I. en ik hebben het er maar druk mee. Een niet aflatende stroom sollicitatiebrieven komt bij ons binnen en we hebben ons voorgenomen ze allemaal te lezen . Er zitten hele dankbare en droevige tussen en af en toe, tijdens het lezen, zucht I. heel diep en kijkt mij aan op een manier , dat ik nauwelijks in staat ben verder te werken . Maar goed, ik verman me, want de plicht roept, er gaat iets groots verricht worden daar in Groningen.
Zo schrijft een zekere Z., eigenaar van een matig draaiende kaaswinkel in het zuiden des lands “ Ik kom eraan, ik heb mijn winkeltje, mijn kazen en mijn vrouw vanochtend in de steek gelaten en ben onderweg naar het noorden. Ik volg het Pieterpad. Jullie hebben mijn leven zin gegeven en ik heb de kaasschaaf aan de wilgen gehangen. Eindelijk voel ik mij vrij”. Er komen ook brieven binnen, die ons duidelijk maken, dat er veel verborgen leed is op deze wereld. Een katholieke huisvrouw uit H. schrijft het volgende “ Heel graag zou ik bij u willen werken, want ik kan goed luiers wassen. In de bijlage bevindt zich een aanbeveling van meneer pastoor”. Na het lezen van die brief , zei I. tegen mij, terwijl ze haar korenblonde haren kamde “ laten we haar toch een kans geven, ik vind dit zo zielig en wat maakt die éne letter nu uit” en natuurlijk kon ik haar niets weigeren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten