woensdag, januari 09, 2013

Harkje en lústerje Luisteren en fluisteren

A: Hij staat stil en luistert.
    Wat hoort hij voor gefluister?
    Wat was het, dat hem ternedersloeg?
B: Zoals een ieder, die ooit ketenen droeg
    Hoort hij nog steeds dezelfde kluisters.

Nietzsche


Geen opmerkingen: