zondag, mei 06, 2007

De wyn yn it nôt De wind in het graan

Ik teken je gelaat uit korenaren:
jij was de glimlach van het zomerland
en aan de fluisterende velden waren
je haren en je dromen nauw verwant.

Ik teken je gelaat tegen het duin:
achter je ogen flitsen blauwe golven
waar vogeltjes als bellen sneeuwwit schuim
het zachte glooien van de kustlijn volgen.

Maanlicht was ‘s nachts je zilveren profiel:
schaduw op dieper schaduw in je ogen,
verloren weemoed van je ziltgewaaide mond.

Jij was ’t volmaakte landschap van de ziel
met wind in graan en popels en de hoge,
zingende regen over mijn geboortegrond.

Hans Warren

4 opmerkingen:

Anoniem zei

de maan is onder
en de Plejaden

middernacht is voorbij

de uren verstrijken verstrijken
en ik lig alleen


Sappho fr.34

Anoniem zei

Er zijn negen Muzen, zeggen sommigen — hoe kortzichtig:
Er is ook nog Sappho van Lesbos, de tiende

Plato

Anoniem zei

Voor dr Oetker ter geruststelling:als je leest ben je nooit alleen.
Voor Doarmer ter geruststelling: last minute is er nog één plekje vrij op de ARK

Anoniem zei

Doarmer is al bezig zijn koffers te pakken