donderdag, oktober 05, 2006

Mildheid Myldens

Voorts moet U begrijpelijk schrijven, met een kop en een staart. Bijvoorbeeld niet beginnen met: ‘Daarom ging hij niet naar het feest’, want de lezer zal meteen de pest inkrijgen en zich afvragen: ‘Waar slaat dat “daarom” op?Wie is die “hij”?en wat is dat voor een kolerefeest?’ U zoudt bijvoorbeeld kunnen beginnen met: ‘Hoewel hij weinig zin had, en zich grieperig voelde, ging Frans Ottersen, scholier in de vijfde klas van het gymnasium te Zwolle, toch naar het feestje dat zijn oudere broer Hans, eerstejaars-student in de medicijnen, die op kamers in Amsterdam woonde’ etc. Alles zo exact mogelijk: hoe meer vastgelegd in de tijd Uw gegevens zijn – eventueel zelfs met precieze data - hoe tijdlozer Uw geschrift wordt, merkwaardigerwijs.
Vul Uw werk niet met zelfbeklag: U moet Uw ellende gebruiken, verwerken, dienstbaar maken aan Uw werk, en niet proberen medelijden op te wekken bij Uw lezer. Die heeft zelf al ellende genoeg en wordt er door afgestoten. Maar als U Uw leed door een geschrift een universele geldigheid zoudt weten te geven, dan ervaart de lezer zijn eigen treurnis ook als iets groots, universeel geldigs en kostbaars, en is Hij U dankbaar.
Verder geldt Tolstojs vermaning: ‘Wees scherp in Uw blik, doch mild in uw oordeel.’ Verdoezel niets, maar zie hen, die U kwaad hebben gedaan – als U dat kunt opbrengen - als slachtoffers van eenzelfde lot. En misbruik Uw werk niet om wraak te nemen op mensen, die niet schrijven en zich niet verweren kunnen, zoals Simon Vinkenoog en Ewald van Vugt doen, die onderwijzers, pastoors etc. herkenbaar of met volle naam vermelden. Daar is literatuur niet voor, vind ik.

Gerard Reve geeft in een brief een “schrijfadvies” aan mejuffrouw Hogenhout.

Geen opmerkingen: