zondag, juli 09, 2006

Volmaaktheid Folsleinens

Een fraai voorbeeld van middeleeuws denken levert Anselmus (1033-1109) ,aartsbisschop van Canterbury . Volgens Anselmus is er geen verschil tussen geloven en filosofisch kennen.”Fides quaerens intellectum” (= Het geloof zoekt naar redelijk inzicht).

Anselmus formuleert een zogenaamd “ontologisch godsbewijs”(1):
God is, per definitie, het volmaaktste wezen dat denkbaar is. Dit zal zelfs de ongelovige , “ de dwaas “ zoals Anselmus hem noemt, accepteren.
Het is beter te bestaan dan niet te bestaan, dus iets dat niet bestaat kan nooit volmaakt zijn.
Een niet bestaande God is minder volmaakt dan een bestaande.
Dus moet God bestaan.

Anselmus kreeg meteen kritiek van de benedictijner monnik Gaunilo van Marmoutiers. Deze zei, dat je zo het bestaan van elk imaginair object kunt bewijzen.
In feite stelt Anselmus vast, dat God bestaat, door de betekenis van het woord God te analyseren.

(1) ontologie =zijnsleer, houdt zich o.a. bezig met vragen wat bestaat, wat is. Bijv. een tafel bestaat en is, maar een ethische waarde? In strikte zin bestaat deze niet , maar ze is er wel. En bestaat een tafel, zonder dat deze waargenomen wordt?

Geen opmerkingen: