Sommige filosofen, onder wie A.J. Ayer, hebben betoogd dat zelfs dit te ver gaat. Descartes gebruikte volgens hen de woorden ‘ik denk’ te onrechte: als hij in zijn sceptische benadering consequent was geweest, zou hij gezegd moeten hebben ‘er zijn gedachten’. Hij kwam tot de aanname dat als er gedachten zijn, er ook een denker moet zijn. Maar dat valt te betwijfelen. Misschien kunnen gedachten wel onafhankelijk van denkers bestaan. Misschien brengt de structurering van onze taal ons ertoe om te geloven dat elke gedachte een denker nodig heeft. De ‘ík’ in ‘ik denk’ kan van dezelfde aard zijn als het ‘het’ in ‘het regent’, dat naar niets verwijst.
N. Warburton
N. Warburton
Geen opmerkingen:
Een reactie posten