dinsdag, maart 14, 2006

Groningen Grins

Het lijkt alsof de winter geen afscheid wil nemen van dit landschap. Het is al half maart en een witbevroren eindeloze vlakte ligt daar onder een strakblauwe lucht, Noord-Groningen . Voorzichtig manoeuvrerend rijd ik over een smal kronkelig asfaltweggetje op zoek naar het nieuwe buitenverblijf van Berend en Pamela . Afgezien van een paar ogenschijnlijk verlaten boerderijen is er niets, geen boom, geen struik, geen mens. Het is alsof deze reis mij naar het einde der wereld heeft gebracht en i.p.v. Berend en Pamela hier aan te treffen, zou ik niet verbaasd zijn als ik plotseling voor een diepe afgrond zou staan. Leit d’er efter dit lân jit lân? (=Ligt er achter dit land nog land?) Onsamenhangende gedachten vliegen door mijn hoofd als vermoeide zeevogels, die geen land meer zien. Ik moet terugdenken aan mijn jeugd , mijn schooltijd, mijn eerste liefde, al die idealen, waarmee ik mijn leven begon en dan het parelvissen, de ongekende betovering van het openbreken van de oester en het zien van de verborgen schoonheid, de parel. En dan de rust, het verkeer, het buitengebied . Ineens hoor ik een schreeuw en rechts van mij op een groot sierhek zit een zeemeeuw en daarnaast levensgroot staat een Donald Duck figuur, het is een brievenbus, de post moet in de bek van de eend gestopt worden. Daarboven een groot oranje bord met het opschrift Berend en Pamela Siepelhof . Ik ben in een surrealistische wereld terechtgekomen .Het sierhek, de zeemeeuw en het Donald Duck figuur hebben een betekenis, alleen ik weet niet welke. Aarzelend stap ik uit de auto en loop naar het hek. Het hek is groot, stevig, het is duidelijk, hier zijn kosten noch moeite gespaard, hier wordt een territorium afgepaald. Dat rijkdom in principe eenvoudige en hartelijke mensen als Berend en Pamela zo snel kan veranderen. Ik kijk door de spijlen van het hek en weer komen allerlei associaties bij mij op. Achter het hek kunstgras, eindeloos kunstgras en dan met een overdadig bordes, het huis, gebouwd in de stijl van een plantage in de Zuidelijke Staten. Het kunstgras is leeg op één eenzame figuur na, gekleed als een Engelse landedelman uit de jaren twintig, maar wel op gele klompen, Berend……… maar daarover later meer.

Doarmer

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Veujoar

Wasgoud aan de liene
Zunnechie op dak
Rimmetiek geft minder piene
Alles gait met meer gemak

Widde kopkes boven de grond
Vreugde klaanken, kinderstemmen
Vrauwlu, bliede laach om mond
Veujoar is nait te temmen

k Bin zo bliede dat k ter bin
En ik zing mit vreugdestem
Veujoar geft een goud gevuil
Elk begript wat ik bedoul.

Anoniem zei

Of had ik dit bij het vorige stukje moeten posten?

Anoniem zei

' Veujoar is nait te temmen'

Nait so bin k