Het meest lijken wij nog op kegels. In families, van negen ongeveer, zet men ons neer. Kort en houterig staan wij daar dan, met onze medekegels weten wij niets te beginnen. De klap die ons omver moet werpen, is lang tevoren uitgestippeld; stompzinnig wachten wij af; wij sleuren in onze val zoveel kegels mee als wij maar kunnen, de klap geven wij aan hen door, de enige aanraking die wij hun in een zo kortstondig bestaan gunnen. Men zegt, dat we weer overeind gezet worden. Maar als dat zo is, dan zijn wij in het nieuwe leven weer precies hetzelfde; alleen hebben wij onder de negen, binnen de familie, van plaats gewisseld, en zelfs dat niet altijd, en houterig en stompzinnig wachten wij weer op de oude klap.
Elias Canetti
Geen opmerkingen:
Een reactie posten