zondag, februari 25, 2007

Laitsje en in tsjerkfaar Lachen en een kerkvader

En nu mijn antwoord aan de man die zei: “Waar was God mee bezig, alvorens Hij de hemel en de aarde maakte?” Ik geef niet het antwoord dat , naar het verhaal wil, een zeker iemand eens heeft gegeven, die zich met een grap aan de machtige moeilijkheid van het probleem probeerde te onttrekken: “ Toen was God, “ zei hij,” hellen aan het inrichten voor de speurders naar de hoge dingen!” Zien is niet hetzelfde als lachen. Dat antwoord is het mijne niet. Ik zou namelijk liever antwoorden: “Wat ik niet weet, weet ik niet”, dan dat andere antwoord geven, met spotternij om wie naar hoge dingen vraagt en lof voor wie onwaarheid heeft geantwoord. Neen, ik zeg dat gij, onze God, de schepper zijt van al het geschapene en indien onder die term “ de hemel en de aarde” verstaan wordt, dan zeg ik onverschrokken: “Alvorens God de hemel en de aarde maakte, was Hij niet bezig met iets te maken”.

Augustinus: Confessiones

Op andere plaatsen geeft Augustinus een interessanter antwoord op deze vraag en stelt hij het woordje “alvorens” ter discussie, omdat God toen hij alles schiep ook de tijd maakte.

Geen opmerkingen: