zaterdag, februari 14, 2015

Unkeinens Onkuisheid

 
Gisteren heeft Doarmer afscheid genomen van pater Pierre de Bree s.j, een man met een scherp oog voor zonden, in het bijzonder onkuisheid. Het is een feestdag voor de heksen en een slechte dag voor het onderw.

9 opmerkingen:

Peerke zei

Allez,

den Pater is niet meer in de buurt van Doarmer. Waar moet het heen, nu de zonden niet meer worden weg gebiecht?

Peerke hoopt dat den Pater nog hier actief blijft, maar had ook weln pinteke willen drinken met den Pater

Doarmer zei

Peerke, ook Doarmer zal de donderpreken van de pater missen, want wat was er fijner dan zo'n preek na gezondigd te hebben.

pater Pierre de Bree s.j. zei

Al enkele nachten lig ik in mijn kloosterkrib te draaien en te woelen en de oorzaak daarvan is niet ver te zoeken: de zeden in het ketternest E. verkeren in een dermate deplorabele staat, dat voor verder verval niet meer te vrezen valt. Helaas vloeit hier voor mij de opdracht uit voort het ketternest E. nog eenmaal en liefst zwaar te bezoeken en een ultieme poging te doen het tij te keren. Bij het krieken der dagen verhef ik mij derhalve van mijn slaapstede, trek fluks mijn onzedelijkheidsbestendige wollen Jaegeronderbroek aan en hul mij in mijn haren pij. Vanuit het klooster bestel ik een drietal tankwagens met het zuiverste wijwater, met spoed af te leveren aan de Kade. Daarna ga ik op pad.
Aan de Kade aangekomen zie ik dat het zicht op het ketternest E. aan het oog onttrokken wordt door geweldige geel en zwart walmende wolken van zwavel en roet, alsof hier een enorm wespenvolk huist. Een doordringende pestwalm teistert mijn reukorgaan. Ik aarzel even of ik niet rechtsomkeert zal maken, maar mijn geloof, het ware, drijft mij vooruit: ik zal niet van het rechte pad afwijken.
Bij binnenkomst slaat mij de schrik om het hart: overal tiert de zonde welig in de meest verrukkende kleuren. Heksen rennen mij gillend en krijsend voorbij. "Vergadering in het theater!" knerpt er eentje. Nou waren vergaderingen in het ketternest E. altijd al theater, maar nu weet ik in ieder geval waar ik moet beginnen. In het theater aangekomen ontwaar ik een gezelschap van uitsluitend vrouwen. Inderdaad, de heksen hebben de macht volledig overgenomen: onder het mom van een vergadering over arme, zielige kindertjes wordt hier onder aanvoering van een meer dan stevige, vrolijke blondine een heksensabbat gevierd. Omdat ik de loutering van het ketternest E. ditmaal groots aan wil pakken. besluit ik op onderzoek uit te gaan. Wellicht valt nog een enkele ziel te redden. In een klein hokje tref ik de huisvrouw te H. aan. "Het klopt nog steeds niet met de manuren, ik begrijp er niets van." Kennelijk heeft deze argeloze ziel nog altijd niet door, dat de macht in het ketternest E. volledig door heksen overgenomen is en dat er helemaal geen manuren meer zijn. Ik besluit haar volledige absolutie te schenken voor al haar ontelbare zonden. Dankbaar heft ze haar betraande ogen naar mij op. Ik onthef haar van haar taken en stuur haar naar buiten. In de docentenkamer is niemand, hoewel... . Bij nadere beschouwing blijkt er toch iemand te zijn: "Doarmer!" roep ik uit. Ondanks zijn enorme visboerenpet, die ver over zijn oren getrokken hangt, herken ik hem. Voorzichtig komt hij overeind en maakt hij zich los van de muur waartegen hij vrijwel onzichtbaar was.
"Ik ben uit de vergadering weggestuurd." stamelt hij schuldbewust. "Ik kon er niets aan doen!" "Het ligt ook niet aan jou, Doarmer, het heeft nooit aan jou gelegen!" De onschuld in zijn blauwe kinderogen ontroert mij. Hij moet natuurlijk ook gered worden, hem kan en zal ik niet in de steek laten. Ik besluit verder te zoeken en vind nog een paar zielen: een scheikundige, die bezig is met een proefje met een zeer explosief mengsel. "Hiermee kan ik het hele gebouw opblazen, hiermee vliegt alles IN de lucht!" voorspelt hij. Het lijkt me een bijzonder nuttig experiment, maar helaas is de tijd voor experimenteren voorbij. Ook hem stuur ik weg.

pater Pierre de Bree s.j. zei

Dokter Oetker vind ik nergens, die heeft wijs als hij is, deze immer onheilszwangere rampplek allang verlaten. Ook Peerke slaat geen hoge toon meer aan, geen enkele toon meer zelfs, vrees ik. De goesting tot een pintke zal hem redden. Veel muziek zat er toch al nooit in het ketternest E., ik kan hem geen ongelijk geven. Tussen metershoge stapels boeken, studiewijzers en levensloopformulieren tref ik nog een drietal vrouwen. Voor de zekerheid sla ik toch nog snel een kruis, maar het valt mee: het zijn de bruinogige nachtegaal S., de snoepgrage perenplukster en de door mij te water gelaten en ten onrechte van hekserij beschuldigde blondgelokte I. Ik geef de vrouwen alledrie een stapeltje Douglasbonnen, wegsturen hoeft dan niet meer.
Ik ben nu op de plaats waar ik wezen wil: een papierrijke omgeving. De wens van de onderw. managers indachtig de hoeveelheid papier terug te dringen ten gunste van de ict-beleving, tast ik in mijn zakken en al snel vind ik wat ik zoek: mijn tondeldoos, Oud, maar effectief! Binnen de kortste keren staat de hele kamer in brand. Ik ga op weg naar de uitgang en zie kans onderweg mijn heilige, louterende vuur nog meer te verspreiden. Nog enkele getrouwen, die mij in hun onschuld aanklampen, stuur ik naar de uitgang. Buiten aan de Kade gekomen, zie ik de tankwagens met wijwater staan. Ik roep tegen de chauffeurs, dat het te laat is en dat ze door kunnen rijden. Op de vraag "waarheen?" maak ik een moedeloos "altijd rechtdoor blijven rijden" gebaar.
Achter mij slaan ondertussen de vlammen uit het dak. Het hele ketternest E. staat van onder tot boven in lichterlaaie.Het brandt als de hel en vergenoegd kijk ik naar de louterende vlammen. In het gebouw zijn harde knallen te horen. De scheikundige doemt naast mij op. Ook hij is enthousiast: de proef is geslaagd, let maar op! Op dat moment vindt een enorme explosie plaats. De vlammen rijzen torenhoog, het hele pand lijkt los te komen van zijn fundamenten en verheft zich een eindweegs in de lucht. Ondertussen klinken er nog steeds harde knallen. Daarna regent het brokstukken en het blijft regenen. Als de ergste vlammen uitgewoed zijn, begint de aarde te schudden en te beven. Voor mijn voeten splijt de grond en een immens gat ontstaat. Ook hier ontwaar ik in de diepte de rossige gloed van een allesverzengend vuur. Pestilente zwaveldampen stijgen op. In luttele minuten wordt het hele ketternest E. door de aarde verzwolgen.
Om mij heen dwarrelen half verbrande snippers papier, de laatste en enige resten van een ten ondergang gedoemd onderwijssysteem. Ik raap een stukje op en probeer het aangetaste fragment te lezen. Er staat: "..... helaas heeft de verbouwing door onvoorziene omstandigheden enige vertraging opgelopen. Positief is echter, dat uit het brandveiligheidsonderzoek gebleken is, dat het gebouw aan alle veiligheidseisen vold...."

pater Pierre de Bree s.j. zei

Ter geruststelling van Peerke wil uw pater graag naar voren brengen, dat hij te allen tijde een pinteke wil drinken met rechtschapen lieden als Peerke en Doarmer (en ook nog wel meer pintekes dan één!). Ook blijft hij voor berouwvolle, dobberende zondaars
als altijd een baken in de woelige levenszee.

Doarmer zei

Dank voor Uw stichtelijke woorden, pater, Peerke en Doarmer hebben dit beslist nodig, anders komt het niet goed.

dr.oetker zei

Ach goede pater, dat men het aan de kade nu ook zonder u moet stellen. Wat moet er van hen worden? Uw dr. verpoost sedert enige tijd in de polder, waar hij mocht ervaren dat ook daar een onderw.bolwerk dat ooit door de mannenbroeders was gesticht door krijsende sirenen overgenomen is. Nam ieder maar een voorbeeld aan de Leraar die vanaf een berg of vanuit een bootje op het meer zijn schaapjes toesprak. Ook deze onderw.man avant la lettre heeft geleden. Het zij u tot troost.

Huisvrouw te H zei

En de huisvrouw te H durft weer van de partij te zijn, nu we eindelijk allemaal 'vrij' lijken.
Ze bakt thuis in haar vrije 'manuren' appeltaart. Straks kunnen we die 'met ons allen' vòòr het Pinteke van Peerke verorberen.
Doarmer, waar gaan we deze grote wending vieren?

Doarmer zei

Beste huisvrouw te H. , Doarmer weet dat eens de dag der vrijheid zal komen en de godsvruchtigen beloond zullen worden, maar vandaag was niet die dag. Doarmer is weer blootgesteld aan vele ketterijen, daarom hangt hij nu voor de tv en heeft hij als penitentie zijn daarvoor speciaal vervaardigde kriebeltrui aangetrokken.