donderdag, februari 01, 2007

As flearmûzen

Taal schept orde in de chaos van het ons omringende doordat ze een model ontwerpt voor een beheersbare en beheerste catalogus. Zo schuift de taal de eigen regels en wetmatigheden als een matrijs over de ervaring en de ervaren werkelijkheid heen. En wat individueel was en door zijn individualiteit onmededeelbaar, wordt geontindividualiseerd, wordt voorwerp. Daarbij verliest het weliswaar aan waarde, zoals een duizendmaal gekopieerde sculptuur, maar het vernieuwt zich in een ander, een kenbaar verband doordat het uitwisselbaar is. Blijft er bij dit alles nog een band met de feitelijke omgeving, het jachtgebied van de panter, het gezichtsveld van de hinde? Ja, want al vallen de werkelijkheid en het concreet waarneembare niet samen, wij hangen toch als vleermuizen aan de zoldering van het tastbare, al was het alleen maar omdat je met woorden je maag niet vult. Ondanks onze voortdurend metaforisering van het waargenomene door het taalgebruik heen, keren we via de taal terug naar het aardse. Ook daartoe biedt de taal de mogelijkheid, omdat de abstractie de koe geïndividualiseerd kan worden in die ene koe daar bij het hek.

F. Droste: Denken en Spreken

De taal is geen individueel verschijnsel, maar iets van de groep. De groepsleden kunnen elkaar daardoor iets mededelen, tegelijkertijd zegt Droste verliest de taal hierdoor aan waarde, want de woorden die wij gebruiken hebben voor ieder ook een individuele onmededeelbare lading. Deze discussie vindt men ook terug bij bepaalde taalfilosofen, moet men gebruik maken van “de gewone taal” en kan men in feite wel iets mededelen met behulp van de taal?

1 opmerking:

Anoniem zei

Doarmer weet niet waarom,maar vanavond moest hij denken aan de regels van van randwijk :

Een volk dat voor tirannen zwicht
zal meer dan lijf en goed verliezen.
Dan dooft het licht.