink, dêrom bin ik

Vervolgens ging ik aandachtig na wat ikzelf was; ik bevond dat ik mij kon voorstellen dat ik geen lichaam had, en dat er geen wereld was noch enige plaats waar ik was, maar dat ik mij toch niet kon voorstellen dat ikzelf niet bestond, en dat juist daartegenover uit het feit dat ik aan het denken was om de werkelijkheid van andere dingen te betwijfelen met grote evidentie en zekerheid volgde dat ik bestond; terwijl wanneer ik alleen maar opgehouden had met denken en al het andere dat ik mij had voorgesteld werkelijk geweest was, ik geen enkele reden zou gehad hebben om te geloven dat ik bestond; hieruit concludeerde ik dat ik een zelfstandigheid was waarvan het gehele wezen of de natuur niets anders is dan denken, en die om te bestaan geen plaats nodig heeft noch van enige stoffelijke zaak afhangt. Dit Ik dus, d.w.z. de ziel door welke ik ben wat ik ben, is geheel onderscheiden van het lichaam; zelfs is zij gemakkelijker te kennen dan dit, maar ook als zij dit niet was, zou zij niet minder zijn al wat zij is.
Hierna vroeg ik mij af wat in het algemeen vereist wordt in een stelling om waar en zeker te zijn; want daar ik er zo juist een gevonden had waarvan ik wist dat ze dat was, zocht ik ook te weten te komen waarin deze zekerheid bestaat. Ik merkte op dat er in het: Ik denk, daarom ben ik, niets is dat mij zeker maakt dat ik de waarheid spreek, behalve dat ik zeer duidelijk inzie dat men om te denken moet bestaan.

Descartes :Discours de la méthode 1637
De menselijke waarneming is onbetrouwbaar, zodat je aan de hele waargenomen “werkelijkheid” kunt twijfelen. Je kunt volgens Descartes echter niet twijfelen aan het feit dat je twijfelt.

Prûs Bevallig

Swieter as de weachjes brûze
brekkend tsjin ‘t biblomme strân
scil myn lieafde dy omrûze
dy, myn prûze
blom yn ’t moaije Gelderlân.

P.J. Troelstra

Oersetting:
Zoeter dan de golfjes bruisen
brekend op het met bloemen bedekte strand
zal mijn liefde om jou ruisen
om jou, mijn bevallige bloem uit het mooie Gelderland.

De werberte De wedergeboorte

Dat was even paniek. Het boartersplak was onbereikbaar. Doarmer heeft van alles geprobeerd, maar niets lukte. Maar vanochtend , zittend tegenover dr.Oetker, zag hij ineens het licht en zie daar : het boartersplak verscheen weer. Doarmer is nu van plan opnieuw een bedevaart te ondernemen, want zonder Zijn hulp was niet gelukt.

Een dankbare Doarmer

dinsdag, november 21, 2006

Het dakraam

Het is dinsdag en Doarmer kijkt door een dakraam naar de wolken en naast hem zit Bacio. Zij vindt, dat men te weinig echt in haar geïnteresseerd is. Dat komt, zei Doarmer, omdat jij te veel overkomt als een koele carrièrevrouw en dat schrikt af. Ik zal eraan werken, zei Bacio, want het is een probleem voor mij. Dit gesprek zette Doarmer aan het denken. Wat is er toch veel leed op deze wereld, waarvan wij geen idee hebben. Dat een vrouw als Bacio zich eenzaam voelt! Ook Doarmer heeft zo zijn problemen, gisteren had hij weer “in ferjitten jûn “, een vergeten avond. Het gekke was deze keer echter, dat Doarmer niet alle herinnering is kwijtgeraakt, een gevoel van warmte en de geur van koffie is blijven hangen. Het is een merkwaardig verschijnsel, zo’n gat in de tijd.

maandag, november 20, 2006

In liet

De taal is linich en wol tûk
en komt de wrâld in ein benei.
Mar as ik sjoch en fiel en rûk
dan komt de dichter yn my frij.
Dêr by it wetter en de greiden,
dêr by it rûzen fan de reiden,
dêr by de blommen en de kij
begjint it libben wer opnij.
Wy boartsje lang en swiet
en kleurt de sinne read,
dan wyndert troch it gea
in leafdesliet.

B. Huisman

Een stukje lever

zondag, november 19, 2006

Feroaring Verandering

Het twiljocht is van uiterlijk veranderd. Doarmer was wat aan het spelen en toen is dit ontstaan. We moeten het maar accepteren. Het twiljocht is niet stabiel en er gebeuren vreemde dingen.

Oerdwealskens Overmoed

Bedecke deinen Himmel, Zeus,
Mit Wolkendunst
Und übe, dem Knaben gleich,
Der Disteln köpft,
An Eichen dich und Bergeshöhn;
Musst mir meine Erde
Doch lassen stehn
Und meine Hütte, die du nicht gebaut,
Und meinen Herd,
Um dessen Glut
Du mich beneidest.

Ich kenne nichts Ärmeres
Unter der Sonn als euch,Götter!
Ihr nähret kümmerlich
Von Opfersteuern
Und Gebetshauch
Eure Majestät
Und darbtet, wären
Nicht Kinder und Bettler
Hoffnungsvolle Toren.

Da ich ein Kind war,
Nicht wusste, wo aus noch ein,
Kehrt ich mein verirrtes Auge
Zur Sonne, als wenn drüber wär
Ein Ohr, zu hören meine Klage,
Ein Herz wie meins,
Sich des Bedrängten zu erbarmen.

Wer half mir
Wider der Titanen Übermut?
Wer rettete vom Tode mich,
Von Sklaverei?
Hast du nicht alles selbst vollendet,
Heilig glühend Herz?
Und glühtest jung und gut,
Betrogen, Rettungsdank
Dem Schlafenden da droben?

Ich dich ehren? Wofür?
Hast du die Schmerzen gelindert
Je des Beladenen?
Hast du die Tränen gestillet
Je des Geängsteten?
Hat nicht mich zum Manne geschmiedet
Die allmächtige Zeit
Und das ewige Schicksal,
Meine Herrn und deine?

Wähntest du etwa,
Ich sollte das Leben hassen,
In Wüsten fliehen,
Weil nicht alleBlütenträume reiften?
Hier sitz ich, forme Menschen
Nach meinem Bilde,
Ein Geschlecht, das mir gleich sei,
Zu leiden, zu weinen,
Zu genießen und zu freuen sich,
Und dein nicht zu achten,Wie ich!

J. W. v. Goethe

Prometheus is het symbool van de vrije mens, hij lijdt, hij heeft pijn, maar hij knielt voor niemand. Eigenlijk was deze Prometheus een Fries, die zegt “Leaver dea as slaaf”. Prometheus heeft veel dingen gedaan, die de goden niet bevielen. Daarom liet Zeus hem , als straf voor zijn hybris (=overmoed), vastketenen aan een rots en elke dag kwam een roofvogel om een stukje uit zijn lever weg te pikken, dat vervolgens weer aangroeide, maar dit alles kon de wil van Prometheus niet breken. Goethe voelde zich in zijn jongere jaren verwant aan deze Prometheus, zoals uit bovenstaande gedicht blijkt. Prometheus vergelijkt hier Zeus met een boos kind en hij zegt, denk je werkelijk, dat ik voor het leven wegvlucht, omdat niet alles lukt (weil nicht alle Blüten reiften). Mooi is ook de zin “Und das ewige Schicksal, meine Herrn und deine“ . Ook de goden zijn onderworpen aan het noodlot. Een prachtige relativering van de goddelijke almacht , die je in de oude godenverhalen overal vindt.

zaterdag, november 18, 2006

Zonder beelden

Gij moet God liefhebben zonder wederliefde d.w.z. niet omdat God liefdevol is, want God is niet liefdevol. Hij is boven alle liefde en wederliefde. “Hoe moet ik God dan liefhebben?” Gij moet God niet geestelijk liefhebben, d.w.z. uw ziel moet niet-geestelijk zijn en ontdaan van al het geestelijke; want zolang de ziel geest-vormig is, heeft zij beelden; zolang zij beelden heeft, heeft zij eenheid noch eendracht; zolang zij geen eendracht heeft, bemint zij God niet recht, want bij ware liefde komt het op eendracht aan. Daarom moet uw ziel niet-geestelijk zijn, vrij van al wat geest is en moet zij geestloos daar staan; want indien gij God liefhebt als God, als geest, als persoon en als beeld – dat alles moet weg. “Hoe moet ik hem dan liefhebben?” Gij moet Hem liefhebben gelijk Hij is: een niet-god, een niet-geest, een niet-persoon, een niet-beeld, maar als een louter, zuiver, rein Eén, gescheiden van alle tweeheid; en in dat Ene moeten wij eewiglijk wegzinken van niets tot niets.

Meester Eckhart (ca 1310)

Hoe "leeg" kan een mens worden? De mysticus Eckhart volgt de via negativa, de "weg van de ontkenning". De negatieve theologie stelt: alles wat ik over God beweer, schiet tekort, want Hij is oneindig verheven boven alles wat ik over Hem kan zeggen. (Dionysius de Areopagiet : "over God zijn beweringen ontoereikend en ontkenningen waar.” ) Zogenaamde zekerheden worden op losse schroeven gezet en hier is een overeenkomst met de benadering in het zenboeddhisme. Zoals al eerder gezegd, men kan zich voorstellen, dat Eckhart beschuldigd werd van het hebben van ketterse opvattingen.

Berekenbaar

Dit is nu de lange geschiedenis van de herkomst van de verantwoordelijkheid. De taak een dier te fokken dat beloften mag doen, impliceert, zoals we al hebben begrepen, als eerste voorwaarde en voorbereiding een andere taak, namelijk de mens eerst tot op zekere hoogte noodzakelijk, eenvormig, gelijk onder gelijken, regelmatig en bijgevolg berekenbaar te maken. Het enorme karwei van wat ik de “zedelijkheid van de zede” heb genoemd – het eigenlijke werk van de mens aan zichzelf gedurende de langste tijd dat de menselijke soort heeft bestaan, zijn hele voorhistorische werk vindt hierin zijn zin, zijn grote rechtvaardiging, hoeveel hardheid, dwingelandij, stompzinnigheid en idiotisme het ook in zich heeft: de mens werd met behulp van de zedelijkheid van de zede en de sociale dwangbuis werkelijk berekenbaar gemaakt.

Fr. Nietzsche: Zur Genealogie der Moral

vrijdag, november 17, 2006

Een terugblik In weromsjen

Lokkich

Ik schrijf omdat ik wil schrijven
dat ik gelukkig ben.

Op een dag zal het zover zijn
en zal ik schrijven –
met mijn tong tussen het puntje van mijn tanden,
en met rode oren en rode wangen:
ik ben gelukkig.

Als ik daarna ooit nog twijfel
en meen dat ik verdrietig ben of de wanhoop nabij
of zelfs reddeloos verloren,
kan ik altijd opzoeken wat ik werkelijk ben:
gelukkig.

T.Tellegen

Voor de doctor

Dichters
Oh psychiater, wat kijk je weer ernstig
wat is er, wat hebben we misdaan?
Wij dichters -- stuk voor stuk puddinkjes in ruimte
en tijd tot in eeuwigheid -- ook al zijn wij dan
slechts puddinkjes, crème de cacao, vanille
of mislukt, de MUZE redt ons puddinkjes
en zo niet dan vragen wij ootmoedig:
is DOKTER OETKER in de zaal?

Riekus Waskowsky (1932-1977)

In oare boa

Klimt

donderdag, november 16, 2006

In oar petear Een ander gesprek



Foto ergens in België genomen. Gesprek ( met beide benen op de grond) tussen een famke en drie onderw. assistenten.

woensdag, november 15, 2006

Observaasje

Een OOA observeert een groep

Een gesprek In petear

Meerkat: Ken ik jou niet vanuit Betekom?
Boa : Klopt, jij kwam mij ook al bekend voor. Dat was een heerlijke tijd.
Meerkat: Zeg dat wel, ik denk er nog vaak aan terug.Wat doe jij tegenwoordig?
Boa : Ik werk in het onderw.
Meerkat: Jij ook al! Dan zijn we collega's.

dinsdag, november 14, 2006

De herfst, de kalkoenen, de engelen en de wolf

Toornige vreugde doet mij rechtop gaan
dwars door de herfstige plantsoenen
waar in het nat verwilderd gras
rillend naast de zwarte plas
een troep verregende kalkoenen
verworpen, onheilspellend staat.

De wind schuift in de glazen wolken
lichtende wakken hemel open
en wervelt glinsterende kolken
omhoog uit gele bladerhopen.
Als gevallen englen hokken
door geen zon meer te verzoenen
in een somber dreigend mokken
daar mijn broeders de kalkoenen.
Maria Vasalis

Gesneeuwd heeft het
in deze vlakste aller vlakten
Een wolf voelt zich
geroepen tot bewegen
en zet zich dan ook
werkelijk in beweging

Een goede wolf draaft links
de dageraad tegemoet
Kwade wolven ook.

Erik Spinoy

De OOA

Een OOA in opleiding tijdens snuffelstage

Soms hoor je verhalen, waarvan je denkt, dat kan gewoon niet waar zijn. De ervaring heeft Doarmer echter geleerd, dat de werkelijkheid meestal nog gekker is. Zo hoorde hij vandaag, dat er ergens in Nederland een onderw. instelling is, die een OOA in dienst heeft genomen, een onderw. ondersteunende aap. Ja, het is niet eens meer nodig, dat men in het onderw. de competentie “rechtop lopen” heeft. De primaat schijnt redelijk te functioneren en het management heeft dan ook plannen om het niet bij deze éne aap te laten, hoewel het volgens de directeur wel nodig is, “ dat er een stevig stukje scholing op gezet wordt”. Een sterk punt van de aap is volgens hem de non-verbale benadering van de leerling, dit in tegenstelling tot de menselijke docent, die de neiging heeft de leerling met woorden te bestoken en hiermee het zelfstandig leren in de weg staat. Ook in de docentenkamer heeft de OOA zijn plaatsje inmiddels gevonden, meestal zit hij op een speciaal voor hem aangebrachte tak, vlakbij de telefoon. In het begin werd hij door de collega’s genegeerd, echter alleen maar omdat ze dachten , dat hij een nieuw lid van het management was. Zo zie je weer, je moet niet altijd op het uiterlijk afgaan!

De herfst en het masker

Hy rint yn de hjerstwyn,
in momkape lutsen oer syn oantlit,
ferwaaid troch in wyn twirrelje
syn tinzen tusken de blêden,
dy’t stil en net mear grien en beamferbûn
om 'e nocht wachtsje op in nije simmer.

zondag, november 12, 2006

1973

Op de foto een Elzasser, een Italiaan, een Deen en een Fries. Deze vier jongemannen studeerden een tijd lang aan de universiteit van Stuttgart, te vergelijken wat het niveau betreft met die van Harderwijk. De stad Stuttgart ligt in een diepte met rondom "bergen". De jongemannen woonden in een buitenwijk bovenop zo'n berg en elke morgen daalden zij met de tram af naar het centrum om daar college's te volgen. Vooral als het de avond ervoor heel gezellig was geweest, werd die tocht met de piepende tram een soort afdaling in de hel. Doarmer ziet nog de bleek-groene gezichten voor zich, maar je moet er wat voor over hebben, als je kennis wilt vergaren! Op de foto is te zien, dat Doarmer een roker was. Kijk goed naar de rechter hand!

Sneontemoarn


Enkele impressies van de stad A. op de zaterdagochtend na het grote weblogfeest.

Kompensaasje

O, mijn ziel, haak niet naar het onsterfelijke leven,
maar haal alles uit de akker der mogelijkheden

Pindarus

Wie kan zeggen: ik heb acht volmaakte dagen gehad? Mijn geheugen zegt me dat en ik weet dat het niet liegt. Ja, dat beeld is volmaakt zoals die lange dagen volmaakt waren. Die vreugden waren alle lichamelijk en ze hadden alle de instemming van de geest. Dat is de volmaaktheid, de tevredenheid met het eigen lot, de erkentelijkheid en het respect van de mens.

De troost van deze wereld is dat er geen onafgebroken lijden bestaat. Een pijn verdwijnt en een vreugde herleeft. Alle houden ze elkaar in evenwicht. Dit is een wereld van compensatie.

Albert Camus

zaterdag, november 11, 2006

Waarnemingen

We nemen bijvoorbeeld aan, dat de meubels van onze kamer blijven bestaan, wanneer wij ze niet zien. Het gewone denken meent, dat datgene, wat voortbestaat, datgene is, wat we zien, wanneer we kijken, maar de natuurkunde zegt, dat wat voortbestaat, de uitwendige oorzaak is van wat we zien, d.w.z. een uitgebreide verzameling van atomen welke voortdurend quantumtransformaties ondergaan. In de loop van deze transformaties stralen zij energie uit, welke, wanneer zij in aanraking komt een menselijk lichaam, verschillende uitwerkingen heeft, waarvan sommige “waarnemingen” worden genoemd.

Bertrand Russell

De nieuwe droom

In nije dream komt de doarmer oer ‘t mêd
gearstald út in wurdsje, in eachopslach , in swijen
plôke op in reinige sneon yn ‘t twiljocht,
op samar in plak yn in ûnfoarsisbere wrâld,
mei dreamen besiedde foar wa’t sjen kin.

vrijdag, november 10, 2006

Ien jier boartersplak




Het feest is begonnen en zal waarschijnlijk nog tot in de kleine uurtjes duren. Hier al vast een paar indrukken. Al uren voor de aanvang stond de arme bevolking van de stad A. buiten in de kou te wachten op de genodigden om maar een glimp op te vangen en niet tevergeefs! Wat een pracht toen ze kwamen voorrijden in hun limousines . Bijna iedereen is gekomen, niet alleen professor Olmenbos en Priscilla , maar ook de pastoor te H. en zelfs de H. vader. En natuurlijk de huisvrouw, Peerke, Dr. Oetker , te veel om op te noemen. Sommige toeschouwers beweren zelfs Hem gezien te hebben! En ondanks het feit, dat ze nog herstellende is van een zware ziekte, is ook I., die zich tegenwoordig D. laat noemen, verschenen. Toen deze fragiele schoonheid uitstapte, was het even doodstil in de menigte.
Terwijl de genodigden tussen een haag van zich vergapende toeschouwers doorliepen, wierpen zij muntgeld naar het volk, hetgeen aanleiding gaf tot enige consternatie. Nadat de deuren van het feestgebouw zich weer sloten en het feest begon, bleef het volk nog urenlang buiten rondhangen in het besef, dat daarbinnen iets gebeurde dat de moeite waard was, maar helaas voor hen onbereikbaar.

donderdag, november 09, 2006

Nieuwtjes Nijs

Morgen is de grote dag. It boartersplak bestaat een jaar. De belangstelling voor het gemaskerde slotfeest is overweldigend. Waarschijnlijk zal er uitgeweken moeten worden naar een grotere locatie.
Helaas is het niet altijd feest. Er gebeuren ook droevige dingen. Zo is I., die zich tegenwoordig D. laat noemen, ziek. Waarschijnlijk is de oorzaak het feit, dat haar emailprogramma niet goed werkt. Gevoelig als ze is, trekt ze zich die dingen erg aan. Doarmer hoopt, dat de fruitmand haar goed zal doen.

woensdag, november 08, 2006

It famkesboek Het meisjesboek

Een echte aanrader! Het boek stond op de aanbevelingslijst van de indertijd zo bekende leesclub Het betere boek.

maandag, november 06, 2006

Noaskje Snuffelen

Twintig willekeurige Amsterdammers in een spoorwegcoupe blijven twintig individuen, tot ze gaan spreken. In hun accent, hun thematiek en hun onprovinciale beeldspraak herkennen ze elkaar. Door hun jargon overbruggen ze de afstand die er in eerste instantie was. Honden doen dat snuffelend, mensen verbaal. Zo kan men zich ook op de meest definitieve wijze afscheiden van een groep door te zwijgen of, omgekeerd, door doodgezwegen te worden. Vanuit die gezichtshoek is zwijgen, evenals verzwijgen een negatieve handeling. Waar de groep kan en mag spreken, is zwijgen de negatie van verbondenheid…….. Wij spreken niet, we worden gesproken heeft Heidegger gezegd, hetgeen niets minder betekent dan dat wij niet de taal maken maar dat de taal ons maakt tot wat we zijn. Met de nodige variaties kunnen wij een dergelijke visie evenzeer terugvinden bij Descartes en bij Kant….. Juist die taal, het universele muntstelsel waarmee wij elkaar betalen, bepaalt waar de grenzen van ideeën, concepten en gewoontes liggen, omdat die taal het enige concrete is te midden van zoveel vormen van abstractie….. Pas als moment van taal wordt de notie uitgetild boven de strikt individuele ervaring, wordt ze bezit van de groep en wordt ze kenmerkend voor die groep.

F.Droste

Jubileum

Professor Olmenbos op weg naar de lezing
Het is een bijzondere week, want aanstaande vrijdag 10 november bestaat het boartersplak precies één jaar. Gedurende de hele week zijn er activiteiten om bij dit feit stil te staan. Zo heeft de u wel bekende professor Olmenbos , ja hij is er nog steeds, een lezing gegeven met als onderwerp “ De invloed van moderne meisjesboeken op het boartersplak “. In deze lezing vergeleek hij de taal uit bijv. “Het verwende nest “ met die uit het boartersplak. Verder zal de pastoor te H. in de Grote Kerk een mis opdragen speciaal voor de webloglezers. Het geld ,dat tijdens deze mis wordt ingezameld, gaat uiteraard naar een goed doel, in dit geval wordt hiermee hooi aangekocht voor de uit zee geredde paarden. Vrijdag vindt dan het grote slotfeest plaats. De webloglezers zijn hiervoor uitgenodigd. Om de anonimiteit te handhaven is het de bedoeling dat men gemaskerd verschijnt.

zondag, november 05, 2006

Unsinnich

Wanneer ik op een heldere avond naar de sterren kijk, oefent elke ster, die ik zie, invloed op mij uit, en op het oog eerder dan op de geest. Daaruit volgt, dat er in de oppervlakte van het oog iets gebeurt, dat causaal samenhangt met iedere zichtbare ster. Hetzelfde geldt voor de gewone objecten, die we overdag zien. Op dit ogenblik zie ik witte bladzijden, met schrift bedekt; een paar boeken, een ovale tafel, talloze schoorstenen, groene bomen, wolken en een blauwe hemel. Ik kan deze dingen zien, omdat een keten van fysische oorzaken en gevolgen loopt van hen naar mijn ogen en vandaar naar mijn hersens. Daaruit volgt, dat wat er omgaat in de oppervlakte van mijn oog even gecompliceerd is als het geheel, dat ik kan zien. Deze gecompliceerdheid moet van fysische aard zijn, en niet uitsluitend van fysiologische of psychologische; de gezichtszenuw kan slechts zo gecompliceerd reageren, dank zij even gecompliceerde prikkels. Wij moeten aannemen, dat overal, waar het licht van een bepaalde ster doordringt, iets gebeurt, dat met die ster samenhangt……. Deze dingen worden slechts “ervaren” op plaatsen, waar een registrerend zenuwstelsel aanwezig is, maar dat zij ook elders gebeuren, kan worden aangetoond door fototoestellen.

Bertrand Russell

Een citaat uit een hoofdstuk, waarin hij spreekt over het individuatiebeginsel, wat bedoelen wij met iets op zichzelf staands? Welke objecten hebben recht op een eigennaam? Waarom delen wij de wereld in, zoals wij hem indelen? Stel ik tel verschillende voorwerpen, hoe komt het dat ik bijvoorbeeld twee verschillende voorwerpen tel en niet drie? Dit lijkt een onzinnige vraag, maar toch. Een opvatting zegt, wanneer A en B verschillen in tijdruimtelijke positie, dan zijn A en B twee. Ook bij Schopenhauer speelt dit principium individuationis . Voor hem is dit in feite de schijn, als je de sluier wegtrekt , blijft er geen verschil over. Alles is één.

zaterdag, november 04, 2006

It patsje


Lyltsen paeyde Poppe' in pea,
Dear trog trillen, lef, sijn lea,
Fijt'! him tocht him salm t'ontrinnen
Yn swiet mulke' it 's thauwer pæen.
't Is klear jou leas nimmend' jæen.
Dock jaen jou nimt hert in sinnen

Gysbert Japix

In blom op himsels

Het idealisme bestaat in de opvatting dat er geen andere wezens zijn dan denkende en dat de andere dingen die we in de aanschouwing menen waar te nemen slechts voorstellingen in de denkende wezens zijn, waarmee in werkelijkheid geen voorwerp buiten hen correspondeert. Ik beweer daarentegen dat ons dingen zijn gegeven als buiten ons bestaande voorwerpen van onze zintuigen. Alleen, we weten niets van dat wat ze op zich mogen zijn. Wij kennen alleen hun verschijningen, dat wil zeggen, de voorstellingen die ze in ons teweegbrengen doordat ze onze zintuigen aandoen.Ik geef dus wel degelijk toe dat er buiten ons lichamen zijn, dat wil zeggen, dingen die we, ook al zijn ze ons volledig onbekend als het gaat om dat wat ze op zich mogen zijn, niettemin kennen door de voorstellingen die hun invloed op onze zintuiglijkheid ons verschaft. We noemen deze dingen lichaam; een woord dat dus niet alleen de verschijning aanduidt van dit ons onbekende, maar desalniettemin werkelijk voorwerp. Kan dit idealisme genoemd worden? Het is eerder precies het tegenovergestelde hiervan.

Immanuel Kant: De kritiek van de zuivere theoretische rede

Kant beweert hier, dat de dingen die wij waarnemen ook echt bestaan en niet alleen een product van “onze geest, ons denken “ zijn. Dit laatste zegt eigenlijk een Berkeley. Kant noemt dit dogmatisch idealisme. Hij voegt er echter wel aan toe, dat wij de dingen die wij waarnemen, nooit “ op zich" ( dt. an sich) kunnen kennen, alleen zoals ze aan onze zintuigen verschijnen (dt. Erscheinungen). Dit doet sterk denken aan de grot van Plato.
Doarmer blijft echter met het probleem zitten, dat als hij de wereld waarneemt, hij toch sterk het gevoel heeft, dat hij de wereld indeelt, namen geeft. Hij zegt, dat is een roos en dat is een tulp, hij had ook kunnen zeggen, dat zijn bloemen of een heel ander wezen had kunnen zeggen, dat is koolstof, zuurstof en nog wat elementen. Vandaar dat hij de opvatting van Berkely heel sympathiek vindt. Wat is het verschil tussen de tulp als Erscheinung en de tulp an sich ?

vrijdag, november 03, 2006

Fisk Vis

Uit het dagblad T. :

'Over 50 jaar bijna geen vis meer'

WASHINGTON (ANP) - Als de overbevissing en vernietiging van het zeeleven in het huidige tempo doorgaat, zal er medio deze eeuw bijna niets meer te vissen zijn. Dat staat in een groot internationaal wetenschappelijk onderzoek waarvan de resultaten donderdag zijn gepubliceerd in het blad Science.
Doarmer las vandaag het bovenstaande schokkende nieuws in de krant. Hij dacht altijd, dat hij als visboer een eenvoudig, maar zeker bestaan zou hebben, maar opnieuw wordt duidelijk, dat er in dit leven werkelijk geen enkele zekerheid bestaat. De enige troost is, dat Doarmer zelf over 50 jaar waarschijnlijk ook uitgestorven is.

Weikrûpertsje boartsje Verstoppertje spelen

Andersom was een smet, een enkele misstap of verspreking genoeg om alle gunsten te verspelen die in het afgelopen jaar waren verworven. Dit is de reden waarom er in Venetië maskers worden gedragen. Daar is niets speels of feestelijks aan, zoals buitenstaanders denken. Alleen door zich te verbergen kan men hier nog ontsnappen aan de verstikkende controle en zelf kiezen aan wie men zich wel kenbaar maakt en aan wie niet....... Alleen door glashard vol te houden dat hij niet is voor wie men hem aanziet en dat men achter het masker de verkeerde vermoedt, kan hij de schande afwentelen en het ergste voorkomen.

Er wordt mij wel vaker verweten dat ik mezelf achter mijn voile verstop, maar het tegendeel is waar. Ik verstop de wereld. Ik heb een sluier voor haar neergelaten. Door die waas van kant en zijde oogt zij zoveel zachter.

Japin: Een schitterend gebrek

Lústerje Fluisteren

Waar stil toen
de abrikozeboom stond,
sta ik nu stil.

Tussen de gladiolen
weet ik de plek waar
zij toen stond: zij
wierp mij de abrikoos
toe – toen. Nu,

terwijl herinnering met zich
doet wat zij wil, beginnen
wij opnieuw met bijten,
haast tegelijk, tussen

de maïsplanten: zij in haar
abrikoos, ik in mijn abrikoos;

terwijl de kleine vossen nog door
de wijngaard sluipen, en de zee,
fluisterend: bij mij is ze niet;
nee, hier vind je het niet;
in mij is zij niet.

Hans Faverey

donderdag, november 02, 2006

Koe meer

Pieter Lastman(1583-1633)

Hera betrapt echtgenoot Zeus, maar die heeft zijn geliefde Io net op tijd in een koe veranderd en wacht het moment af, dat hij haar weer in een mooie vrouw kan omtoveren. Dat is toch wel het grote voordeel, als je een godheid bent, je zit niet zo vast aan één vorm.

woensdag, november 01, 2006

Van broeken en koningen

Ik heb lang met een van hen gepraat. Maar ik had een slechte tolk, die zo dom was dat hij mijn gedachten niet begreep, zodat ik geen plezier beleefde aan dit gesprek. Toen ik mijn bezoeker vroeg welk voordeel hij had van de hoge positie onder de zijnen (want hij was een leider en onze matrozen noemden hem koning) , antwoordde hij: het voordeel voorop te lopen tijdens een oorlog. Toen ik hem vroeg hoeveel mannen hem volgden, wees hij me een terrein, om aan te geven dat het er zo veel waren als er op dat terrein konden staan: dat zullen er vier - of vijfduizend geweest zijn. Ik vroeg hem of met de oorlog ook zijn gezag ten einde was. Hij zei dat het in zoverre bleef dat, als hij de dorpen bezocht die van hem afhankelijk waren, er paden voor hem werden vrijgemaakt in het struikgewas van hun bossen, zodat hij er gemakkelijk doorheen kon.
Dat is allemaal zo slecht nog niet, maar, het is waar, ze dragen geen broeken.

Montaigne (1533-1592) beschrijft hier een gesprek, dat hij voerde met een indiaan , die speciaal uit het pas ontdekte Amerika naar Europa was gehaald omdat de Franse koning graag een inboorling wilde ontmoeten.Vooral in de 17de en 18de eeuw heerste bij bepaalde filosofen de opvatting, dat de mens in zijn natuurlijke staat goed was, er ontstond het beeld van “ de edele wilde”, vooral indianen leken hiervoor zeer geschikt en ze werden inderdaad soms ook aan Europese hoven geïntroduceerd en koningen “herkenden” dan in een of ander opperhoofd een natuurlijke soortgenoot. Eigenlijk is de edele wilde nooit uitgestorven en het verschijnsel duikt steeds weer op. Doarmer heeft wel eens mensen ontmoet, die zo over Friezen spraken, primitief, maar recht door zee enz. Nu is Doarmer helemaal niet snel op zijn teentjes getrapt, maar als hij dergelijke beschuldigingen hoort dan gaat hij meteen in de verdediging, want voordat je het weet word je op schaatsen en met een kievitsei in je broekzak als curiositeit ten paleize ontvangen.

Even wennen

Dat was wel even wennen. De leesclub “Het betere boek” ging voor het eerst samen met die andere leesclub twee boeken bespreken. Al vanaf het begin waren de verschillen duidelijk, terwijl bij "Het betere boek" eindeloos wordt nagedacht over zaken als “welke kleding dragen we en wat en waar eten we en hoe stemmen we dit op elkaar af?” staat bij die andere leesclub het boek centraal. Nu wilden we niet meteen op de eerste bijeenkomst daar een punt van maken, maar het zal in de toekomst beslist aan de orde komen. I. , die zich tegenwoordig D. laat noemen , weerde zich kranig in de nieuwe omgeving. Helemaal in het zwart gekleed, plaatste ze de ene spitsvondige opmerking na de andere en Doarmer dacht, het enige, wat nog ontbreekt is een nonchalant sigaretje in haar mondhoek. Ook de leden van die andere club vielen niet tegen, zeker niet als je weet, dat ze allemaal in het onderw. werken of er gewerkt hebben, alleen aan het eind, toen over het boek voor de volgende bijeenkomst werd gesproken en de prijs en een eventuele korting genoemd werden, kwam die schimmige onderw. wereld met zijn plastic koffiebekertjes, verkeerde truien en minisalarisjes toch weer even aan de oppervlakte. Over het geheel beschouwd echter viel het niet tegen. It koe minder zoals de Friezen zeggen, als ze iemand een groot compliment willen geven.