woensdag, maart 24, 2010

Bolbjirken Uitgelaten

Vandaag was het echt “maaitiid”,voorjaar, en Doarmer had dit nodig om te herstellen van een tiisdeitemiddei en rennend door het buitengebied moest hij aan de woorden van de dichter Tamminga denken:

Fan winen dreaun en droegen,
riist ek út slom en winterdea
ta dy myn langst en leafde, lea,
en brûst oer alle boegen.
Want d’ierde is in prûze breid,
de loft is fol bolbjirkenheid.

Voor de dichter is het voorjaar echter niet genoeg, hij verlangt ook naar zijn “lea”, zijn geliefde, en hij eindigt met de woorden:

Kaam no myn lea de mieden del,
de blommen om’e sliepen,
dan naam ik alles wat hja bea,
dan stoar myn langst in sêfte dea
yn earmen noegjend iepen.

3 opmerkingen:

Doarmer zei

Woordenlijst:
dreaun = gedreven
dea = dood
langst = verlangen
prûs = bevallig
miede = hooiland
del= langs
hja =zij
bea =bood
stoar = stierf
sêft = zacht
noegjend = uitnodigend

pater Pierre de Bree s.j. zei

Wie zich inlaat met tiisdeitemiddeiactiviteiten, dient zichzelve langdurig en heftig uit te laten, teneinde weer enigszins in balans te komen. Wie terugkomt van zijn voornemen zichzelve nimmer en meer bloot te stellen aan de torturen van deze hel op aarde moet als reddeloos verloren worden beschouwd, radeloos als hij wordt van dit redeloos gebeuren. Ook uw pater kan uw ziel dan niet meer redden, (ervan uitgaand dat u die had)en eigenlijk wil hij dat ook niet eens.
U ziet, ook een pater heeft gaten in zijn competenties.

Doarmer zei

Waarde pater, er komt een dag dat zij die het ons aandoen, openbaar schuld zullen moeten belijden vanwege de tiisdeitemiddei. Het zal een tijdje duren, zoals ook het geval was bij de katholieke internaten, maar de dag komt, daarvan is Doarmer overtuigd net zo goed als de Dag waarop wij voor Hem zullen moeten verschijnen, en zij die het ons aandoen hebben dan geen excuus zoals het celibaat of zo.