dinsdag, december 19, 2006

Oer de minske Over de mens

In het midden der wereld heb Ik u gesteld, opdat gij vrij naar alle zijden kunt rondzien, en uitzien waarheen het u behaagt. Niet hemels, niet aards, niet sterfelijk en ook niet onsterfelijk hebben wij u geschapen. Want gij moet uw eigen vrije triomferende werkmeester en beeldhouwer zijn en uzelf vormen uit de stof die gij verkiezen zult. Het staat u vrij tot de onderste trap van de dierenwereld te zinken, maar gij kunt u ook verheffen tot de hoogste goddelijke sfeer.
Hoe groot is de mildheid Gods! Welk een wonderbaar hoog lot is de mens geschonken! Voor hem het geschenk, dat hij verlangt! Hij kan zijn wat hij begeert! De dieren bezitten van de geboorte af alles wat zij ooit zullen bezitten. In de mens alleen strooide de Vader bij zijn geboorte het zaad tot allerlei werk en de kiemen van iedere soort van levenswijze.

Pico van Mirandola : Over de waardigheid van de mens (1496)

Het is alsof Sartre hier aan het woord is, maar Mirandola heeft een optimistischer kijk op de vrijheid , terwijl Sartre beweert , dat wij tot “vrijheid” veroordeeld zijn of we willen of niet.

Geen opmerkingen: