vrijdag, november 03, 2006

Lústerje Fluisteren

Waar stil toen
de abrikozeboom stond,
sta ik nu stil.

Tussen de gladiolen
weet ik de plek waar
zij toen stond: zij
wierp mij de abrikoos
toe – toen. Nu,

terwijl herinnering met zich
doet wat zij wil, beginnen
wij opnieuw met bijten,
haast tegelijk, tussen

de maïsplanten: zij in haar
abrikoos, ik in mijn abrikoos;

terwijl de kleine vossen nog door
de wijngaard sluipen, en de zee,
fluisterend: bij mij is ze niet;
nee, hier vind je het niet;
in mij is zij niet.

Hans Faverey

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Beste Hans,
in mij ben je wel!

Anoniem zei

Ick fiel oon 't kreauweljen, ljeaf, het my dert,
du biste' ijn't hert


Gysbert Japix

In hedendaags Fries:
Ik fiel oan't pimperjen, leaf, myn ferlet,
bist yn myn hert


pimperje = tintelen