vrijdag, maart 31, 2006

De tiid hâldt gjin skoft

Op de vraag waarom God de wereld niet eerder geschapen heeft, antwoordde de kerkvader Augustinus (354 – 430), omdat er geen “ eerder” bestond. God schiep gelijk met de wereld ook de tijd. God zelf is in die zin tijdloos, dat alle tijd voor hem “nu” is, er is geen vroeger of later. Hij gaat ook niet vooraf aan zijn eigen schepping, want dat zou betekenen , dat hij “in” de tijd is. Augustinus zegt ook, dat hij weet wat tijd is, als niemand het hem vraagt, maar hij kan het niet duidelijk maken aan een ander. Eigenlijk bestaat er ook geen verleden, heden en toekomst. De kerkvader, zegt, dat men zich het verleden en de toekomst slechts als heden kan voorstellen. Er is een heden van de voorbijgegane dingen, een heden van de tegenwoordige dingen en een heden van de toekomstige dingen. Tijd is voor hem iets subjectiefs, dat niet kan bestaan zonder geschapen wezens. Heel relativerend zegt hij tenslotte “ Ik beken U, o Heer, dat ik nog niet weet, wat tijd is”.

Bron: Bertrand Russell – Geschiedenis der westerse filosofie

Erinnerung

Und du wartest, erwartest das Eine,
das dein Leben unendlich vermehrt;
das Mächtige, Ungemeine,
das Erwachen der Steine,
Tiefen,dir zugekehrt.

Es dämmern im Bücherständer
die Bände in Gold und Braun;
und du denkst an durchfahrene Länder,
an Bilder, an die Gewänder
wiederverlorener Fraun.

Und da weiβt du auf einmal: das war es.
Du erhebst dich, und vor dir steht
eines vergangenen Jahres
Angst und Gestalt und Gebet.

Rainer Maria Rilke

donderdag, maart 30, 2006

De grenzen van de taal

Alle filosofie is taalkritiek.

De filosofie is een kruistocht tegen de begoocheling waarmee de taal ons denken in haar ban houdt.

Als je onder eeuwigheid niet oneindige tijdsduur, maar ontijdelijkheid verstaat, dan leeft hij eeuwig die in het heden leeft. Ons leven is even eindeloos als ons gezichtsveld grenzeloos is.

Wie van de ene dag op de andere belooft "morgen zal ik je een bezoek brengen"-zegt die elke dag hetzelfde,of iedere dag wat anders?"

Ludwig Wittgenstein

woensdag, maart 29, 2006

Ludwig Wittgenstein

"Was geht mich die Geschichte an. Meine Welt ist die erste und die einzige".

Wittgenstein

Citaat voor Fan Tast

De oude wijsgeren dachten(en met reden) veel meer na dan ze lazen. Daardoor hielden ze zo strikt vast aan het concrete. De drukpers heeft dat alles veranderd. Er wordt meer gelezen dan gedacht. Wij bezitten geen filosofieën maar alleen commentaren. Deze uitspraak is van Gilson, die van mening is, dat op de tijd van de filosofen, die zich bezighielden met filosofie, de tijd is gevolgd van de professoren in de filosofie die zich bezighouden met de filosofen. Uit deze houding spreekt zowel bescheidenheid als onmacht. En een denker, die zijn boek zou beginnen met deze woorden: “Laat ons beginnen bij het begin”zou zich blootstellen aan glimlachjes. Wij zijn zover heen dat een boek over wijsbegeerte, dat vandaag zou verschijnen zonder zich te beroepen op enigerlei autoriteit, aanhaling, commentaar enz. niet ernstig genomen zou worden. En toch……

Albert Camus

dinsdag, maart 28, 2006

NCVTZEH

Er is een nieuwe vereniging opgericht. De NCVTZEH : De Nederlandse Christelijke Vereniging tegen Zomertijd en Honden.

De contributie voor deze vereniging met dubbele doelstelling bedraagt vier Euro per maand en daarvoor krijgt u o.a. twee keer per jaar via deze weblog informatie over wandelpaden, waar u beslist geen honden zult aantreffen en tips hoe u stiekem honden kunt pesten zonder dat het baasje het merkt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het zwakke punt van de hond. De hond kan niet praten! Ook leert u hoe u de zomertijd eenvoudig kunt negeren. De zomertijd zit namelijk tussen de oren! In het comité van aanbeveling heeft ook de u wel bekende pastoor te H. plaatsgenomen.

maandag, maart 27, 2006

It ljipaai

Het eerste kievitsei van Friesland is gevonden. Joop Wijnja (60) uit Parrega raapte het ei vrijdag 24 maart rond vier uur 's middags in een weiland tussen Blauwhuis en Tjerkwerd.

De Ljouwerter Krante

Bezoek aan de siepelhof (deel 2)

Ik kijk nog steeds lichtelijk verbaasd door de spijlen van het sierhek naar de groene vlakte van kunstgras. Berend heeft mij intussen ook gezien en, met zijn armen zwaaiend, roept hij enthousiast, “Kom verder, het hek is open, je kunt de auto wel voor het huis neerzetten”en vervolgens rent hij op zijn gele klompen over het felle groen. Weer overvalt mij het gevoel van surrealisme, het is alsof ik op de bank lig bij de psychoanalyticus en dat deze mij nu de droom gaat uitleggen. Ik duw het hek open, stap in de auto en rij tot voor het immense bordes. Berend staat daar al, hij is een en al gastvrijheid en duidelijk apetrots. “Pamela is er niet, maar wat leuk, dat je er bent , ik zal je de siepelhof laten zien “.Hij pakt mijn jasje vast en samen lopen we via een marmerwitte trap over het bordes het huis binnen. Grote hal, beelden, nieuwe trappen, een serene rust, alleen onderbroken door het geluid van gele klompen. “Het heeft me een paar centen gekost, maar dan heb je ook wat en bovendien wat moet ik met al dat geld, die siepelrecepten zijn zo’n succes geworden , mijn bankrekening ontploft zowat. Pamela gaat elke week in Londen of Milaan winkelen, maar ook zij krijgt het niet op”. Het hele huis wordt mij getoond, vertrek na vertrek, overal een opgestapelde weelde. Na een half uur word ik een beetje duizelig, het is me gewoon teveel. Berend merkt het en zegt”zullen we in de bibliotheek een glaasje drinken, daar heb jij vast wel zin in “. Ik kan alleen maar berustend knikken. In de bibliotheek kijk ik mijn ogen uit. Langs de wanden allemaal boeken, mooi gebonden, wereldliteratuur, wat was er met Berend gebeurd? Berend ziet mijn verbazing en zegt lachend. “het zijn alleen de ruggen, er zitten geen boeken in, je dacht toch niet, dat ik dat zou willen lezen, nee hoor, een krantje kan nog, maar dit zou veel te ver gaan. Iemand heeft de titels uitgezocht.”Gerustgesteld ga ik in een leren zetel met grote oren zitten. In zoverre klopt de wereld dus nog. Mijn gastheer is weliswaar steenrijk geworden, maar leest nog steeds geen boeken. Berend trekt aan een koord en even later verschijnt een soort butler met een dienblad, maar daarover later meer.

zondag, maart 26, 2006

As nimmen sjocht

As nimmen sjocht,
tútet dan ek it moanneljocht
hoeden de swarte nachtblêden?
As nimmen sjocht
jout dan ek it gers in swietrook
fan ‘ e maaitiidsrein?
As nimmen sjocht
boartet dan ek de twirre
mei it leitsjend wetter fan de mar?
As nimmen sjocht…….

Vertaling:
Als niemand kijkt,
kust dan ook het maanlicht
behoedzaam de zwarte nachtbladeren?
Als niemand kijkt,
geurt dan ook het gras
door de voorjaarsregen?
Als niemand kijkt ,
speelt dan ook het briesje
met het lachende water van het meer?
Als niemand kijkt……..

De ziel

Waar moet ik toch mijn ziel bewaren dat
zij niet langs de jouwe strijkt? Hoe draag ik haar
over jou heen weer naar andere dingen?
Hoe graag niet liet ik haar in iets verzinken,
bracht ik haar onder ergens in de nacht,
verloren in een vreemde stilte waar
niets verdertrilt wanneer je dieptes klinken.
Maar alles wat ons aanraakt, jou en mij,
beroert ons samen als een strijkstok die
twee snaren tot een melodie gebiedt.
Op wat voor instrument zijn wij gestemd?
En welke hand heeft ons omklemd?
O teder lied.

Rainer Maria Rilke

dinsdag, maart 21, 2006

It boadskip

DE BLIJDE BOODSCHAP
Ik zat met kloppend hart voor de kleurentelevisie,
en dacht : " Zijne Heiligheid zal toch wel gewag maken
van het toenemend verval der zeden ? "
En ja hoor, nauwlijks was hij begonnen, of ik hoorde al :
decadentia, immorale, multi phyl ti corti rocci ;
influenza filmi i cinema bestiale
contra sacrissima matrimoniacale
criminale atheistarum rerum novarum,
( et cum spiritu tuo ), cortomo :
nix aan de handa.
Het was jammer, dat het zo kort duurde.
Maar toen het uit was, was er fijne muziek van het leger.
Ik vind dit leven al geweldig. En straks nog
het eeuwig leven in de Hemel. Je vraagt je wel eens af :
" Waar hebben wij het aan verdiend ? "
Gerard Reve

Toekomstvisie uit 1681

Gaan wij zo verder dan raakt onze grijze moedertaal uit het land, en glijdt hij samen met de oude vrijheid in een eeuwige ballingschap, en de Friezen zullen in hun eigen land vreemdelingen zijn De grijze taal en de loffelijke instellingen zijn verdwenen. Keerde een van de doden die voor enige honderden jaren de weg van alle vlees is gegaan, bij ons terug, hij zou ons niet voor Friezen houden, maar denken dat hij een andere landaard voor zich had, en wij zouden elkaars taal niet begrijpen. Voorwaar, het was ons alsof de adel en de huislieden(=boeren) hun eigen taal niet oefenden, en wij lange brieven met verklaringen of een tolk nodig hadden, als wij hen hadden willen verstaan. Dus zijn wij doorgaans moedwillig barbaren in ons eigen vaderland….. Was men toentertijd zo nauwkeurig en ijverig geweest, onze adellijke oude taal voort te planten, toen ze nog bloeide, dan had het nu de onderdanen onder de genadige bescherming der vaderen van ons vaderland niet zoveel moeite gekost om de taal die nu zo ernstig verbasterd is, naar vermogen weer op te bouwen…. God geve , iemand gelijk hem(=Gysbert Japicx) te verwekken, die met eer en roem en onvermoeide ijver volgens zijn diepste kennis onze eeuwenoude taal zoekt te verhelderen

Het pessimisme van de letterkundige Simon Abbes Gabbema in 1681
(Uit: De Friese geschiedenis)

maandag, maart 20, 2006

Quiz

Als een schizofreen met zelfmoord dreigt, spreken we dan van een gijzelingsactie?

Waarvoor zijn de witte halve maantjes op je nagels?

Waarom noemt men drijfzand, drijfzand als je er in wegzakt?

Wat is het synoniem voor synoniem ?

Wie heeft het melken van koeien ontdekt en wat dacht hij dat hij aan het doen was toen hij ermee begon?

Hoe heten die harde plastic stukjes aan het eind van je veters?

Wat voelt een vlinder in zijn buik als hij verliefd is?

Fergetten myldens

In maaitiidskjeld

De wifkjende maaitiidsfingers
aaikje winterkeale beammen
en streakje oer it wachtsjend gers,
in lang fergetten myldens.

zondag, maart 19, 2006

Dokkum 754

Toen dan de dag aangebroken was, en bij zonsopgang het heldere morgenrood de lucht bedekte, naderden vijanden, in plaats van de vrienden, moordenaars, in plaats van de pas gedoopten. Een ongure troep drong, met glinsterende speren en schilden gewapend, het tentenkamp binnen...... en toen stortte terstond de razende schare heidenen zich op hen met zwaarden en allerlei soort bewapening en bezoedelde de lichamen met het heilbrengende bloed der martelaren.

Beschrijving van de dood van Bonifatius
(Uit: De Friese geschiedenis)

Emoasje

Ach wie mir das durch alle Adern läuft, wenn mein Finger unversehens den ihrigen berührt, wenn unsere Füβe sich unter dem Tische begegnen. Ich ziehe zurück wie vom Feuer, und eine geheime Kraft zieht mich wieder vorwärts – mir wird’s so schwindelig von allen Sinnen.

“Ach ihr vernünftigen Leute”, rief ich lächelnd aus. „ Leidenschaft! Trunkenheit! Wahnsinn! Ihr steht so gelassen, so ohne Teilnehmung da, ihr sittlichen Menschen, scheltet den Trinker, verabscheut den Unsinnigen, geht vorbei wie der Priester und dankt Gott wie der Pharisäer, daβ er euch nicht gemacht hat wie einen von diesen. Ich bin mehr als einmal trunken gewesen, meine Leidenschaften waren nie weit vom Wahnsinn, und beides reut mich nicht „ ..... „ Mein Freund“, rief ich aus, „ der Mensch ist Mensch, und das biβchen Verstand, das einer haben mag, kommt wenig in Anschlag, wenn Leidenschaft wütet und die Grenzen der Menschheit einen drängen. Vielmehr - Ein andermal davon“ , sagte ich und griff nach meinem Hute. Oh mir war das Herz so voll – Und wir gingen auseinander, ohne einander verstanden zu haben. Wie denn auf dieser Welt keiner leicht den andern versteht.

Goethe – Die Leiden des jungen Werther (1774).

Dit spraakmakende werk van Goethe uit zijn Sturm und Drang periode bestaat uit brieven, die Werther aan zijn vriend Wilhelm schrijft. In deze brieven beschrijft Werther zijn “hopeloze” liefde voor Lotte. Vooral het einde werd als schokkend ervaren. Het boek was in die tijd een soort hype, men kleedde zich als Werther, sprak als Werther en sommigen handelden als Werther.

zaterdag, maart 18, 2006

Optimisme

Pangloss doceerde de metafysico-theologocosmo-goed-gelovigologie. Hij bewees op bewonderenswaardige wijze, dat er geen gevolg is zonder oorzaak, en dat op deze best mogelijke aller werelden het kasteel van monseigneur de baron het mooiste kasteel was, en mevrouw de barones de voortreffelijkste van alle mogelijke baronessen. Het is een feit, zei hij, dat de dingen niet anders kunnen zijn dan zij zijn, want daar alles is gemaakt met een bepaald doel, is alles noodzakelijkerwijs gemaakt voor het beste doel. Merk op dat de neuzen geschapen zijn om brillen te dragen; wij dragen dan ook een bril. De benen zijn klaarblijkelijk bestemd om geschoeid te worden; en wij hebben dan ook schoenen aan. De stenen zijn geschapen om gehouwen te worden en kastelen te bouwen; monseigneur heeft dan ook een zeer fraai kasteel……….. bijgevolg hebben zij , die beweren dat alles goed is in de wereld, een dwaasheid verkondigd: zij hadden moeten zeggen, dat alles opperbest is. Candide dus luisterde aandachtig, en geloofde met kinderlijke onschuld; want hij vond mejuffrouw Cunegonda uiterst schoon al was hij nooit vrijmoedig genoeg geweest om het haar te zeggen. Hij kwam tot de slotsom dat, na het geluk, als baron van Thunder-ten-Tonck te zijn geboren, de tweede graad van het geluk moest zijn, mejuffrouw Cunegonda te wezen; de derde haar elke dag te aanschouwen, de vierde: meester Pangloss aan te horen, de grootste geleerde van het gewest en bijgevolg van de ganse aarde.

Voltaire – Candide of het optimisme (1759)

Gelukkig Lokkich

O, dit geluk bij u te zijn!

O, dit geluk bij u te zijn
En al ’t andre te vergeten.
Alleen te leven van het weten:
En ik ben de uwe en gij zijt mijn!

En geen verdriet of wensen meer;
Een vreê, waaruit men niet kan dwalen;
Een rustig hoorloos ademhalen
In zuivre keer en tegenkeer.

En oog ziet diep in anders oog
Al werelds bonte wisselingen
Vergaan in wijde lichte kringen,
Zonder dat iets ter ziel bewoog.

O, dit verzekerde gewin
Kan nimmermeer ten einde spoeden.
Het breidt zich uit, gelijk de vloeden
Van licht nemen de wereld in.

O, dit geluk bij u te zijn
En al ’t andre te vergeten,
Alleen te leven van het weten:
En ik ben de uwe en gij zijt mijn!

Willem de Merode

vrijdag, maart 17, 2006

De tuin

De tuin
Duizenden en duizenden jaren
Zouden niet genoeg zijn
Om de kleine seconde van eeuwigheid
Te beschrijven
Waarin jij mij hebt gekust
Waarin ik jou heb gekust
Op een ochtend in het winterlicht
Van het Parc Montsouris in Parijs
In Parijs
Op de aarde
De aarde die een ster is

Vertaald uit het Frans (Jacques Prévert)

Zo goed mogelijk kan wel slecht zijn

Evenmin kan ik de mening van sommige modernen onderschrijven , die nogal gedurfd stellen dat wat God doet niet het uiterst volmaakte is en dat hij veel beter zou hebben kunnen handelen....... het algemene inzicht in deze grote waarheid, dat God altijd handelt op de meest volmaakte en meest wenselijke manier die mogelijk is, is naar mijn mening de basis voor de liefde die wij God boven alles verschuldigd zijn.

Leibniz (1646- 1716) – Metafysische Verhandeling

De filisoof Leibniz was van mening, dat de door God geschapen wereld de best mogelijke van alle werelden is. Ondanks alle ellende zou elke andere wereld slechter zijn geweest. De Fransman Voltaire maakte in zijn werk Candide ou l’optimisme een karikatuur van deze opvatting.

De marren

Moai sûnder wjergea binne de marren:
Sêft wiuwend rizich reid oeral yn 't rûn.
Sulveren weagen, driuwende tillen,
dûk'ljende fûgels, fearjend de grûn.
Dûk'ljende fûgels, fearjend de grûn.
Moai sûnder wjergea binne de marren:
Sêft wiuwend rizich reid oeral yn 't rûn.
Oeral yn 't rûn, yn 't rûn, oeral yn 't rûn.

Midsimmers pronkseal binne de marren:
Rûnom is pompegrien, markol dy dûkt.
Eintsjes yn 't wetter driuwe sa sêftkes,
reidhintsjes boartsje, wytstirns dy spûkt.
Reidhintsjes boartsje, wytstirns dy spûkt.
Midsimmers pronkseal binne de marren:
Rûnom is pompegrien, markol dy dûkt.
Markol dy dûkt, dy dûkt, markol dy dûkt.

Nocht oars sa nearne jouwe de marren:
Oerfloedich libbensswiet, sûnheit en tier.
Roeikje en sile, swimme en fiskje,
sterkje de spieren yn 't simmer hjealjier,
sterkje de spieren yn 't simmer hjealjier.
Nocht oars sa nearne jouwe de marren:
Oerfloedich libbensswiet, sûnheit en tier.
Sûnheit en tier, en tier, sûnheit en tier.

donderdag, maart 16, 2006

De nachtegaal It gealtsje

De Nachtegalen
Ik heb van 't leven vrijwel niets verwacht,
't Geluk is nu eenmaal niet te achterhalen.
Wat geeft het?-In de koude voorjaarsnacht
Zingen de onsterfelijke nachtegalen.

J.C. Bloem

Jitris Silesius

Zufall und Wesen
Mensch, werde wesentlich; denn wann die Welt vergeht,
So fällt der Zufall weg, das Wesen, das besteht.

Dein Kerker bist du selbst
Die Welt, die hält dich nicht, du selber bist die Welt,
Die dich in dir mit dir so stark gefangen hält.

Angelus Silesius

woensdag, maart 15, 2006

Rituelen

Elk jaar begin augustus vindt "de PC" in Frjentsjer (=Franeker) plaats; dé hoogtijdag van de kaatssport. Uit de entourage en rituelen welke tot de PC dag behoren valt op te maken dat de PC een evenement is dat is geworteld in een andere tijdgeest, met gebruiken van weleer. De PC-dag begint precies om 8:00 uur, wanneer de voorzitter van de Permanente Commissie(PC) begint met zijn redevoering in het Fries, die bijna 3 kwartier duurt. Rond 9:00 uur vindt de rijtoer plaats naar het toernooiveld (It Sjûkelân) en om 9:30 uur begint de wedstrijd.

8:00 uur Receptie
Feestelijke herdenkingsbijeenkomst, voor iedereen toegankelijk, in de Koornbeurs (geopend vanaf 6:30 uur) te Franeker. Hier begint de PC-dag en worden herinneringen opgeroepen aan helden en gebeurtenissen van weleer, maar komen ook actuele zaken aan de orde.
Ca 9:00 uur Rijtoer
Korte rijtoer door Stadscentrum De regerend PC-koning en zijn twee team- genoten, de scheidsrechter en de Permanente Commissie worden in open koetsen verplaatst naar het Sternse Slotland.
Ca 9:15 uur aankomst
De regerend PC-koning doet op het Sjûkelân afstand van de koningsbal als hij deze overhandigt aan de voorzitter van de Permanente Commissie, die de koningsbal vervolgens voor iedereen zichtbaar ophangt in de PC-koepel.
9:30 uur PC kaatswedstrijd
Na de ceremoniële openingshandelingen beginnen de eerste twee partijen. De finale valt meestal rond de klok van 17:00 uur, afhankelijk van het wedstrijdverloop.
Uitroepen van de nieuwe PC koning.
Direct na de finale vindt eerst de prijsuitreiking plaats en roept vervolgens de voorzitter van de Permanente Commissie de nieuwe PC-koning uit. Hierna is de PC-dag afgelopen.

Lofdicht
Elk jaar wordt door de PC-dichter een lofdicht gemaakt voor de PC koning, dat wordt afgedrukt op de wedstrijdlijst van het daaropvolgende jaar. Dit koningsdicht beschrijft veelal de aard en heldendaden van de PC koning en zijn spel tijdens de gewonnen wedstrijd.

Fierljeppe en keatse


It roaske

Die Rose ist ohne warum; Sie blühet, weil sie blühet…….

Angelus Silesius (1624-1677)

dinsdag, maart 14, 2006

Ik skriem om blommen

Ik ween om bloemen............

Ik ween om bloemen in den knop gebroken
En vóór den ochtend van haar bloei vergaan,
Ik ween om liefde, die niet is ontloken
En om mijn harte dat niet werd verstaan,

Gij kwaamt, en ‘k wist – gij zijt weer heengegaan….
Ik heb het nauw gezien, geen woord gesproken:
Ik zat weer roerloos nà die korten waan
In de eeuwge schaduw van mijn smart gedoken:

Zo als een vogel in den stillen nacht
Op ééns ontwaakt, omdat de hemel gloeit
En denkt, ’t is dag, en heft het kopje en fluit,

Maar eer’t zijn vaakrige oogjes gans ontsluit,
Is het weer donker, en slechts droevig vloeit
Door ’t sluimerend geblaarte een zwakke klacht.

Willem Kloos

Groningen Grins

Het lijkt alsof de winter geen afscheid wil nemen van dit landschap. Het is al half maart en een witbevroren eindeloze vlakte ligt daar onder een strakblauwe lucht, Noord-Groningen . Voorzichtig manoeuvrerend rijd ik over een smal kronkelig asfaltweggetje op zoek naar het nieuwe buitenverblijf van Berend en Pamela . Afgezien van een paar ogenschijnlijk verlaten boerderijen is er niets, geen boom, geen struik, geen mens. Het is alsof deze reis mij naar het einde der wereld heeft gebracht en i.p.v. Berend en Pamela hier aan te treffen, zou ik niet verbaasd zijn als ik plotseling voor een diepe afgrond zou staan. Leit d’er efter dit lân jit lân? (=Ligt er achter dit land nog land?) Onsamenhangende gedachten vliegen door mijn hoofd als vermoeide zeevogels, die geen land meer zien. Ik moet terugdenken aan mijn jeugd , mijn schooltijd, mijn eerste liefde, al die idealen, waarmee ik mijn leven begon en dan het parelvissen, de ongekende betovering van het openbreken van de oester en het zien van de verborgen schoonheid, de parel. En dan de rust, het verkeer, het buitengebied . Ineens hoor ik een schreeuw en rechts van mij op een groot sierhek zit een zeemeeuw en daarnaast levensgroot staat een Donald Duck figuur, het is een brievenbus, de post moet in de bek van de eend gestopt worden. Daarboven een groot oranje bord met het opschrift Berend en Pamela Siepelhof . Ik ben in een surrealistische wereld terechtgekomen .Het sierhek, de zeemeeuw en het Donald Duck figuur hebben een betekenis, alleen ik weet niet welke. Aarzelend stap ik uit de auto en loop naar het hek. Het hek is groot, stevig, het is duidelijk, hier zijn kosten noch moeite gespaard, hier wordt een territorium afgepaald. Dat rijkdom in principe eenvoudige en hartelijke mensen als Berend en Pamela zo snel kan veranderen. Ik kijk door de spijlen van het hek en weer komen allerlei associaties bij mij op. Achter het hek kunstgras, eindeloos kunstgras en dan met een overdadig bordes, het huis, gebouwd in de stijl van een plantage in de Zuidelijke Staten. Het kunstgras is leeg op één eenzame figuur na, gekleed als een Engelse landedelman uit de jaren twintig, maar wel op gele klompen, Berend……… maar daarover later meer.

Doarmer

Voorjaar Maaitiid

Als ons ontsteet die merte
Verquicken alle dinghe
Ende alle crude ontspringhen
Ende werden sciere groene.
Also doet die begherte,
Ende die minne sonderlinghe;
Want si wilt al verdinghen,
Ende werden in minnen soe coene,
Dar si hare al in minnen gheve
Ende minne met minnen leve:
Datr hare dies iet ontbleve
Des hadsi grote smerte

Hadewych – Strofische gedichten

nieuwer Nederlands:
Als maart ons naakt
herleven alle dingen
en alle gewassen kiemen
en worden spoedig groen.
Zo doet ook de begeerte
en, vooral, de liefde,
want zij wil alles veroveren
en minnend zo strijdvaardig worden
dat ze zich onvoorwaardelijk geeft in liefde
en liefhebbend liefde wordt:
mocht haar daarvan ook maar iets ontbreken
het zou haar grotelijks rouwen

maandag, maart 13, 2006

Een ogenblik In amerij

Maar laat mij dit ene ogenblik mogen uitknippen uit het patroon, dat de tijd weeft. Sommige mensen leggen een bloem tussen de bladen van een boek en sluiten daarmee een wandeling weg, waarop de liefde hen heeft beroerd. Het leven is maar kort en het is zonde, zijn tijd te verbeuzelen…….. Vandaag sta ik een ogenblik stil en het hart maakt zich op om zichzelve te ontmoeten. Er is misschien nog één ding , waar ik bang voor ben en dat me beklemt en dat is, dat ik dit ongrijpbare ogenblik tussen mijn vingers zal voelen wegglijden als een druppel kwik.

Albert Camus: Keer en Tegenkeer

Laura

Vol schaamte dat ik niet genoeg liet horen
over uw schoonheid, vrouwe, denk ik weer
hoe zij mij zozeer trof, die eerste keer,
dat mij geen ander ooit nog zal bekoren.

Maar u te loven is mij niet beschoren:
te ontoereikend blijkt mijn ganzenveer.
mijn hersens lijken, als ik het probeer,
verlamd te zijn en in ontzag bevroren.

Vaak ving ik aan te zingen, maar moest zwijgen
omdat mijn krachten mij begaven, want
welk stemgeluid kan tot uw hoogte stijgen?

Vaak wilde ik een loflied op u maken,
maar schroom heeft steeds mijn pen, mijn hoofd, mijn hand
gedwongen om die pogingen te staken.

Petrarca - Sonnetten voor Laura

Een mening uit 1823

Niet anders is het geval met Friesland. Ook daar heeft men juist die ondeugden overgenomen welke onze lichtzinnige naburen kenschetsen; maar hun bevallige scherts, welleevende gedienstigheid, bevalligheid van voordracht, vlugge handelwijze, savoir vivre, dit alles heeft men veracht en niet overeenkomstig beschouwd met den ronden landaard. De stugge Fries heeft het niet beneden zich acht op het voorbeeld der Franschen, ook na zijn huwelijk maitressen te houden; doch hij vond het beneden zich in zijne losbandigheid den schijn voor 't minst te sparen en zich als fatsoenlijk man te blijven gedragen. - Neen, liederlijke genieting, lage wellust, toomelooze losbandigheid, crapuleuse zedeloosheid zijn het die hij najaagt: dronkenschap, beestachtigheid en woestheid zitten aan zijne feesten voor. Waar toch zag men ooit dat op eene danspartij, in eene residentie stad door een' gouverneur ter eere des konings gegeven, en met de tegenwoordigheid van Z. M. vereerd, de Heeren op een twaalftal na hunne dames midden onder het dansen verlieten en in een ander vertrek met rooken en zuipen den nacht doorbrachten tot dat schier allen als dronken zwijnen moesten naar huis gedragen worden? - En dit is te Leeuwaarden geschied. Ook daar werd op een feest een Hollander alleen omdat hij Hollander was en een post in Friesland gekregen had geslagen en mishandeld, terwijl men naderhand in de Leeuwaarder courant als eene belagchelijke bekentenis plaatsen dorst dat het feest recht nationaal was afgeloopen. - Beroemde zich een tachtigjarige grijzaard niet dat hij van zijn dertigste jaar af meer wijn gedronken had dan de groote markt te Leeuwaarden in okshoofden bevatten kon? En levert diezelfde stad niet een voorbeeld des diepste zedeloosheid op? Die zelfde Friesche vrouwen, die zoo koel schijnen, zulk een' zedig, zelfs eenigzins onnoozel voorkomen hebben, loopen zij niet met hoopen de straten af, om zich prijs te geven aan elk die wellust zoekt? En er is eene provintie in ons rijk waar die kunne meer aan zingenot en geneugtens verslaafd is? Op eene bevolking van 19000 zielen telt men te Leeuwaarden dertig a veertig slechte huizen om van het overige te zwijgen.Gehechtheid aan zijne provintie is lofwaardig, maar bij den Fries ontaart zij in stijfhoofdigen lof van al wat Friesch, in onkundige verachting van al wat uitheemsch is. Friesche boter wordt boven Leijdsche, Friesche kaas boven Noordhollandsche, Friesche baai of urnetabak boven Varinas, Friesche chocolaad boven Zeeuwsche gesteld, en al vinden de Friezen zich overreed, zij willen nimmer overtuigd zijn maar dragen er roem op stiefkoppen te wezen. - Bij de minachting voor het uitheemsche komt de oude vete tegen de Hollanders, die uit de Grafelijke tijden herkomstig is, en de felle jaloezij tegen de Groningers. Van de eerste getuigen al de onaangenaamheden die een Hollander in Friesland ondervinden moet, vooral wanneer hij aldaar in eenige betrekking geplaatst is: van de laatste de omkoopingen, slinksche streken enz bij alle harddraverijen waar Groningers en Friezen wedieveren, wel is waar van beide kanten gebezigd.Over de godsdienstigheid der Friezen durf ik geen oordeel vellen. De geest van liberalisme en Jacobinisme aldaar zoo sterk doorgedrongen heeft echter naar mijn oordeel ook ten dezen opzichte den nadeeligsten invloed gehad.Liever wil ik als eene diversie de volgende beschrijving geven van de wijze hoe een Fries zijn dag besteed en hoe er dertig dokters in Leeuwaarden alleen hun brood ruim verdienen:'s Morgens staat voor het ontbijt het glas jenever ter verfrissching gereed. Na tien of twaalf kopjens thee of koffi ingezwolgen te hebben, neemt men de bitterflesch te baat en spreekt die veelvuldig aan onder het rooken van stinkenden baai. Te elf ure drinkt men koffi en de kan gaat niet van tafel voor dat elk een kop of tien suikerij of bruin water, nescio quid heeft gebruikt. Om den berookten en verschroeiden mond te laven neemt men weder toevlucht tot de liqueurkelder; de madera verschijnt vervolgens en voor den eten begeeft men zich in het koffihuis. Elk heeft aan de etenstafel zijne flesch naast zich, die voor dat het nagerecht daar is, geleegd wordt, behalve de zware en fijne wijnen die tusschen beiden rondgaan Op het dessert staan de vrouwen op: men drinkt al voort, en er wordt van tijd tot tijd koffi gediend. te zes ure staat men op, drinkt thee gedurende twee uren of langer naarmate de gasten het minimum van twaalf kopjens verder overschrijden. Te acht ure wordt de flesch weder opgezet en maakt spoedig plaats voor eene andere. Te tien ure is het soupé gereed: men heeft zich inmiddels met koek en kaas, krakelingen, beschuit, bitterkoekjens, kolombijntjens enz enz voorbereid. Men spijst goed en vergeet niet de spijs te bevochtigen. Te half twaalf verschijnt het theeblad weder en om al het genotene goed uittezweeten, drinkt men op nieuw eenige kommen van dat verfrisschend maar verslappend vocht.
Jacob van Lennep in 1823 over het karakter van de Friezen. Van Lennep maakte samen met zijn vriend Dirk van Hogendorp een voettocht door Nederland.

zondag, maart 12, 2006

Over de taalgrens

Op zijn Middeleeuwse veldtocht naar het noorden strandde de bisschop van Utrecht aan de oevers van de rivier de Tsjonger in het Zuid-Oosten van Friesland. In het gebied dat als deel van Drenthe tot het midden van de veertiende eeuw onder zijn bestuur bleef, ontwikkelde zich vanaf dat moment een dialect dat verwantschap vertoonde met de Saksische talen in Oost-Nederland. Dit Stellingwerfs(door de Friezen Oertsjongersk genoemd) wordt nu nog door zo'n zestig procent van de bevolking van de Stellingwerven gesproken.

De ein fan Obe

Ein
Noch in boek mei wat sangen; wat witnisspul
Ut âlde brief beskreaun?
Mear kin ik net wachtsje; de oere giet,
De dream is hast ferdreaun.

Fier oer de bergen it ljocht dat ea
Ut fergûne sinne blonk;
Troch de beammen in rûzjen fan ivichheid,
Dêr’t al wat wie fersonk.

Ferstoarne geslachten’ wêzens skyn
Stiet bûten tiid en stee.
De weagjende siele naam har op;
Sa jou dy oer oan de see.

Obe Postma (1868-1963)

zaterdag, maart 11, 2006

Verlangen Langstme

Een andere vertaling In oare oersetting

Era il giorno ch’al sol si scolloraro
per la pietà del suo Factore i rai,
quando i’ fui preso, et non me ne guardai,
ché i be’ vostr’occhi, donna, mi legaro.

Tempo non mi parea da far riparo
contra colpi d’Amor ; perô m’andai
secur, senza sospetto; onde i miei guai
nel commune dolor s’incominciaro.

Trovommi Amor del tutto disarmato
et aperta la via per gli occhi al core,
che di lagrime son fatti uscio et varco.

Perô, al mio parer, non li fu honore
ferir me de saetta in quello stato,
a voi armata non mostrar pur l’arco.

Petrarca

(Vertaling)
Het was de dag, waarop, uit mededogen
met wie haar schiep, de zon verstek liet gaan,
toen ik vergat mijn blikken neer te slaan,
en in de ban kwam, vrouwe, van uw ogen.

Ik was te argeloos op weg getogen,
niet denkend dat ik Amor moest weerstaan.
zo ving mijn lijden op de Vrijdag aan
waarop zich rouwend aller hoofden bogen.

De god der Liefde trof mijn zwakste plekken,
mijn ogen, uitweg voor mijn tranen nu,
en vond de toegang tot mijn hart wijd open.

Hij heeft, wat ik hem niet ten eer vind strekken,
een weerloos man geraakt, terwijl hij u,
die zich bewapend had, schotvrij liet lopen.

vrijdag, maart 10, 2006

De favoriete dichter

Het tuinprieel

Cythère

Un pavillon à claires-voies
Abrite doucement nos joies
Qu’ éventent des rosiers amis;

L’odeur des roses, faible, grâce
Au vent léger d’été qui passe,
Se mêle aux parfums qu’elle a mis;

Comme ses yeux l’avaient promis,
Son courage est grand en sa lèvre
Communique une exquise fièvre;

Et l’Amour comblant tout, hormis
La Faim, sorbets et confitures
Nous préservent des courbatures.

Paul Verlaine

Gewaagde citaten

Aardigheidje voor doarmer en anonymous: koop de nieuwe vpro-gids en doe de literaire boekenquiz. Eén en al citaten!

Gezien het zencitaat begint doarmer dichterbij de waarheid te komen. nu nog dat laatste stapje: vermijd citaten, kijk naar je innerlijk!

Helaas niet op rijm en met andere klanken:je lijkt sinterklaas wel. een en al originaliteit...

F.Tast

donderdag, maart 09, 2006

De ware liefde is de ongelukkige liefde

De dag waarop de zon uit mededogen
met Hem die haar geschapen had ontkleurde.
werd ik, o liefste, ofschoon ik niets bespeurde,
gevangen door de schoonheid van jouw ogen.

Omdat jouw blikken in mijn richting vlogen
juist op een dag dat heel de wereld treurde
en rouwde om wat eens Gods zoon gebeurde,
werd ik verrast en weerloos meegezogen.

En hete tranen moet ik nu vergieten
door 't schrijnen van de wonden die de schichten
diep in mijn broze binnenste achterlieten.

En ach, hoe kon zich Liefde ertoe verplichten
op mij arglistig pijlen af te schieten
zonder op jou zelfs maar de boog te richten?

Petrarca

Palingvissen Ielfiskje

Teake de Fisker

Wannear't de nacht
as 'n feale tekken oer de mar leit
dobbert it boatsje, mei 'n hast ûnsichtbere Teake, tsjin'e reidkraach.
It reid,
wat syn ferbeane drift nei it poeren ferbergje moast
de eagen dy't sjitte oer egale greiden
earen dy't ûnderskie meitsje tusken fûgels en ûnrie
Moarns ier,
lûkt hy de tsjokke tekken oer syn ferklomme lichem
wylst de iel, skjinmakke, yn it sâlte wetter leit.

J. Bouwhuis

It lûd fan in iel

Een nieuwe koan: Wat is het geluid van een paling?

woensdag, maart 08, 2006

Temûk

Har lichem hie de gloaiïng fan in dún
har boarsten wekken op as iere blommen,
doe’t myn fingers har temûk beklommen
en wy de slachten fûnen: un et une.

E. Dam

Vandaag Hjoed

Speciaal n.a.v. de internationale vrouwendag wordt het volgende boek aanbevolen:
Carolien Roodvoets: Het monsterverbond.

In dit boek worden de verschillende soorten "foute mannen" behandeld:
De man met bindingsangst
De jaloerse en bezitterige man
De afstandelijke en dwangmatige man
De gewelddadige man
De verslaafde man
De seksueel perverse en dwingende man
De narcistische en psychopatische man
De op de bank zappende man
De met knijpers in zijn broekspijpen fietsende man
De half jaar van te voren de vakantie regelende man
De een verkeerde trui dragende man
De om elf uur 's avonds de hond uitlatende man
De na drie biertjes ineens vrolijke man

En ten slotte , men zou kunnen zeggen de verzameling van alles wat fout is:
De in het onderw....... werkende man

Filippo Lippi


En de ingel sei tsjin har: Eangje net, Maria, hwant do hast genede foun by God.En sjoch, do silste swier wurde en in soan hawwe en do silste syn namme neame Jezus.

dinsdag, maart 07, 2006

Fra Angelico

En de ingel sei tsjin har: Eangje net, Maria, hwant do hast genede foun by God.En sjoch, do silste swier wurde en in soan hawwe en do silste syn namme neame Jezus.

Zazen

Enkele uitspraken van zenmeesters:

Ga niet op verre reizen en laat je meditatieplek niet in de steek; als je de waarheid niet kunt vinden waar je nú bent, zul je haar nooit vinden.

30 Jaar lang heb ik water verkocht langs de oever van de rivier.

Koan voor de webloglezers:

Hoe kunnen we één worden met dat wat noch zijn, noch niet-zijn is?

Ontmoeting in het buitengebied

Gisteren fietste ik door het buitengebied en daar kwam ik Doarmer tegen, die bezig was het verkeer te regelen. Ik riep “ He Doarmer, wat heb ik nu gelezen, ben jij parelvisser geweest?”. En Doarmer riep terug” Pastoor , ik ben net toe aan mijn koffiepauze, waarom drink je niet een kopje mee?”. En zo gebeurde het, dat wij genoeglijk samen aan de koffie zaten daar in het buitengebied van W. Nu is de functie van verkeersregelaar in het buitengebied machtig interessant en uitdagend, maar een bestaan als parelvisser heeft iets mysterieus en het is ook een beroep dat in zekere zin bij Doarmer past. “ Waarom ben jij eigenlijk daarmee opgehouden?” vroeg ik hem en Doarmer begon te vertellen en het was een heel droevig verhaal over een ongelukkige liefde en dat de baan als verkeersregelaar hoe uitdagend dan ook toch meer een vlucht was. Nadat hij mij zijn verhaal verteld had, haalde hij een klein doosje uit zijn broekzak en liet mij de inhoud zien, het waren prachtige parels. “ Die had ik speciaal voor haar opgedoken, wekenlang ging ik met gevaar voor eigen leven diep en soms zelfs te diep, ik kwam op plaatsen, waar nog nooit een parelvisser had gedoken, alleen maar voor haar. Helaas heb ik de parels nooit kunnen geven”. “ Ze hield niet van je?", zei ik. “ Weet ik niet ”, zei Doarmer, “ ze had gewoon geen tijd, dat heb je met die moderne vrouwen, altijd druk bezig met de carrière.” Als pastoor heb ik daar natuurlijk geen ervaring mee, maar ik loop niet zo snel weg, als ik problemen bij mijn medemens constateer en ik had het gevoel, dat ik nu eindelijk begreep waarom Doarmer voor zijn huidige beroep had gekozen, want het is wel eenzaam daar in het buitengebied. Goed, je hebt natuurlijk het verkeer, maar dat is er niet altijd, soms gaan er dagen voorbij, zonder dat je eigenlijk van verkeer kunt spreken. Ik begon Doarmer met andere ogen te bekijken, ik zag nu waarom hij zo gedreven met zijn werk bezig was. Doarmer’s leven was één grote verdringing en ik pastoor te H. had het niet gezien! “ Ik weet nog wel een goede katholieke vrouw voor je”, zei ik “ het is een weduwe en ze woont in de Achterhoek” “ Ja”, zei Doarmer” dat weet ik, maar die is recentelijk nog omgebouwd en voor mij is dat niks, te androgyn en bovendien, neem het me niet kwalijk pastoor, maar in elke katholieke vrouw zit een non verborgen ”. Tja ,wat moet je dan zeggen, dat Doarmer niet geschikt is voor een celibatair leven, dat is duidelijk. Gelukkig reed er op dat moment net een auto voorbij en wie zaten daar in die auto, jawel, Berend en Pamela Z. uit Groningen. Achter de auto hing een aanhangwagentje vol met siepels. Dat was Berend ten voeten uit. “ Berend en zijn charmante Pamela “riep ik “ “Wat heb ik lang niets van jullie gehoord, hoe is het?” Wel het bleek ontzettend goed te gaan, de siepelrecepten van Pamela zijn nog steeds een hype en het geld stroomt binnen. Je kon het ook aan hun kleren zien, Pamela zag er betoverd uit in haar tijgerrokje en bontjasje en ook Berend had een spiksplinternieuw kostuum aan en het paste ook wel bij zijn gele klompen, het was wel apart. Ik zag Doarmer , net als ik, met een schuin oog naar Pamela kijken. Een goed teken, dacht ik, hij heeft in elk geval weer belangstelling voor andere vrouwen. Enthousiast nodigde Pamela ons uit om een bezoek te brengen aan hun nieuw buitenverblijf in het noorden van Groningen en daarover later meer.

Pastoor te H.

maandag, maart 06, 2006

Lyrisch Intermezzo

En astû my leaf hast , famke,
Draech ik dy blommen dy oan,
En jouns foar dyn finster sil klinke
De geal syn kleare toan

De roaze, de lylje, it douke, de sinne
Dy leave ik sa djip en sa ynlik-foarhinne.
Nou leavje ik allinne as myn langstme en myn seine
Dy reine, yn skientme folteine, dy keine-
Hja selme, wel fan alle minne,
Is roaze en lylje en douke en sinne.

As ik dyn eagen skôgje mei
Wurdt al myn leed en wjermoed wei
Mar as myn mûle dines foun
Dan bin’k al hielendal wer soun.

As ‘k oan dyn boarst myn holle liz,
Dan fiel ik dat dit de himel is;
Mar astû seist; “Ik leavje dy!”
Dan skriem ik bitter en ik swij.

Fedde Schurer: Lyrysk Intermezzo

Vertaling (helaas niet op rijm en met andere klanken) :
En als jij mij liefhebt, meisje,
Breng ik die bloemen voor je mee
En ’s avonds voor je venster zal klinken
Van de nachtegaal de heldere toon.

De roos, de lelie, het duifje, de zon,
Ik hield daarvan zo diep en innig- voorheen
Nu bemin ik alleen als mijn verlangen en zegen
Die reine, in schoonheid voltooide, die kuise-
Zijzelf, bron van alle liefde,
Is roos en lelie en duifje en zon.

Als ik je ogen mag aanschouwen
Verdwijnt al mijn leed en tegenzin
Maar als mijn mond de jouwe heeft gevonden
Dan ben ik weer helemaal gezond

Als ik aan jouw borst mijn hoofd leg
Dan voel ik dat dit de hemel is.
Maar als jij zegt: “ Ik hou van jou!”
Dan huil ik bitter en ik zwijg.

Van de oester en de parel

Oorspronkelijk werden parels gevist in vele wateren. In de Perzische Golf, de Stille Oceaan , de Golf van Mexico en het Hulsbeek bijvoorbeeld. Het is gevaarlijk werk. De duiker moet lang onder water blijven om zijn werk te doen want oesters zitten erg vast en zijn moeilijk te openen. Het is echter wel de moeite waard, want de parels die op deze manier gevonden worden zijn een bijzonderheid: het zijn "natuurlijke" parels. Natuurlijke parels zijn zeldzaam en dus kostbaar .

Doarmer: Uit mijn tijd als parelvisser

zondag, maart 05, 2006

Het konijntje

Ik ben Wobbele, het knuffelkonijn. Ik vind het heel fijn, als ik vertroeteld word, maar ik vind het niet prettig, als men mij aan mijn oren optilt. Meestal, als men mij ziet, roept men "ooooooohhhh" en dan probeer ik nog vertederender te kijken en dat is best wel moeilijk. Er zijn dagen, dan zou ik wel eens iemand willen bijten, maar ja dat kun je als knuffelkonijn niet maken. Ik weet, dat ik alleen maar op deze weblog sta als compensatie, omdat Doarmer een verslag van een veldslag had geplaatst en een pacifist vond dat heel erg. Ik dacht altijd, dat een pacifist iemand was, die de Stille Oceaan was overgestoken, maar het schijnt iemand te zijn, die zijn hele leven vecht.... tegen de oorlog. Voor mij maakt het weinig uit, als ik maar niet aan mijn oren wordt opgetild. Doarmer heeft zijn lesje wel geleerd, hij was van plan om een hele serie veldslagen op deze weblog te bespreken, de slag bij Laaxum , de slag bij Kuinre enz., maar daar ziet hij van af, hij zei " Voordat je het weet, ben je in een strijd met die pacifisten gewikkeld en dat is het mij niet waard, dan zet ik er wel een serie artikelen over de Stille Oceaan op".
jullie knuffelkonijn Wobbele

De rots

“Ik ben van mening dat alles goed is”, zegt Oedipus en die uitspraak is heilig. Zij weerklinkt in de grimmige en begrensde wereld van de mens. Zij leert dat alles niet wordt uitgeput, niet is uitgeput. Met deze woorden wordt een godheid uit deze wereld verjaagd, die daarin was binnengedrongen tegelijk met ontevredenheid en de voorliefde voor nutteloos lijden. Zij maken van het lot een menselijke aangelegenheid, die onder mensen geregeld moet worden.Uit deze wetenschap put Sisyphus al zijn stille vreugde. Zijn lot behoort hem toe. Zijn rots is zijn zaak. Zo legt ook de absurde mens wanneer hij over zijn kwelling nadenkt, alle idolen het zwijgen op.

Uit: Camus – De mythe van Sisyphus (1)
(1) Sisyphus was door de goden veroordeeld een zwaar rotsblok op de top van een steile berg te krijgen, op de top rolde die rots echter telkens weer naar beneden, zodat hij opnieuw moest beginnen.

zaterdag, maart 04, 2006

Verlangen Langstme

Lêste liet fan langst

De dichter skriuwt syn lêste liet fan langst
op ryspapier dat him ta sylskip teare lit,
it glidet út syn hân oer poel en marren.

Sjoch hoe’t de wyn it opkrijt en it fleane lit,
licht sweltsjetippend giet it nei de ein.

It wetter wisket alle wurden út oant, suver
as in bernesiel, in lytse wite flagge stykjen
bliuwt yn it reid.

Baukje Wytsma

vertaling:Laatste lied van verlangen

De dichter schrijft zijn laatste lied van verlangen
op rijstpapier dat zich tot zeilschip laat vouwen
het glijdt uit zijn hand over plas en meren

Zie hoe de wind het optilt en het laat vliegen
licht over het water scherend gaat het naar het eind

Het water wist alle woorden weg totdat, zuiver
als een kinderziel een kleine witte vlag vast blijft
zitten in het riet

sweltsjetippe= bij het polsspringen met een voet vluchtig het water raken

Een meningsverschil in de Middeleeuwen

Nu wacht Friesland een grootscheepse amfibische actie. Een D-day avant la lettre. Bijna vijfhonderd schepen naderen de kust. Voor hun invasie hebben ze Staveren uitgekozen. Het is een welvarende handelsstad, waar de graaf al langer met afgunst naar kijkt. Zijn leger beschikt over meer dan 2500 geharnaste en zwaar bewapende ridders en schildknapen. De militairen zijn gerekruteerd in Holland, Henegouwen, Zeeland, Gelderland, Brabant, Vlaanderen en Duitsland. Verder varen zo'n tweeduizend strijders in maliënkolders en tienduizend man gewoon voetvolk mee. Ook de Friezen zijn klaar voor de strijd. Al op 15 juli hebben ze een gezamenlijke landdag gehouden in Leeuwarden. Voor de eerste keer zijn de adel en geestelijkheid in het door twisten verdeelde gebied het eens. Ze besluiten tot een algehele mobilisatie. Hun leger is enkele tienduizenden mannen sterk. Friezen staan internationaal bekend als 'gens bellicosa'; oorlogszuchtig volk. Geen kruistocht of ze doen er massaal aan mee. Specialisme van deze woeste krijgers is de stormaanval. Daar leent ook hun bewapening zich bij uitstek voor. Behalve een zwaard en een klein rond bruin schild, dragen ze een lange en zware speer. Opvallend aan de Friezen is verder hun kleding en haardracht. Ze hebben schobbejakken aan - lange leren jassen met een schubbenpantser. Hun hoofdhaar is rondom afgeschoren, zodat ze slechts een hanenkam overhouden. Hoe hoger de strijder in aanzien staat, hoe minder haar. Door de buitenwacht wordt die gewoonte vooral gezien als een uiting van hun anarchistische inslag. "Se sin aver hobescaren ta bilede erer vriheit. " Een Henegouwse oorlogscorrespondent zal na de slag bovendien een onhebbelijkheid van de vijand beschrijven Friezen vechten "sans pitié ne nulle merci" zonder mededogen of genade. Friese soldaten maken, heel onsportief, alles af wat hun voor de voeten komt. Met de wind in de rug en op een gunstig tij gaat het Hollandse leger aan wal. Het is al middag en de graaf wenst de klus voor donker te klaren. Is het roekeloosheid? Is het onderschatting van de vijand? Of is het hoogmoed, een heilig geloof in de eigen superioriteit? Ridder Henri d'Antoing raadt hem nog met klem aan te wachten op de hoofdmacht van zijn leger, maar Willem springt meteen van boord. Hij waadt tot de knieën door het water en gebiedt zijn mannen hem te volgen in naam van God en Sint Joris. De graaf begaat verschillende strategische blunders. Zelf zet hij met zo'n vijfhonderd ridders en soldaten voet aan wal ten noorden van de abdij. Het merendeel van de Hollandse troepen, die worden aangevoerd door Willems oom Jan van Beaumont, landt kilometers verderop aan de andere kant van de stad. Vreemd genoeg heeft Willem zijn veldartillerie, boogschutters en kruisboogschutters, niet bij zich. Dat is extra riskant, omdat het zwaarste ridderwapen, de cavalerie, in Holland is achtergebleven. Desondanks valt het leger gretig en, heel onverstandig, zonder slagorde aan. Ze steken een huis in brand en drijven de vijand moeiteloos voor zich uit. Of is dit een list van de Friezen? Want net als de graaf op het punt staat het klooster in te nemen, komen zij te voorschijn uit hun hinderlaag en omsingelen hem met duizenden en duizenden soldaten. Het lawaai is verpletterend als de troepen op elkaar botsen. Het wordt een ware slachtpartij. In amper een uur tijd hakken de Friezen het Hollandse ridderleger in de pan. De graaf gaat ten onder, vechtend met twee handen aan zijn strijdbijl. "Ridder Henri d’Aintong liet zich moedig over zijn heer heen vallen om diens leven te redden en riep: 'Spaar de graaf van Henegouwen en Holland'. Maar zij bleven op Willem in slaan en doodden hem en zijn knecht. " Jan van Beaumont hoort pas uren later wat er met zijn neef is gebeurd. Hij ligt dan zelf onder een zware aanval van de vijand en raakt ernstig gewond: Zijn leger blaast in blinde paniek de aftocht naar de landingsboten; de Friezen er achteraan, tot hun navels in het water. Vluchtende mannen die niet aan boord kunnen komen, trekken uit alle macht aan de reling, zodat de sloepen dreigen om te slaan. Maar als degenen in de boten dat gewaar worden, hakken ze hun kameraden de vuisten af en varen weg. Terug naar de zeilschepen, terug naar Holland. De dood van heer Willem en de ondergang van zijn leger is daar een drama. Aan beide zijden zijn veel slachtoffers gevallen, in totaal zeker enkele duizenden. Het graafschap is onthoofd van zijn elite en zal nog lange tijd in staat van ontreddering verkeren. Voor de Friezen rest overigens geen heldenrol. Zij worden door de verliezers nog eeuwen lang gedemoniseerd als "gens sans loi et sans foi": een wetteloos en ongelovig volk.

vrijdag, maart 03, 2006

Vivienne

Vivienne heeft een total makeover gehad en ze is nu heel gelukkig.

donderdag, maart 02, 2006

Over tijd, liefde en dood

Oer tiid, leafde en dea:
de minske frezet de tiid
de tiid frezet de ivichheid
eangje net
salang asto der bist, is de dea der net
en as de dea der is, bisto der net
mear
in grut lok
is
yn leafde
de tiid te ferjitten
takomst en ferline
rane gear yn in ivich no
yn de dea wint de tiid
yn de leafde ferliest de tiid
sa is de leafde sterker as de dea

Pier Boorsma

Vertaling:
De mens vreest de tijd
de tijd vreest de eeuwigheid
wees niet bang
zolang jij er bent, is de dood er niet
en als de dood er is, ben jij er niet
meer
een groot geluk
is
in liefde
de tijd te vergeten
toekomst en verleden
smelten samen in een eeuwig nu
in de dood wint de tijd
in de liefde verliest de tijd
zo is de liefde sterker dan de dood

Afgevinkt

Lieve mensen,

Laatst liep ik op een zaterdagmiddag door een bos in de omgeving van A. Het zonnetje scheen, ik voelde de belofte van een naderend voorjaar en ik dacht wat is God’s schepping toch mooi. Terwijl ik zo tevreden om mij heen kijkend verder wandelde, zag ik ineens vanuit een bospad een persoon dichterbij komen, een man met een foute jas, een foute baard en een schichtige blik in zijn ogen. Ik dacht, het zal toch niet waar zijn uitgerekend op zo’n fraaie dag. Ik ben dan weliswaar een geestelijke, maar ook een mens, dus mijn eerste reactie was om walgend weg te lopen, maar het was al te laat. De man sprak mij aan en zei “ Aan uw boordje zie ik, dat u een geestelijke bent, zou ik u even kunnen spreken, ik ben namelijk teneinde raad, ik werk in het onderw……” Dat laatste was een volkomen overbodige toevoeging . Ik probeerde meteen weer in mijn professionele rol als geestelijke te komen en zei ” U ziet er inderdaad wat afgevinkt uit”. En ik dacht bij mezelf, dit kan toch nooit de bedoeling van de schepping geweest zijn, alles heeft een plaats, een functie, hoe eenvoudig dan ook, maar dit, werken in het onderw……, welke plaats zou je dat moeten geven? Ik, de geestelijke, moest zelfs de neiging onderdrukken om de man een trap te geven. “ De mensen lachen mij niet alleen uit”, zei de man” ,maar ze geven mij ook zomaar een trap, ik weet niet meer wat ik moet doen”. “ Dat is heel slecht van die mensen “ antwoordde ik” u kunt thuis ook geen steun krijgen, want u hebt natuurlijk geen vrouw”. Ja, welke normale vrouw wil nu iemand die in het onderw…. werkt , wat dat betreft is er geen verschil met een geestelijke. “ Maar ik heb wel eens een relatie gehad” zei het onderw….. figuur “ maar ze is al jaren overleden”. “ Altijd tragisch”, zei ik” als iemand op nog jonge leeftijd afscheid moet nemen.” “ Nou ze was al tweeënnegentig “, antwoordde hij. Ik dacht, zelfs dat is nog reden om met iemand uit het onderw….. aan te pappen, er zijn grenzen, maar mijn probleem was, welke troost moet je zo iemand geven, zelfs Job had nog meer perspectief. Ik zou hem de hemel kunnen beloven, maar ik denk niet dat ze daar zitten te wachten op iemand uit het onderw….. Ik zou hem andere voorbeelden van ellende kunnen noemen, die nog erger zijn, maar is dat mogelijk? Kortom had ik de grens van mijn professie bereikt, was dit het moment dat ik zou uitroepen “ Help mij, ik weet het niet meer” . Terwijl deze gedachten zo door mijn hoofd schoten, kwam er vanuit een ander bospad een groep opgeschoten jongelui aanrennen. “ He”, riepen ze” ,waarvan kennen wij die afgevinkte blik, dat is iemand uit het onderw…. “ en terwijl ze lachten, begonnen ze hem trappen te geven. Ik ben maar snel doorgelopen, want ik had het gevoel, dat hier toch weinig kon betekenen en er is nog zoveel ellende op de wereld waar ik wel iets aan doen kan.

Uw pastoor te H.

Citaten, Kant, tijd, ruimte

Dat de wetten van de wiskunde ook wetten kunnen zijn voor de werkelijkheid, met andere woorden: dat de uitkomsten van de wiskunde bruikbaar zijn voor het begrijpen van de natuur, komt daardoor, zo oordeelt Kant, dat de vormen, d.w.z. van de aanschouwing, waarop de wiskunde zich opbouwt, met name: ruimte en tijd, ook de vormen, d.w.z. de a-priorische vooropstellingen zijn van alles, wat ons in de ervaring kan gegeven worden.

Alles wat geschiedt, alles wat ervaarbaar is, geschiedt in de tijd; alles wat bestaat, wat ervaarbaar is, heeft zijn plaats in de ruimte.

Wat wij 'werkelijkheid' noemen is in de grond niet anders dan een vorm van onze eigen innerlijkheid, een vorm van onze eigen (a-priorische) aanschouwing.

Niet alleen de vormen van de aanschouwing (ruimte en tijd) zijn vaststaande grootheden, geldend voor iedereen, ook de vormen van het verstand, de zogenaamde categorieën zijn noodzakelijke, de ervaring constituerende, opbouwende principes.
Uit de vormen van de a-priorische aanschouwing: ruimte en tijd en deze categorieën is alle waarachtige kennis in wezen opgebouwd.

H.G.WELLS: De tijd, als een immer vliedende stroom, draagt al haar zonen voort, zij geraken in vergetelheid gelijk een droom sterft zodra de ochtend gloort.

THOM YORKE: Ik leef niet, ik dood slechts de tijd.

ECKHART: Tijd is wat het licht er van weerhoudt ons te bereiken.

ANONIEM: De tijd is een middel waarmee de natuur voorkomt dat alles tegelijk gebeurt.


woensdag, maart 01, 2006

Jitris romte en tiid

Ruimte is eveneens elastisch en ook hier treden gelijksoortige vreemde effecten op. Als de tijd wordt uitgerekt, krimpt de ruimte. Als we in een trein een station door zouden razen, gaat vanuit ons standpunt gezien de stationsklok iets langzamer lopen ten opzichte van een reiziger op het perron. Daarentegen lijkt voor ons het perron wat verkort. Natuurlijk merken we nooit iets van deze effecten, omdat ze bij gewone snelheden zo ontzettend klein zijn, maar met gevoelige apparatuur zijn ze gemakkelijk te meten. De wederkerige vervormingen van tijd en ruimte kunnen worden opgevat als een omzetting van ruimte (die krimpt) in tijd (die uitrekt).Eén seconde tijd is echter heel wat ruimte waard - 300.000 kilometer om precies te zijn…….. Zwaartekracht vertraagt de tijd . Dit is zelfs op de aarde experimenteel aan te tonen. De klok boven op de toren gaat sneller dan die aan de voet. Hoe sterker de zwaartekracht, hoe sterker de tijdkromming. Een ster kan onder zijn eigen immense zwaartekracht imploderen tot een ruimtetijd-singulariteit, een zwart gat. Iemand , die zich in zo’n zwart gat bevindt, staat letterlijk buiten de tijd. Om uit het gat te kunnen ontsnappen, zou hij eruit moeten komen voor hij erin terechtkwam

Paul Davies: God in de nieuwe natuurkunde

Noardfrysk

Noord-Friesland aan de westkust van Sleeswijk-Holstein

Somerinj! Mä min leew foomen
Waanre 'k suutjis aawer 't fial.
Raw an freel üüb wai an ekern,
Raw an freel uun arke sial.
An nü fonkelt blä an siljen
Nai det smokst faan ale biljen:
Huuch üüb aawerskaant wi stun.
Götelk somerinj bi strun!

Noordfries gedicht van L.C. Peters

Vertaling:
Zomeravond , met mijn lieve meisje
wandel ik langzaam over het veld
rust en vrede op weg en akkers
rust en vrede in elke ziel
en nu fonkelt blauw en zijden
haast het mooiste van alle beelden
hoog op de oever staan wij.
goddelijke zomeravond aan het strand

De dood van Orpheus

Dankzij zijn muziek mag Orpheus zijn Euridyce uit de onderwereld terugvoeren naar de aarde, op één voorwaarde, hij mag niet naar haar kijken tot ze uit de dodenwereld zijn. Op het laatste moment doet hij dit toch en Euridyce “sterft” voor de tweede keer. Na het verlies van Euridyce is Orpheus vreselijk verdrietig en hij wil niets meer van vrouwen weten. Die willen dat niet accepteren en al spoedig wordt hij gedood door woedende Maenaden (soort nimfen).