woensdag, april 25, 2007

Boaskje Trouwen

Uit een brief van Friedrich Nietzsche aan Mathilde Trampedach (1876)

Raapt u van harte alle moed bij elkaar, om niet te schrikken van de vraag die ik u bij dezen stel: wilt u mijn vrouw worden? Ik houd van u en het komt mij voor alsof u mij reeds toebehoorde. Geen woord over het plotselinge van mijn genegenheid! Daar kan ik absoluut niets aan doen en ik hoef me dus ook niet te verontschuldigen. Maar wat ik graag zou weten is, of u dezelfde gevoelens hebt als ik – dat wij namelijk geen moment vreemden voor elkaar zijn geweest! Gelooft u ook niet dat wij, door ons met elkaar te verbinden, allebei vrijer en beter zullen worden dan ieder apart zou kunnen worden, en dus excelsior? Wilt u proberen om met mij samen verder te gaan: met mij, die oprecht gemeend streeft naar bevrijding en verbetering? Op alle paden van het leven en het denken.

Het antwoord van Mathilde, 22 jaar, was “nee”. Korte tijd later trouwde ze met haar 18 jaar oudere pianoleraar.

Geen opmerkingen: