woensdag, november 29, 2006

Dûnsje ûnder it swurd Dansen onder het zwaard

Hoe zal men vrij kunnen leven en toch zonder wet?.....Nietzsche antwoordt, en zijn antwoord aanvaardt de risico’s : Damocles heeft nog nooit zo goed gedanst, als toen het zwaard boven zijn hoofd zweefde. Het onaanvaardbare aanvaarden, zich houden aan het onhoudbare. Vanaf het ogenblik waarop men erkent dat de wereld zonder doel is, vanaf dat ogenblik stelt Nietzsche voor in de onschuld van de wereld te geloven, te erkennen dat ze zich aan ieder oordeel onttrekt, omdat dit oordeel op geen enkel bedoeling kan berusten en bijgevolg alle waardeoordelen te vervangen door een enkel, de wereld in volheid beamend en bejubelend ja. Zo zal aan de volkomen wanhoop de oneindige vreugde ontspringen, aan de blinde slavernij de meedogenloze vrijheid.. Vrij zijn is juist, op niets gericht te zijn, de vrije geest bemint wat noodzakelijk is; de diepe gedachte van Nietzsche is juist dat de noodzakelijkheid aller verschijnselen, indien deze volkomen en ongebroken is, geen enkele dwang met zich mee brengt. De totale aanvaarding van een totale noodzaak, ziedaar de paradoxale definitie van de vrijheid. De vraag “vrij van wat?”is dan vervangen door de vraag “vrij voor wat?’. Vrijheid en heldenmoed vallen samen; de vrijheid is de ascese van de grote man, “de sterkst gespannen boog”.

Albert Camus over Nietzsche

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Het zwaard hangt aan een paardenhaar.

Anoniem zei

De vragen “vrij van wat? waarvan was ik bevrijd?" maakten mij deze week droevig: partir c'est mourir un peu'. Bang dat ik 'dood'zou gaan op de snelweg zittende in een citroen.
Vandaag kwam de echte bevrijding, komen er blijmoedige tranen lees ik Nietsche via Doarmer, en is de vraag “vrij van wat?” vervangen door de vraag “vrij voor wat?’.
Ik voel me vrij, licht, de zon.
Vrijheid en heldenmoed vallen samen; de vrijheid is de ascese van de grote ma(a)n en zon.

Anoniem zei

Lieve sinne, inderdaad zonder moed is vrijheid alleen maar beangstigend en dan blijft niets anders over dan maar mee te grazen, te overleven, in de kudde met zijn eentonigheid, zijn herders, en zijn "schijnveiligheid".