zondag, februari 15, 2015

Krêftdiedich Krachtdadig

Doarmer heeft onlangs bij het afscheid van P. nog gerefereerd aan de pater. Hier volgt een gedeelte van de rede:
Beste P. , jeugdige vriend, want je bent per slot van rekening één week jonger dan ik, waarom laat je mij nu in de steek, want wat hebben we toch veel samen meegemaakt. Samen stonden we in Greonterp voor huize Gras, waar de Nederlandse volksschrijver Gerard Reve jarenlang heeft gewoond, we hebben de pet van Slauerhoff aanschouwt, de pet, die nog steeds aan het hek van de pastorie in Jorwert hangt. Jorwert, waar we ook het huisje van Geert Mak hebben bezocht. Ja P., we hebben zelfs voor het Sjûkelân gestaan, het kaatsheiligdom in Franeker. Maar het beeld van jou, dat het meest duidelijk op mijn netvlies is gebrand, is ontstaan tijdens een bezoek aan een boerderij in het verre Gelderland. We kregen daar een rondleiding en de enthousiaste boer vertelde ons van alles over varkenshouderij en ineens dacht ik “waar is P.?” en toen zag ik jou, jij had een big uit het hok gehaald en daar stond je, laarzen aan, het biggetje in je armen, werkelijk P. onvergetelijk. Wat ons echter het meest verbonden heeft en dat zullen weinigen zich gerealiseerd hebben, is het feit dat, hoewel wij op een openbare school werken, wij beide diepreligieus zijn. En de leidsman in deze was altijd onze geliefde pater Pierre de Bree. Hij is (hier) niet meer, maar de ouderen onder ons zullen hem nog wel kennen. De Bree had niet dat halfzachte, wat tegenwoordig zo kenmerkend is voor het christendom, nee de Bree was voortdurend op zoek naar zonden en als hij ze vond bestreed hij ze krachtdadig. U kunt zich voorstellen, dat hij aan het E. zowat een dagtaak had. Dit instituut werd door hem ook steevast aangeduid als “het ketternest aan de kade”. De Bree spaarde ons niet en zorgde ervoor dat wij op het juiste pad bleven.

 

2 opmerkingen:

pater Pierre de Bree s.j. zei

Onlangs maakte uw pater een grote reis naar het noorden ten einde in het bezit te geraken van een onmisbaar onderdeel voor zijn immer haperende automobiel. Dit onderdeel bleek zich te bevinden op een in de buurt van de stad Boalsert gelegen boerderij. Deze boerderij was op een vrij hoge ver boven het omringende land uit stekende terp gebouwd. Toen uw pater uit zijn auto stapte en uitkeek over het verre Fryske lân drong de herinnering aan een eerder bezoek aan dit weidse land zich op:
In gezelschap van zijn oudere vriend Doarmer was besloten een pelgrimage te ondernemen naar het heilige land in het noorden. Tezamen met de ranke hinde M. en de zangeres S. werd de tocht aanvaard. Terwijl wij steeds dichter in de buurt van het beloofde land geraakten, voelden wij hoe de wind in kracht toenam en de temperatuur daalde. Gelukkig was mijn oudere vriend en leidsman in dezen eveneens een diep gelovig man en daarnaast de taal van de noordelijke stam machtig. Al aan de namen der steden was te zien, dat dit waarlijk het beloofde land was. Hier geen namen als Almeloooo, Hengeloooo, Sodom en Gomorra, nee, hier heetten de steden Snits, Jorwert, Frjentsjen en Bartlehiem. Reeds in den beginne was alles gegaan, zoals de Heere der Heirscharen het bedoeld had. Hier kon de waarlijk grootse poëzie ontstaan, anders dan in het immer scheurende en verzakkende land der vrolijk op de leeglopende gasbel dansende Grunningers.
Hier werden grootse gevoelens verklankt, hier kon een verliefde dichter zijn pet nog aan het hek van een pastorie laten hangen nadat hij de domineesdochter bekend had. Hier was nog altijd het hol van de volksschrijver te bezichtigen! Als teken van Gods aanwezigheid alom werden de ware gelovigen ruim van tevoren de over het land trekkende waterhozen getoond. Dat naast de kunst ook de wetenschap al vroeg tot bloei kwam, was in een van de noordelijkste steden te zien, alwaar het prototype van de schepping te bewonderen viel.
Ook was dit het land van de jonge vliegende god E., die op zo geheel eigen wijze als geen ander het luchtruim beheerste. Dit land, deze verte en vrijheid, weidsheid en ruimte, zo was de schepping ooit bedoeld! Hier, op deze Fryske groun, leeft het volk niet in zonde, het kaatst op het Sjûkelân, het fierljept en het silt in skûtsjes. Met het met rust laten van de eieren van de ljip is de laatste pekelzonde verdwenen. Nergens is de afstand tot Gomorra en Sodom groter (al moet misschien voor Greonterp een uitzondering gemaakt worden). Dit is waarlijk het beloofde lân, it beste lân fan d'ierde!

Doarmer zei

Eerwaarde pater, uw woorden stromen in Doarmer's oren , als Gods woord in een ouderling (om maar even een afvallig geloof te noemen)