dinsdag, juni 29, 2010

Betsjutte Betekenen

Taal heeft altijd iets ongrijpbaars en gelukkig maar, denkt Doarmer, want dat verhindert , dat je vastgenageld wordt. Een probleem is bijvoorbeeld de betekenis van woorden uit oude teksten en dan niet woorden, die uitgestorven zijn, nee, woorden, die wat vorm betreft eigenlijk nog steeds bestaan, bijvoorbeeld “gerechtigheid”, “vrijheid” en dergelijke. De vraag is, wat bedoelde men daarmee in de Middeleeuwen? De geschiedfilosoof Reinhard Koselleck spreekt van de zogenaamde “Sattelzeit”, de tijd tussen 1750 en 1850. In deze periode hebben volgens hem bepaalde “politieke” begrippen de betekenis gekregen, die wij nog steeds begrijpen. Wij zijn genoodzaakt, de begrippen uit de tijd daarvoor in zekere zin te vertalen. Doarmer vraagt zich soms af, of we nu niet in een nieuwe “Sattelzeit” leven, waarin begrippen als “vrijheid” weer nieuwe betekenis krijgen.

donderdag, juni 24, 2010

Ferdivedaasje Vermaak

Doarmer las vandaag een interessant artikel over “twijfel” en “zekerheid”, zaken waar o.a. Descartes en Wittgenstein zich mee bezig hebben gehouden. Ik weet zeker, dat ik twijfel, zegt Descartes ongeveer en men kan alleen maar twijfelen tegen de achtergrond van zekerheid, zegt Wittgenstein ook ongeveer, waarbij zekerheid bij hem samenhangt met de context, waarin iets beweerd wordt. Bij het lezen van het artikel vroeg Doarmer zich af wat zijn zekerheid is, zijn vaste punt , van waaruit hij twijfelt of is zijn hele leven een soort “skossejeien”, springen van de ene wegglijdende schots naar de andere, een wintervermaak uit Doarmer’s jeugd. Ja, moeilijk, Doarmer moet er maar eens over nadenken. Het skossejeien lijkt het meest aantrekkelijk, het is het Nietzscheaans dansen op het gladde ijs, maar hoe past dat bij zijn zelfbeeld van hardwerkende , plichtsgetrouwe verkeersregelaar in het buitengebied?

woensdag, juni 23, 2010

Tille Wemelen

We hebben de langste dag weer gehad, maar Doarmer kon daarvan niets merken toen hij vandaag langs de rivier de R. rende. Het was gewoon warm en niets wees op de komende winter. Overigens de zwanen in de E. Aa zijn weer terug met jongen! Bovendien zag Doarmer overal reigers en ook nog een grote earrebarre (=ooievaar). Koartsein, it tilde fan fûgels.

maandag, juni 21, 2010

Boaskje Trouwen

Is het theedrinken gedaan, dan begeeft het geheele gezelschap zich naar buiten, in den stal en in de schuur, om vee, huis en tuin in oogenschouw te nemen. Hierdoor wordt aan de bedienden gelegenheid gegeven om het tooneel te veranderen voor het tweede bedrijf. Het gezelschap wandelt bij groepjes hier en daar, en wanneer men denkt, dat de zaken daar binnen in orde zullen zijn, zoekt de een na den ander zijne plaats weêr op. En nu komen ook de ongetrouwde gasten opdagen, jongelingen en meisjes, allen in uiterste pronk. Vroeger werd dit volkje wel bij paren genoodigd. Ieder jongeling had dan het hem toegedachte meisje van haar huis af te halen, en nam bij de komst ter bruiloft dadelijk naast haar aan tafel plaats. Voor zoover mij bekend, is dit thans weinig of niet meer in gebruik. ’t Was ook te veel in strijd met het vrijheidslievende karakter der Friezen, met een vrijster uit te gaan, die men niet zelf had gekozen.

Uit een beschrijving van een “Friesche boerenbruiloft” uit het jaar 1877. Zo’n feest eindigde volgens de beschrijving niet voor zeven uur ’s ochtends.

zondag, juni 20, 2010

Roaie Mikken

Het is niet verwonderlijk, zegt een schrijver uit de Oudheid, dat het toeval zoveel macht over ons heeft, want wij leven bij het toeval. Iemand die tevoren niet in grote trekken een vaste koers voor zijn leven heeft bepaald, kan in zijn afzonderlijke handelingen onmogelijk orde aanbrengen. Geen mens kan de stukken juist leggen als hij geen beeld van het geheel in zijn hoofd heeft. Waarom zou je je voorzien van verf als je niet weet wat je moet schilderen? Geen mens stelt een vast plan voor zijn leven op, wij denken er slechts beetje bij beetje over na. Een boogschutter moet eerst weten waarop hij mikt en vervolgens zijn hand, de boog, de pees en de pijl in de juiste stand brengen. Onze plannen gaan teloor omdat ze geen leidend idee en geen doel hebben. Geen enkele wind waait gunstig voor de schipper die geen haven van bestemming heeft.

Montaigne

zaterdag, juni 19, 2010

Wolle Willen

De wil tot macht is niet de wil om macht te bezitten, maar, zoals Nietzsche zegt, de ‘wil om te willen’, de wil die zichzelf wil, die zijn eigen kracht wil, en die daarom niet verzwakt wil worden door innerlijke verdeeldheid, schuldgevoelens of onopgeloste conflicten. Ze wordt dus alleen verwezenlijkt door de ‘grote stijl’, door levensmodellen die ons in staat stellen om een einde te maken aan angstgevoelens,schuldgevoelens en spijt, aan alle innerlijke verscheurdheid die ons uitput en ‘belast’, en ons aldus belet te leven met de lichtheid en de onschuld van een ‘danser’.

L.Ferry

vrijdag, juni 18, 2010

De kloft De menigte

Denk maar eens aan die man wie gevraagd werd waarom hij zich zo aftobde in een kunst waar maar zo weinigen kennis van konden nemen: ‘Enkelen zijn me genoeg’, antwoordde hij. ‘Eén enkele is al genoeg, en zelfs geen enkele is me genoeg.’ Hij had gelijk: jij en een metgezel, of jij en jezelf vormen voor elkaar een groot genoeg publiek. Laat de menigte één man voor je zijn, en één man een hele menigte…….. Wij moeten doen als de dieren, die voor hun holen hun sporen uitwissen. Je moet er niet langer naar streven dat de wereld over jou praat, maar leren met jezelf te praten. Keer tot jezelf in, maar bereid je eerst goed voor, zodat je daar waardig ontvangen wordt.

Montaigne

donderdag, juni 17, 2010

Mjitte Meten

Wylst bûten it nuveraardige ljocht fan in junyjûn dûnset oer de nuddelbeammen, dy’t jit dreame fan in ferlerne winter, tinkt Doarmer nei oer itjinge hjoed bard is. Hy waard nammentlik werris konfrontearre mei “it mjitten fan’e wrâld” yn siferkes en persintaazjes. It meast fernuvere hy him oer it soarchlike antlit, dat guon derby lutsen. Mar hawar oare wike hawwe wy de langste dei en skielk is de tarieding foar in nije rispinge.

Om veiligheidsredenen heeft Doarmer dit maar niet in het Nederlands geschreven. Wankelmoedige geesten zouden op verkeerde ideeën kunnen komen.

maandag, juni 14, 2010

Winke Wenken


Omdat ze zelf hun beste tijd hebben gehad , kijken de oude mannen toe hoe de jeugd aan het rennen is. Op de achtergrond wenkt reeds hun toekomst.

zondag, juni 13, 2010

Beheind Beperkt

Wij vieren de redelijkheid, maar als puntje bij paaltje komt, hechten wij daar weinig belang aan. Zoals elke ouder weet die geprobeerd heeft om een tiener tot rede te brengen, is de overredingskracht van logica verbazingwekkend beperkt. Dat geldt met name op het morele vlak. Stel je een buitenaards adviseur voor die ons gelast om mensen te doden zodra ze een griepje oplopen. Hij zegt tegen ons dat we veel minder mensen zouden doden dan er zouden sterven als we de epidemie op haar beloop zouden laten. Door de griep in de kiem te smoren, zouden we levens redden. Dat mag dan logisch klinken, maar ik betwijfel of velen van ons voor dit plan zouden kiezen. Dat komt omdat de menselijke moraal diepgeworteld is in de sociale emoties, met empathie als kern. Emoties zijn ons kompas.

F.de Waal

zaterdag, juni 12, 2010

Yllúzje Illusie

Doarmer heeft altijd een wantrouwen gehad ten opzichte van lieden, die voordurend vol energie in de “aanval” zijn en dat wantrouwen is niet geheel ten onrechte.

Over het algemeen wordt aangenomen dat mannen zo gesocialiseerd zijn dat ze hun emoties verbergen, maar het lijkt meer waarschijnlijk dat die houding het gevolg is van het omringd zijn door anderen die klaarstaan om elke kans aan te grijpen om hen ten val te brengen. Onze voorouders moeten het meteen hebben opgemerkt als een ander ook maar enigszins mank liep of even aan het eind van zijn Latijn was. Een mannetje van hoge rang kon zijn zwaktes maar beter verbergen, een neiging die misschien diep ingeprent is. Bij chimpansees is het niet ongebruikelijk dat een gewonde leider met verdubbelde energie op anderen afstormt, om zo de illusie te wekken dat hij perfect in vorm is.

F. de Waal

vrijdag, juni 11, 2010

Tinne skonken Dunne beentjes

Doarmer in zijn tijd als “blondje”. Hier rust hij even uit bij pake(=opa) met maffiose hoed en pijp,nadat zij samen de aardbeien geschoffeld hebben. Al vroeg werd duidelijk, dat Doarmer een harde werker was en dat is altijd zo gebleven.

woensdag, juni 09, 2010

Eartiids Vroeger

Zus J.

Âlje Bulderen

Út grize sleauwe loften dripket in lije maaitiidsrein
krinkjespuiend yn’e ferlitten Eksosche Aa.
It hege wiete gers streaket myn knibbels,
in foalle leit langút en foar dea yn’e greide
en oeral âlet de stiltme.

zondag, juni 06, 2010

Meitsje Maken




Het maken van een keuken. Vanwege privacy redenen is de bouwvakker onherkenbaar gemaakt.

zaterdag, juni 05, 2010

Stribje nei tinken Streven naar denken

Geheel onze waardigheid bestaat dus in het denken. Daaruit moeten wij ons verheffen en niet vanuit de ruimte en de duur, die kunnen wij niet vullen. Laten wij er dus naar streven om goed te denken: dat is het beginsel van de zedenleer. Niet aan de ruimte moet ik mijn waardigheid ontlenen, maar aan de ordening van mijn denken. Ik zal niet meer hebben als ik landen bezit: door de ruimte bevat het heelal mij en slokt het mij op als een stip, door het denken bevat ik het heelal.

Blaise Pascal

woensdag, juni 02, 2010

Inkeld en allinne Uitsluitend

De absurde mens wil nu juist alleen doen wat hij volkomen begrijpt. Men verzekert hem dat hij zich aan hoogmoed bezondigt, maar hij begrijpt niet wat zonde betekent; men beweert dat hem wellicht de hel wacht maar zijn verbeelding schiet tekort om zich die vreemde toestand voor te stellen. Hij zou het eeuwige leven verliezen, maar dat zegt hem niets. Men verlangt dat hij schuld bekent, maar hij voelt zich onschuldig. Eigenlijk is dat het enige wat hij voelt, zijn onverbeterlijke onschuld. Al zijn daden worden door zijn onschuld gerechtvaardigd. Zo eist hij van zichzelf uitsluitend te leven met de dingen die hij weet, zich te behelpen met de realiteit en zich in zijn denken op niets te beroepen dat niet zeker is. Dan krijgt hij te horen dat niets zeker is. Met die zekerheid heeft hij te maken: hij wil weten of het mogelijk is te leven zonder zich ergens op te beroepen.

Camus