maandag, augustus 31, 2009

In dwaaltún Een doolhof

Om kort te gaan, onze besluiten worden analoog aan een verkiezingsprocedure in een democratie genomen. Onze verschillende verlangens komen met hun voorkeur, waarbij ze rekening houden met de vele externe factoren die als beperking optreden of metaforisch de rol spelen van heggen in de enorme doolhof van het leven waarin wij allemaal gevangen zitten. Veel in het leven is ongelooflijk toevallig en onttrekt zich aan onze zeggenschap. We kunnen willen zoveel we willen, maar meestal komt onze wil van een koude kermis thuis. Onze wil is absoluut het tegendeel van vrij, hij is standvastig en stabiel, als een innerlijke gyroscoop, en de stabiliteit en standvastigheid van onze niet-vrije wil maakt mij tot mij en u tot u, en maakt tevens dat ik ik blijf en u u.

Hofstadter

De oude discussie ‘heeft de mens een vrije wil of niet?’. Hofstadter is duidelijk, we hebben niet zoveel te willen. Betekent dit, dat wij onder bepaalde omstandigheden niet anders kunnen dan een bepaald besluit nemen? Zij we dan nooit “schuldig”, wat we ook doen? Het lijkt er wel op. Volgens Hofstadter speelt het toeval bij die omstandigheden een grote rol en kunnen wij op die omstandigheden niet anders reageren dan zoals we doen. Doarmer vraagt zich af, waarom dan bij onze besluitvorming het toeval dan geen rol zou mogen spelen en dat zou betekenen dat we eigenlijk wel een vrije wil hebben, hoewel we daar dan weinig mee opschieten.

Geen opmerkingen: